Traditioneel Japan: een nacht in een klooster in Koyasan
Een reisverslag van reisbegeleidster Zinzi Zegers.
Zachtjes schuifel ik over de houten vloer met mijn synthetische slippers. Elke beweging doet het hout kraken in de stilte van het klooster op de berg Koyasan. De berg werd in 819 voor het eerst getemd door monnik Kukai. Hij stichtte er het Shingon-Boeddhisme en maakte het natuurgebied in de Wakayama prefectuur tot een heilige plek voor zijn volgers. Het klooster ademt rust. De opzichter die ik er keer op keer tref, nipt vredig van zijn groene Bancha-thee, terwijl ik naar mijn kamer slof.
Voor de deur parkeer ik mijn synthetische slippers. De tatami-mat waarmee de vloer van mijn kamer naar goed Japans gebruik bedekt is, mag niet betreden worden met welke vorm van schoeisel dan ook. Ik open de houten schuifdeur en neem plaats aan de lage tafel aan de rechterzijde van mijn verblijf, dat slechts wordt gescheiden van de andere kamers door een dunne laag rijstpapier. Ik zet water op, terwijl ik nadenk over de women’s pelgrimage die ik die middag gelopen heb. Eeuwenlang werd vrouwen de toegang ontzegd tot de 120 tal heiligdommen van Koyasan. Zij moesten het doen met de vergezichten vanaf de omringende bergen en de honderden tinten groen van het nabijgelegen bos. De hoofdtempel, de enorme Daimon Gate: ze konden er slechts van dromen.
Plotseling word ik opgeschrikt door de diepe klank van de Japanse gong. Het is etenstijd. Ik knoop mijn blauwe yukata om en glijd weer in de synthetische slippers. Als ik voor de eetzaal sta, komt de heerlijke geur van miso soep en kleefrijst me tegemoet. We nemen plaats op de tatami-matten achter de zorgvuldig gedekte tafels met schaaltjes, waarvan slechts weinig Nederlanders de inhoud kennen: tempura van esdoornblad, tofu-pudding en adzukibonen. Ons vegetarische diner kan pas echt beginnen, nadat de kokkin iedereen een kopje Bancha-thee heeft ingeschonken. Ze lacht vriendelijk. Wij eten smakelijk.
’s Avonds wandelen we over het nabijgelegen kerkhof met meer dan 200.000 graven en een bijzonder mausoleum dat wordt verlicht door honderden lantaarns. We lopen zwijgend door de neerdalende regen. Het geluid van de druppels die neerkomen op onze doorzichtige paraplu’s werkt bijna meditatief. Er daalt een vreemdsoortige rust over me heen. De drukte van metropolen als Osaka en Tokyo lijkt verder weg dan ooit. Ons rest alleen de nacht nog in het klooster tussen de groene bomen van de heilige berg, op een matras op de tatami-mat. Simpel en vredig.
Je ervaart de rust van het klooster in Koyasan op onze 15-daagse reis door Japan, op de 22-daagse en op de 22-daagse met Hokkaido.