De piramide van Djoser - de grootste geheimen voor het oog verborgen
Het laatste woord over de oudste, nog rechtopstaande piramide van Egypte is nog lang niet gesproken. Zichtbare feiten genoeg om het meest indrukwekkende bouwwerk dat de skyline van Sakkara domineert een plaats in de canon van architectuur te geven. Maar de grootste geheimen zijn voor het oog verborgen.
tekst | Janko Duinker
Janko Duinker is Egyptoloog en werkt o.a. voor het Rijksmuseum van Oudheden.
Djoser
In het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden staat de grootste collectie Egyptische oudheden van Nederland. Een substantieel gedeelte van de stukken die tegenwoordig in de opstelling zijn te bewonderen, komen uit de Egyptische plaats Sakkara, 30 kilometer ten zuiden van Cairo.
Sinds 1975 organiseert het museum jaarlijks een opgraving naar deze necropool om context te bieden aan collectiestukken die al vanaf het begin van de 19de eeuw in Leiden staan. Van sommige grafbeelden in de collectie is, na meer dan 150 jaar na de aankoop door koning Willem I, het graf weer teruggevonden.
De opgraving van het Rijksmuseum van Oudheden is gesitueerd in het zuidelijke deel van Sakkara. Als de moderne Egyptereiziger tegenwoordig het plateau van Sakkara betreedt, is er één monument dat de horizon ontegenzeggelijk domineert.
De trappiramide van farao Djoser is gebouwd omstreeks 2650 v. Chr. Dit bouwwerk is de oudste, nog rechtopstaande piramide ter wereld en het is oudste bouwwerk in Egypte dat van natuursteen is gemaakt in plaat van bijvoorbeeld tichelsteen of riet. Hoewel deze feiten al genoeg zijn om dit icoon een plaats te geven in de canon van architectuur, beginnen daar de bijzonderheden pas. Want de grootste geheimen liggen verborgen aan het oog. Hoewel, misschien niet helemaal.
De piramide van Djoser begon niet als piramide
Een tijd geleden stond de piramide van Djoser in de steigers voor een grote restauratie. Voorbijgangers die goed keken konden zien dat de piramide uit verschillende lagen bestond.
Natuurlijk zijn de verschillende ‘trappen’ af tescheiden, maar verborgen onder de buitenstelaag was heel duidelijk nog een andere laag te zien, alsof die buitenste laag er als een soort schil overheen was gezet. Die ‘schil’ verraadt dat de piramide niet in één keer is gebouwd, maar verschillende constructiestadia heeft gekend.
Als we een dwarsdoorsnede bekijken, zien we dat dit inderdaad het geval is. De piramide van Djoser is niet begonnen als piramide, maar als platte structuur van slechts een aantal meters hoog. Eigenlijk alleen de onderste trede van de piramide.
Deze constructievorm kennen we in de egyptologie als een ‘mastaba’. Eigenlijk is dit het Arabische woord voor ‘bank’, maar wordt gebruikt voor de rechthoekige graven van één verdieping die zo kenmerkend zijn voor de tijd van de piramides. Ook om de grote piramides van Giza staan honderden van deze mastaba graven. Een aspect van de mastaba graven dat ook terugkomt in de piramide van Djoser, is de gang naar het ondergrondse gedeelte. In de meeste piramides loopt die van de noordkant van de piramide, schuin naar beneden richting grafkamer. Echter, in de piramide van Djoser loopt deze ‘gang’ loodrecht naar beneden zoals bij de mastaba graven doorgaans het geval is. Hieraan kunnen we zien dat men nog in een experimentele fase zat en dat de piramidearchitectuur nog absoluut niet als gestandaardiseerd opgenomen was in het repertoire van de Egyptische bouwmeesters.
Een gangenstelsel van zes kilometer
Deze eigenaardigheden beperken zich niet tot de bovenbouw en de gang naar beneden. Eigenlijk starten daar de bijzonderheden pas. De piramide is al geruime tijd niet meer toegankelijk voor bezoekers. Maar als we af zouden dalen naar beneden, zouden we in een enorm gangenstelsel terecht komen op een diepte van ongeveer 28 meter.
Deze gangen en schachten hebben een totale lengte van meer dan 6 kilometer en recht onder de piramide ligt de grafkamer van Djoser waar waarschijnlijk ooit zijn lichaam was begraven. Dit is echter nooit teruggevonden.
De ondergrondse structuren zijn het meest bekend vanwege de drie decoratieve panelen die in een aantal galerijen sieren. Op deze panelen, die omlijst zijn met schitterende blauw faiencetegeltjes, staat de koning afgebeeld als prominent figuur, rennend tussen drie kleine, halfrondegeometrische figuren. Wat hier wordt afgebeeld is het Hebsed feest, een festival dat gevierd werd in het dertigste regeringsjaar van de koning (en dat heeft Djoser overigens nooit gevierd want hij regeerde waarschijnlijk slechts negentien jaar). Het interessante van deze afbeeldingen is dat deze geometrische structuren terug te vinden zijn in de architectuur van het complex. In het voorhof, aan de zuidzijde van de piramide zien we deze halfronde structuren terugkomen in drie dimensies en de kans is groot dat dit hof weldegelijk bedoeld was om ooit te gebruiken tijdens dit Hebsed festival. Helaas voor Djoser is hij daar nooit aan toe gekomen.
Vreemde eend in de bijt
De prestaties van de architecten van Djoser rijken nog veel verder dan alleen de piramide. Het complex van de koning beslaat ongeveer 545 x278 meter en bevat vele gebouwen waarvan de echte functie vaak (nog) niet bekend is. Een van die bijgebouwen is het z.g. zuidelijke graf. Een vreemde eend in de bijt in een piramidecomplex aangezien het werkelijke graf toch geacht wordtde piramide te zijn. We hebben echter al gezien dat het lichaam van Djoser nooit is gevonden in de piramide. Over de functie van het zuidelijke graf wordt dan ook nog steeds heftig gediscussieerd: was de piramide misschien een ‘dummie’graf en het zuidelijke graf de werkelijke laatste rustplaats? Was het zuidelijke graf misschien een bijgraf voor de vrouw van de koning? Wat inieder geval opvallend is, is dat we dezelfde afbeeldingen zien als onder de piramide staan. Een rennende koning die meedoet aan hetHebsed festival. De connectie met de koning zelf is dus overduidelijk en we kunnen dan ook niet spreken van een latere toevoeging.
Onopgeloste mysteriën
Zo zijn er nog tal van mysteriën die opgelost moeten worden met betrekking tot het funeraire complex van koning Djoser. Het overgrote gedeelte van de gebouwen die in het complex staan, zijn nooit bedoeld geweest om werkelijk te gebruiken. Sterker nog, deze gebouwen waren überhaupt niet toegankelijk en bestonden uit een massieve binnenkant. En wat te denken van de enorme hoeveelheden stenen vaatwerk (potten en vazen van steen in plaats van het veel vaker voorkomende aardewerk) die weliswaar gevonden werden in de gangen en grafkamer onder de piramide, maar waarop niet de naam van Djoser prijkt, maar van zijn voorgangers?
Al met al zal nog lang niet het laatste woord zijn gesproken over deze oudste, nog rechtopstaande piramide van Egypte. En misschien maakt het ook niet uit wat we allemaal wel en niet weten van Djoser en zijn graf, want het blijft hoe dan ook het meest indrukwekkende bouwwerk dat de skyline van Sakkara domineert.
> Rondreizen Egypte