Amerikaanse Blues

Amerikaanse Blues

De rivierdelta als bruggenbouwer tussen culturen

Met de mengeling van culturen blijft Amerika een weg zoeken in zwart en wit. Wellicht is de wederzijdse tolerantie voor een groot deel te danken aan de Amerikaanse muziekcultuur. Diverse muziekstijlen vermengden zich sinds de slaven aan wal kwamen in het diepe zuiden.



tekst | Dirk Vandewiele
beeld | Dirk W. de Jong

De Mississippi delta: Wieg van de Blues

Steden aan het water trekken een grotere diversiteit van mensen aan dan steden in het binnenland. Ooit uit economische noodzaak, want bootverbindingen waren toen het belangrijkste internationaal transportmiddel. De Delta begint letterlijk ten zuiden van Memphis en eindigt in Vicksburg. Je zou de de Mississippi Delta ‘Afrika in Amerika’ kunnen noemen: arm, desolaat en uitgestrekt met een overheersende zwarte bevolking. Maar er groeit wel katoen, uitsluitend katoen.

De aangevoerde slaven uit Afrika arriveerden hier in de 19de eeuw als goedkope werkkrachten om de katoenvelden te bewerken. Revolterend tegen de uitbuiting van hun blanke meesters waren zang en muziek hun enige manier van ontlading. Muziek met primitieve middelen; een versleten touw gespannen aan een stuk hout met onderaan een kapotte ton, fungeerde als bas – een washboard, zeg maar een plankje met geribde metalen plaat als percussie. Hun handgeklap alleen al zorgde voor opwindende ritmiek als begeleiding van hun bezwerende gezangen. Later in de kerken ontwikkelt tot gospelmuziek, begeleid op piano, orgel en drums.

Nà de afschaffing van de slavernij kwamen de meeste Afro Amerikanen in een vacuüm terecht. Zij moesten niet enkel leren omgaan met de relatieve vrijheid, ze moesten vooral zien te overleven. Het racisme was pure apartheid in de VS en verbeterde pas sinds de jaren ’70.

“If you’re white,
it’s allright
if you’re brown,
you can stick around
if you’re black - brother,
get back, get back!”

(Big Bill Broonzy)

Zwarte parels, wit goud

Het waren pas de kleinkinderen van de slaven die zich voor het eerst konden ‘losmaken’ van de blanke overheersing. Via de prille muziekopnames ten lande diep in de Delta (1941-44) van Lomax&Lomax bereikte de bluesmuziek een groter publiek. De toen meest getalenteerde bluesmuzikanten zoals Son House, Robert Johnson, Muddy Waters, Willie Dixon, John Lee Hooker e.a. lieten de witte katoenvelden voor wat ze waren en namen de goederentrein naar Memphis en Chicago.



Hun harde leerschool in de ruige shacks en clubs, op oogst- en familiefeesten in de Delta was achter de rug. Met de opkomst van de platenindustrie zaten ze op het goede spoor om een carrière als muzikant uit te bouwen. Hun jonge, onervaren en brute confrontatie met succes zorgde echter af en toe voor dramatische toestanden. Vele zwarte bluesartiesten die het witte goud van de katoen ruilden voor een onzeker bestaan als muzikant, wisten geen raad met de muziekbusiness die toen uitsluitend werd gerund door blanken. Zwarte bluessongs werden gretig gespeeld en opgenomen door blanken die er wereldhits van maakten, zonder auteursrechten af te staan aan de makers ervan. Weeral werden ze gerold. Eerst op het veld, nu in de grootstad. Gelukkig is daar grote verandering ten goede in gekomen – maar het duurde wel tot in de recente decennia.

New Orleans: van wildernis tot wereldstad

Wat de Delta en Memphis betekenden voor de blues, was New Orleans voor de Jazz, vermengd met diverse muziekstijlen, zoals blues, cajun, zydeco en latin. Verrassend, bewogen en bont, zo zou je de geschiedenis van de staat Louisiana het beste kunnen omschrijven. Door een Franse Canadees gesticht, door een Schotse bankier in naam van de Franse Kroon uitgebuit, door een bloeddorstige Ier in opdracht van de Spaanse Kroon geterroriseerd, onder Spaans bewind weliswaar tot ontplooiing gekomen en tenslotte door een Franse Keizer voor 15 miljoen dollar aan de Amerikaanse natie verkocht in 1803. De Spaanse ontdekkingsreizigers die als eerste Europeanen de Golf van Mexico, de Rio de Espiritu Santo (Mississippi) en de daaraan palende gebieden verkennen, voelen zich sterk bedrogen door de wildernis van het Diepe Zuiden. Gele koorts, vijandige Inheemsen, een grillige stroom en vooral de afwezigheid van goud en edelstenen, hebben als gevolg dat zij huiswaarts keren met het bericht dat zij allesbehalve een nieuw Eldorado vonden. De veroveringsdrang van de Spanjaarden, de Fransen en de Engelsen is desondanks niet te stuiten. Louisiana blijft een Franse bezitting tot in 1769.

“In augustus 1938 speelt Robert Johnson met Sonny Boy Williamson en Honeyboy Edwards in een baancafé net buiten Greenwood. Natuurlijk heeft hij alweer belangstelling voor een vrouw. Ze beantwoordt zijn avances. Omstanders voelen dat er problemen op til zijn: het is de vrouw van de clubeigenaar. Robert weet dat niet. Niet dat het iets zou uitgemaakt hebben. Na een tijd stapt hij van het podium. Voelt zich onwel. Sonny Boy rondt de avond alleen af. De volgende dag is Johnson dood. Er zat strychnine in zijn drank”.
Bron: Rock It!!! Robert Van Yper 

“Toen onze driemaster de Mississippi opvoer, in 1956, voelden wij ons als cadet aan boord van het schoolschip Mercator, ontdekkingsreizigers die voor het eerst kennis maken met de Nieuwe Wereld. In de haven van New Orleans begroette de muziekharmonie van de politie ons met een swingend ‘When the Saints’. Pereservation Hall was er nog niet maar pure, ongekunstelde jazz was alom aanwezig. Alphonse Picou’s High Society in de Paddock Lounge deed me het avondappél missen. Ik werd zwaar gestraft: bij de volgende aanlegplaats , de Bermuda eilanden, mocht ik het schip niet verlaten. Maar daar gaf ik geen zier om… de Louisianitis had me reeds flink aangetast”.

Bron: Parel van het Diepe Zuiden, Jean-Pierre De Smet

Bekijk al onze reizen door Amerika.