"Ik wil geen mensen op de foto"
Reisjournalist Harri Theirlynck
Een groepsreis is mogelijk erg. Maar veel erger zijn de tantes die op verjaardagen zelfingenomen zeggen: "Neen, een groepsreis is he-le-maal niks voor mij." Om zo hun unieke individualiteit te onderstrepen. "Heel goed," denk ik dan. "Loop ik de komende vakantie geen gevaar tegen jouw zelfvoldane snuitwerk aan te kijken."
Op mijn eerste groepsreis, een wandelreis op Madeira, was ik meteen de gids. Een ongunstige oom die nooit wilde deugen had een reisbedrijfje met één raam in het centrum van Amsterdam. Armoe troef, tot hij de geniale ingeving kreeg zijn waardeloze wandelarrangementjes in de brochure aan te lengen met een scheutje 'eco', een kwakje 'duurzaamheid' en op elke pagina minstens vijf keer het woord 'kleinschalig' af te drukken. Toen stond half hip Amsterdam ineens voor zijn deur en kwam ik in beeld als reisleider. "Maar ik weet geen bal van de natuur, oom." "Dondert niet. Gewoon hard voorop lopen en afmatten die handel.
Dan kunnen ze "s avonds geen pap meer zeggen." Hij hield me de worst voor dat wandelreizen veel jonge alleenstaande vrouwen trokken, die vaak de warme arm van de reisleider zochten. Ja, die zelfs midden in de nacht op je deur klopten! "Jongen, de laatste reizen schoof ik mijn bed tegen de deur aan. Ik kon er gewoon niet meer tegen!" Dat gaf de doorslag. Zeker niet het honorarium.
De groep op Madeira was vrij divers. Ze telde welgeteld één alleenstaande vrouw, uit Amstelveen. Die zei meteen: "Ik ga veel fotograferen. Jullie zullen vaak moeten wachten, want ik wil geen mensen op de foto." Ze was net gescheiden en dat verbaasde werkelijk niemand. Er was verder een vijftigplusser met snorretje en sandalen, die verkleed was als biologische marinier. Hij droeg een gevechtsbroek met in alle zakken boekjes over flora en fauna van Madeira en had zijn pet achterstevoren op het hoofd. Er was ook een verbeten echtpaar dat Madeira als het laatste paradijs op aarde zag. Hun wandelvakantie was in de eerste plaats een statement tegen milieuvervuiling.
Zij hoopten veel te leren over de Madeirese flora. Vooral van – hierbij knikten ze angstaanjagend in mijn richting - de jonge gids. De eerste nacht leerde ik stijf van de zenuwen hele stukken uit het boekje Madeira, wat groeit en bloeit daar? uit het hoofd. De volgende dagen gaf ik vol gas: "Kijk, de laatste Madeirese klokjesgentiaan. Maar landinwaarts zie je de bast van de Lusitanische kurkeik al vergelen." Bij moeilijke vragen legde ik de vinger op de lippen en rende hard vooruit om verderop peinzend boven een paddenstoel stil te staan. "Kijk mensen, zie het ragfijne velum, de umbo en de hoed, zo kenmerkend voor dit deel van Madeira. Het manchet is helaas al aangetast door de vervuiling van overkomende wandelvakantievluchten. Elke ademtocht kan er een te veel zijn, laten we doodstil verder lopen."
Binnen vier dagen had ik de groep plat en durfden ze zelfs niet meer tegen een boom te plassen zonder mij te vragen. "Wat denk je Harri, zou dat hier kunnen?" "Nou Rob, als je snel bent en de boom lief aankijkt." "Harri, ik heb hoofdpijn. Wat denk je, zal ik een aspirientje nemen?" "Dat lijkt me een heel goed idee Ine. Doe maar." "Harri, Harri, wat vliegt daar?" "Zo te horen een robijntirannetje, Dirk." Tegen het einde van de week was het groepsgevoel ijzersterk en werd de dame uit Amstelveen onder luid gejuich met macrolens en al het zwembad ingejonast. Nooit klopte er die week iemand op de deur van mijn kamer. Het was by far de leukste groepsreis die ik ooit meemaakte.
> Wandelreis Madeira