De draken van het eiland Komodo, Kleine Sunda eilanden
|
Alles wat je over de Komodovaraan kunt vertellen is indrukwekkend. Zijn oorsprong, zijn lengte, zijn slangentong, zijn onderkaak en zijn giftig speeksel. Een bezoek aan het Indonesische eiland waar de varaan leeft, maakt dan ook diepe indruk. Komodo leidde lang een onopgemerkt bestaan tussen de grotere eilanden Sumbawa en Flores. De gevaarlijke getijdenstromingen rond het eiland nodigden niet uit tot regelmatig verkeer. Het grillig gevormde Komodo was met zijn kale en droge heuvels ook niet geschikt voor landbouw. Volgens de toenmalige machthebbers deugde het slechts als ballingsoord voor hun criminelen. Zo is het enige dorp, Kampung Komodo, ontstaan. Het bevindt zich in de oostelijke inham van het eiland en herbergt enkele honderden nazaten van de eerste inwoners. Ze leven van visserij, voornamelijk op inktvissen, en richten de blik vooral zeewaarts. Op de rest van het eiland wagen zij zich niet. Daarvoor hebben zij te veel respect voor hun legendarische medebewoner, die hen in aantal overtreft: de Komodovaraan. Zeven meter lange draken Deze dieren kwamen in 1911 voor het eerst in het nieuws. De Nederlander Van Hensbrack ving tijdens een expeditie met het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger) op Komodo enkele exemplaren en bracht ze naar 's Lands Plantentuin in Buitenzorg, het huidige Bogor. Geruchten over zeven meter lange draken deden al enige tijd de ronde, nadat parelduikers op Komodo hadden aangelegd en een glimp opvingen van de reusachtige dieren. P.A. Ouwens, curator van de Tuin, onderzocht de 'draken' en concludeerde dat het varanen waren: hoogontwikkelde hagedissen die goed kunnen klimmen, zwemmen en lopen. Varanen komen op vele plaatsen in de wereld voor, maar zijn nergens zo groot als op Komodo. De dieren waren geen zeven meter, maar haalden toch makkelijk een lengte van drie meter. Het belang van de ontdekking werd snel erkend. Ouwens maakte een wetenschappelijke beschrijving en zorgde ervoor dat het dier een beschermd leven kon leiden. De varaan werd officieel naar de curator vernoemd: varanus komodienses ouwens. Een groot deel van het eiland werd een nationaal park. Speeksel als wapen Hoewel vele dierentuinen Komodovaranen huisvesten, krijg je pas een echt goede indruk van dit reusachtige dier als je reist naar Komodo of een van de andere plaatsen waar de dieren leven (het nabijgelegen eilandje Rinca en het westelijk deel van Flores). In dierentuinen leiden de varanen doorgaans een wat slaperig bestaan. Dat doen ze in hun eigen habitat weliswaar ook, maar daar loop je heel wat meer kans ze ook in beweging te zien. De Komodovaraan stamt waarschijnlijk af van de dinosaurus. Fossielen voeren terug tot het vroege Eoceen, zo'n 60 miljoen jaar geleden. Varanen hebben een relatief kleine, spitse kop en een lange nek. De naar verhouding dikke romp loopt uit in een zwaar gespierde staart, waarmee het dier gevaarlijke klappen kan uitdelen. De poten zijn voorzien van scherpe klauwen, maar zijn machtigste wapen is zijn speeksel. Dat is zo giftig dat hij er elke prooi mee kan vellen. Een beet van een varaan heeft een gevaarlijke infectie tot gevolg. Omdat het dier een sterk reukorgaan bezit en bij het jagen afgaat op de geur van bloed, draagt de parkwachter die bezoekers begeleidt, altijd een gevorkte stok bij zich om eventueel aanvallende varanen te stuiten. Varanen jagen weer zelf Om acht uur - het is buiten nog lekker fris - lopen we achter enkele rangers aan naar de plaats waar men de varanen vroeger bijvoederde. Omdat ze te vadsig werden, is dat nu afgeschaft. Ze moeten weer zelf op jacht. We speuren om ons heen en kijken zelfs omhoog. Varanen brengen hun eerste levensjaren in een boom door, omdat ze anders kans lopen ten prooi te vallen aan hun moeder of een ander vraatzuchtig volwassen exemplaar. Pas als ze door hun gewicht uit de boom vallen, leven ze beneden verder. We hebben geluk vandaag. Al na zo'n tien minuten lopen steekt een enorme varaan het voetpad over. Hij schiet het struikgewas in en als we goed kijken zien we nu op meerdere plekken varanen liggen. De rangers en onze eigen gids Ambrosius houden de dieren goed in de gaten, maar Komodovaranen vallen zelden mensen aan. Ze zien er overigens gevaarlijk genoeg uit, met hun lange gespleten tong die als reukorgaan fungeert. Van mijn eerste bezoek herinner ik me dat een varaan een geitenkadaver at. Zijn onderkaak was zo beweeglijk dat hij grote stukken vlees zonder kauwen, met botten en al, doorslikte. De sterke maagsappen kunnen de prooi in zijn geheel verteren. We zien uiteindelijk zo'n dertig varanen. Een behoorlijke score, vindt Ambrosius. Succes is niet gegarandeerd, zeker niet nu de rangers geen kadavers meer mogen ophangen als lokaas. Ons geluk houdt zelfs nog langer aan. Als we voor de lunch terugkeren in het kamp, liggen er twee flinke varanen tussen de palen onder het hoofdgebouw van de parkwachters. Het is inmiddels boven de dertig graden en de dieren verroeren geen vin. Ze zien er bijna aaibaar uit. Op reis met Djoser naar de Indonesische Kleine Sunda-eilanden is Komodo een van de eilanden die je bezoekt. |
Aan de informatie in deze artikelen en verhalen kunnen geen rechten ontleend worden.
Rondreis Indonesië 40 dagen Sumatra, Java, Sulawesi, de Kleine Sunda-eilanden en Bali
40-daagse Jubileumreis door Indonesië