Java en Bali: Tussen tempels en vulkanen

Java en Bali: Tussen tempels en vulkanen



Java en Bali bieden elk hun eigen inkijk in de grote cultuur- en natuurrijkdom van de Indonesische archipel. De aanblik van de Borobudur, de geheimzinnige ochtendzon op de Bromovulkaan, de rijstplanters op de sawa’s, de eetstalletjes langs de weg, de kleurrijke processies: ze maken allemaal deel uit van een onvergetelijke reiservaring.


JAVA EN BALI
Het mooie van een reis door Indonesië is dat de schoonheid van het land zich stap voor stap aan je ontvouwt. Je begint op Java doorgaans in Jakarta en dat is hoe je het wendt of keert geen hoogtepunt. Zeker, vanuit historisch oogpunt is het leuk om het oude Batavia te bekijken. Het monumentale pand waar ooit de Nederlandse gouverneur woonde is nu een museum en in de nabijgelegen haven, van waaruit ooit de specerijen naar Nederland werden verscheept, liggen altijd wel schepen waar je als bezoeker welkom bent om rond te neuzen en te zien hoe Indonesische koopvaardijfamilies leven. Maar hoe belangrijk Batavia ook was, Nederlandse ambtenaren mochten als het even kon graag afreizen naar de heuvels, waar het klimaat aangenamer is. Vandaag de dag volgen bezoekers aan Indonesië graag hun voorbeeld. Vandaar dat we de drukke Indonesische hoofdstad al na één dag verlaten en via Bogor naar Bandung reizen.



NEDERLANDS MET EEN ACCENT

Onze voorvaderen vestigden in Bogor het buitenverblijf ‘Buitenzorg’, dat later de officiële residentie van de gouverneur-generaal werd. Hij volgde daarmee het voorbeeld van Sir Stamford Raffles, die al gedurende de Britse overheersing van Oost-Indië had ontdekt dat het in Bogor prima toeven is. Raffles liet er een botanische tuin aanleggen die tot de dag van vandaag wereldberoemd is. Als we er arriveren, blijkt er een Nederlandssprekende gids klaar te staan om ons rond te leiden. Het zal ons de komende weken regelmatig gebeuren. Ruim een halve eeuw nadat we het land verlieten, zijn er nog altijd Indonesiërs die een respectabel mondje Nederlands spreken, dikwijls met een accent, beschaafder dan dat van de gemiddelde nieuwslezer. “In de tijd van de Nederlanders was Bandung de populairste stad van het land”, vertelt Vishnu, een jongeman die niet ‘een mondje’ Nederlands spreekt, maar de taal vloeiend beheerst. Zijn grootouders zaten bij het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger), thuis sprak de familie Nederlands, en ook op school volgde hij Nederlandse lessen. In gezelschap van Vishnu wandelen we door de stad, langs het park waar zijn moeder nog voor Japanse militairen piano heeft moeten spelen, en voorbij statige koloniale huizen waar ooit de kolonialen woonden. Na de onafhankelijkheid werden de panden toegewezen aan hoge militairen.

VEELZIJDIG YOGYAKARTA
Via de theeplantages rond de Puncak-pas en de openbare warmwaterbaden van Garut, gaan we naar het schiereiland Pangandaran. Pangadaran is zowel een natuurreservaat als een badplaats en geldt als een van de beroemdste beauty spots van Java. Er zijn heerlijke stranden en prima restaurants, die dagelijks hun verse vis en schaaldieren van de vismarkt halen.

In Yogyakarta, de cultuurhoofdstad van Java, maken we een nieuwe vriend. Meneer Widji Hartono Kabul, een van de beroemdste batikkunstenaars van de stad, laat ons graag zien hoe dat batiken nu eigenlijk in zijn werk gaat. Hij legt het verschil uit tussen goede batik (“die ziet u hier”) en minder goede batik (“die ziet u elders”). Hij dringt niet aan tot kopen. Hoeft ook niet, we vinden zijn werk mooi genoeg om uit eigen beweging wat aan te schaffen. De grootste bezienswaardigheid in Yogyakarta is het kraton, het paleis van de sultan. Dat bestaat uit een aantal paviljoens met binnentuinen. Terwijl wij er binnenwandelen, wordt er net een groep officieren van de sultan gehuldigd. De mannen zijn, net als de bewakers en het andere personeel van het kraton, in fraaie traditionele kledij gehuld, compleet met sarong en kris. Niet ver buiten de stad bevindt zich de Borobudur, het legendarische tempelcomplex dat eigenlijk alleen kan worden vergeleken met Angkor Wat in Cambodja en Bagan in Birma. Het boeddhistische bouwwerk, gebouwd op een hindoeïstisch fundament, heeft in zijn 1200-jarige bestaan heel wat aanslagen overleefd, zowel van terroristen als van de vulkaan Merapi. Om nog maar te zwijgen over de miljoenen toeristen die het in de loop der eeuwen hebben beklommen. Het is rustig op het complex. Veel stalletjes van souvenirverkopers zijn verlaten en ook op de trappen en tussen de klokvormige stoepa’s is het allerminst druk. Sneu voor de verkopers die hier overal rondhangen, maar de rust maakt ons bezoek extra indrukwekkend.



BIDDEN LANGS DE KANT VAN DE WEG
We rijden richting Oost-Java, waar de bevolking naast Javanen ook bestaat uit Madurezen. Vergeleken met de flegmatieke Javanen zijn de Madurezen nogal temperamentvol, zo is ons verteld. Bovendien zijn hun opvattingen over de islam wat strenger. Je doet er als westerling goed aan de kat een beetje uit de boom te kijken. Voor buitenstaanders zijn de Madurezen, naast hun iets grovere bouw, dikwijls te herkennen aan het feit dat ze zwarte hoedjes dragen. Behalve als ze naar Mekka zijn geweest, en dus hadji zijn. Dan dragen ze een wit petje. De theeplantages die in westelijk Java zo rijk vertegenwoordigd zijn, zijn hier vervangen door suikerrietplantages, soms onderbroken door rijen pindastruiken en velden waar sjalotten worden verbouwd. Zoals overal op Java is het verkeer krankzinnig druk en geldt op voorrangsgebied afwisselend de wet van de sterkste, de stomste en de gelovigste. Wij maken gebruik van de diensten van een chauffeur die zo te zien gewend is doorgaans voorzichtige westerlingen te vervoeren, want zijn rijgedrag is voorbeeldig. Af en toe houdt hij halt bij een zogeheten mushola, een klein hokje langs de kant van de weg, waar je even kunt bidden. Misschien reageert hij zo zijn frustraties over de rijstijl van zijn medeweggebruikers af, want hij blijft van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat de rust zelve.



VULKANEN EN SUPERKRATERS

Via Malang reizen we naar de Gunung Bromo. Het beklimmen van deze vulkaan is een van de hoogtepunten van elke reis naar Java. De Bromo is een 2392 meter hoge berg met een imposante krater: 800 meter doorsnede en 200 meter diep. Samen met drie andere vulkanen ligt hij in een superkrater uit de oertijd, de Caldera. Vanaf de rand van de Bromo heb je een schitterend uitzicht op het gebied, vooral bij zonsopgang. En dus staan we voor deze belevenis midden in de nacht op en rijden per jeep tot vlak bij de kraterrand. In het diffuse, maar snel krachtiger wordende roze zonlicht zien we de Caldera. Hierin bevinden zich ’s ochtends vaak nevelflarden, waardoor de vulkaantoppen zich omhoog boren. Op de achtergrond bevindt zich de Semeru, met 3676 meter de hoogte berg van Java, die elk half uur ‘ontploft’ en een grote wolk stoom en stof uitbraakt. Voor dit soort taferelen hebben ze het woord feeëriek uitgevonden.

BALI'S VERSCHILLENDE GEZICHTEN

De oversteek van Java naar Bali is een klein maar aangenaam avontuur op zich. De zee is rustig, de zon schijnt uitbundig. Het is prettig tot rust komen aan boord, na het vroege opstaan en de busrit vanaf de Bromovulkaan. Staand aan de reling voel ik mij stiekem een ‘raja laut’, een koning van de zee. We komen aan op Lovina Beach aan de relatief rustige noordkust van Bali. Hoewel het eiland al vele tientallen jaren een geliefde bestemming is voor steeds grotere groepen toeristen, heeft Bali nog altijd veel van zijn eigen identiteit weten te behouden. Natuurlijk, in badplaatsen als Kuta vind je het typische strandtoerisme, compleet met discotheken en gebronsde Australische surfboys. Maar het fraaie van Bali is dat er maar weinig voor nodig is om daaraan te ontsnappen. Op een steenworp afstand van de zon, zee en strandcultuur kun je een dansvoorstelling of een Hindoetempel bekijken, langs pittoreske sawa’s (rijstvelden) rijden waar mannen bezig zijn rijst te herplanten, of vast komen te zitten in een kleurrijke processie. Toeristen die wat neerbuigend beweren dat Bali voor hen heeft afgedaan, zijn te lui om te kijken. Dat geldt zeker ook voor Ubud, een bijna verplicht onderdeel van elk Bali-reisschema. Hier klopt nog altijd het culturele hart van het eiland. Daar doen al die toeristische faciliteiten niets aan af.



SAMEN IS BETER DAN ALLEEN

De Pura Besakih, gelegen op bijna 1000 meter hoogte, is de ‘moedertempel’ van Bali. Tempel is eigenlijk niet het juiste woord. De Pura Besakih is een geweldig complex dat uit in totaal dertig verschillende tempels bestaat, gebouwd op zeven verschillende terrassen. De weg ernaartoe, die voor een flink deel te voet moet worden afgelegd, is omzoomd met souvenirstalletjes en andere winkeltjes. In het tempelcomplex zelf zien we mensen bezig allerlei soorten versieringen te maken voor het tempelfeest. Penjor, bijvoorbeeld: decoraties vervaardigd van bamboestokken. Maar ook allerlei boetseerwerken, gemaakt uit roze, geel en groen gekleurde kleefrijst. Ook zien we een soort ingenieuze windharpen, waarin als het waait een propellertje gaat draaien, waarna er een muziekje wordt afgespeeld. Terwijl we door kampongs (dorpen) en langs sawa’s trekken, vertelt gids Ronnie, ook al in uitstekend Nederlands, over de Balinese samenleving en haar hechte sociale structuur. “Er bestaan hier allerlei verenigingen die ervoor zorgen dat mensen samen bepaalde zaken organiseren. De eenling uithangen die overal buitenstaat, is er niet bij op Bali.” Zo moet iedereen die een sawa heeft, lid zijn van de zogeheten subak: de organisatie van rijstverbouwers. Die draagt er zorg voor dat het beschikbare water eerlijk en economisch over de sawa’s wordt verdeeld. Er zijn ook organisaties die zorgen dat de dorpstempels worden onderhouden en dat het altaar of kapelletje er goed uitziet. Ronnie vervolgt: “Het is aan het bestaan van dergelijke, elkaar dikwijls overlappende organisaties te danken dat de Balinese cultuur, ondanks alle buitenlandse invloeden, veel van zijn vitaliteit heeft behouden.” Wij hebben niet anders dan bewondering. En zijn dankbaar dat we Bali op deze manier meemaken.

Met Djoser bezoek je Java en Bali op verschillende rondreizen door Indonesië, op fietsvakantie of met Djoser Family.