Waar de zon de maan ontmoet

Waar de zon de maan ontmoet

Door Matthijs Meeuwsen

Drijvende tuinen, fotogenieke fietspaden en monumentale tempels. Een bezoek aan het mystieke Sun Moon Lake is het ideale toetje van een reis door Taiwan.

Je zou Taiwan kunnen afpellen zoals de uitjes in je vissoep. In de buitenste ring de Oost-Chinese Zee, met Taiwan zelf als meest opvallende eiland. In het midden daarvan de grootste watermassa van het land: het bergmeer dat door de locals Riyue Tan wordt genoemd, maar onder het grote publiek beter bekend is als Sun Moon Lake. En in het hart daarvan ten slotte een van de meest heilige heiligdommen voor menig Taiwanees: Lalu-eiland.

Eerst het meer zelf maar. Wie vanaf de oevers over die uitgestrekte waterspiegel tuurt, kan onmogelijk voorbijgaan aan het feit dat dit een decor is van pure screensaverschoonheid. Op mistige dagen zou je volgens de plaatselijke tourgidsen de contouren van de bergen kunnen aanzien voor twee draken die om een parel knokken. Maar het meer is op zijn mooist bij een onbewolkte zonsopkomst of -ondergang, als het smaragdgroene water en de rijk beboste back-drop van kartelbergen worden gevangen in een gouden en soms zelfs dieproze gloed. Al in de 17e eeuw reisden Chinese schrijvers, dichters en schilders vanuit het hele rijk naar het kloppende hart van Taiwan om zich te laten inspireren door dit landschap. Later kwam de Japanse keizer er steevast vakantie vieren. En inmiddels vind je op en rond het meer een wonderlijke roerbakmix van dagjesmensen, backpackers en opvallende veel bruidsparen en – cheese! – hun kielzog vol huwelijksfotografen.

Boottocht
Dat Sun Moon Lake zowel onder de Taiwanezen als hun buitenlandse bezoek zo geliefd is komt niet alleen door het natuurlijke decor. Het gebied is ook van grote culturele waarde als bakermat van de Thao. Volgens de eigen overlevering trokken de jagers van dit inheemse volk ooit naar het midden van Taiwan in de achtervolging op een mysterieus wit hert. Eenmaal bij het meer zou het dier tot hun verbazing het water in zijn gedarteld, om zichzelf vrolijk om te toveren in een fee. Toen die gedaante ook nog eens opdook in de dromen van de stamoudsten, wist men genoeg: tijd om te verkassen naar de oevers van Riyue Tan.

In het water van het 27 meter diepe meer vonden de Thao meer dan genoeg vis – vooral een karper die verwarrend genoeg chili wordt genoemd – om hun zwervende bestaan voorgoed op te geven. Maar ze vonden er ook een eiland dat ze Lalu doopten, en uitriepen tot het spirituele huis van hun voorouders. Ooit was Lalu een bewoond eiland, maar in de jaren ’30 van de vorige eeuw dreef de Japanse bezitter de Thao terug naar het vasteland om een waterkrachtcentrale aan te kunnen leggen. De stijgende waterspiegel knabbelde gulzige brokken van Lalu af. Waarna een aardbeving het eilandje in 1999 nog verder reduceerde tot slechts een piepklein stukje groen, met net genoeg ruimte voor een handvol bomen en een sculptuur van een hagelwit hert. Sinds de heilige status van Lalu door de Taiwanese overheid in ere is hersteld – en de steiger voor bruidsfoto’s werd opgedoekt – is het niet meer mogelijk om voet aan wal te zetten. Toch heb je tijdens een boottocht piekfijn zicht over het bijzondere eilandje, omringd door een eerbiedige cirkel van drijvende tuinen. Wie een drone bij zich heeft – of gewoon de plattegrond bestudeert – ziet meteen hoe het Sun Moon Lake aan zijn moderne bijnaam komt. Het water ten westen van Lalu heeft tussen je ooghaartjes door wel wat weg van een sikkelvormige maan, terwijl het oosten van het meer met heel veel fantasie voor een ronde zon zou kunnen doorgaan.

Gebedshuizen
Wie na slechts een eerste kennismaking per boot alweer zijn hotelkamer opzoekt, mist een van de beste activiteiten: een tochtje rónd het meer. Sommige bezoekers snoeren hun wandelschoenen aan, maar de meeste sjokken slechts tot aan de plaatselijke fietsverhuurders. De rondweg om Sun Moon Lake duikt immer geregeld op in lijstjes van ’s werelds meest fotogenieke fietspaden. Terecht. De hele route slingert 33 kilometer heen en weer over uitstekend onderhouden betonnen vlonders, maar ook de nodige klimmetjes om de kuiten te tarten. Wie geen tijd of puf heeft om het hele rondje te voltooien kan het beste kiezen voor de prachtige etappes van Xiangshan en Yuetan, aan de westkant van het meer. Beide beginnen bij het Xiangshan Visitor Center: een architectonisch een-tweetje van golvend beton en glooiend gras. Maar het eigentijdse gebouw is op de fiets ook prima te combineren met meer traditionele trekpleisters. De tempels van Syangzang en Wenwu bijvoorbeeld, twee van de monumentale gebedshuizen die zijn opgetrokken langs het water. Of de Ci’En Pagode: een 46 meter hoog eerbetoon aan de moeder van militair leider Chiang Kai-shek. Op elk van de twaalf verdiepingen kunnen bezoekers zich vergapen aan rijkelijk versierd houtsnijwerk en dito muurschilderingen. Maar het ware hoogtepunt blijft toch het uitzicht over dat wonderschone meer.

Matthijs Meeuwsen is reisjournalist en werkzaam voor o.a. het AD, Salt, National Geographic, Traveler en de KLM.