Reisverslag Nepal & Tibet
Dag 1 en 2
Om 8.10 uur vertrokken van Schiphol en om 10.00 uur Nepalese tijd kwamen we aan in ons hotel Buddha te Kathmandu. In Nepal is 3 ½ uur later dan in Nederland en straks in Tibet komt er nog 2 ½ uur bij. Karin, Lineke, Rinie en ik zijn niet naar bed gegaan maar zijn de stad Kathmandu gaan verkennen. We hebben geld, water en fruit gehaald. ’s Middags zijn wij met zijn zevenen (Karin, Lineke, Rinie, Judith, Anita, Maurice en Agnes) naar de metropolitan city gegaan met de riksja (fietstaxi). André onze reisleider van Djoser had gezegd dat we 40 roepia kwijt zouden zijn voor dit tochtje met de riksja. Door de vermoeidheid wisten wij niet meer of dit per fiets of per persoon was. Wij hebben 40 roepia per persoon gegeven plus 20 roepia fooi, waarschijnlijk hadden deze mensen een werelddag. Veel te veel gegeven dus, maar ja daar liggen wij niet wakker van. Eenmaal op het plein hebben wij kaarten gekocht (200 roepia p.p.) om de levende godin Kumari te zien. De levende godin wordt uit een aantal vier- tot vijfjarige meisjes gekozen. Zij moet 32 goede eigenschappen hebben en haar horoscoop moet niet vloeken met die van de koning. Zij leeft in paleis op Durbar Square. Haar goddelijkheid eindigt als zij voor de eerste keer menstrueert of zichzelf verwondt, dan gaat zij terug naar haar ouders. Op het plein was het erg druk en er heerste een spanning. Rinie en ik stonden op een plateau en zagen ineens heel veel rook waarop iemand zei “is dat vuurwerk”. Nou dat was het dus niet, maar het was een traangasgranaat. Bij de ontdekking hiervan hebben wij het op een lopen gezet. Het traangas brand vreselijk in je ogen en slaat op je keel dus je wilt maar één ding en dat is zo snel mogelijk weg. Toen we eenmaal een stukje verwijderd waren van deze penibele situatie werd het tranen minder maar de ogen bleven nog wel een tijdje branden. Het plein zijn wij niet meer opgegaan maar we zijn de straatjes doorgelopen. Lineke zag er een leuk hotel en ging kijken of wij daar konden eten, dat ging en het was er zeer relaxt, er was een mooie tuin en geen herrie om ons heen. Na al dat getoeter en lawaai was dit een goede keuze. De naam van het hotel ben ik vergeten maar het is zeker een aanrader om daar te gaan eten. Kortom onze eerste dag in Kathmandu was een hele belevenis maar zeker de moeite waard.
Dag 3
Op de tweede dag in Kathmandu waren we rond 6.00 uur al wakker door het lawaai. Rond een uur of 7.00 zaten we aan het ontbijt in de mooie tuin bij het hotel. Daarna zijn we de stad ingegaan om te shoppen in de vele winkeltjes. Rond 11.15 uur hebben we weer in het hotel afgesproken om met zijn zevenen op pad te gaan. Per taxi zijn we naar de stoepa van Boudhanath (de grootste stoepa van Nepal) gegaan. Terwijl de rest van de groep rondjes om de stoepa liep zat Rinie lekker op een terrasje aan de koffie en hield hij iedereen goed in de gaten. Rond de stoepa staat een muur met honderden gebedsmolentjes. Gelovigen lopen met de wijzers van de klok mee en draaien aan de molentjes. Nadat we uitgekeken waren zijn we per taxi naar de lijkverbranding bij Pashupatinath geweest. De rituelen rond de lijkverbranding waren erg indrukwekkend. Eerst wast men de overledene in de rivier waarna de overledene in doeken wordt gewikkeld om op een draagbaar naar de crematieplaats gebracht te worden. Hier wordt de overledene op een brandstapel gelegd. Alle nabestaanden (alleen mannen) lopen driemaal met de overleden om de brandstapel voor een beter karma voor de overledene. Daarna lopen de nabestaanden nog driemaal rond de brandstapel. De oudste zoon voert de laatste rituelen uit. Voor de hindoefamilies is de zoon ontzettend belangrijk. Zonder zoon kan de laatste ceremonie niet plaatsvinden en is de ziel gedoemd tot eeuwig ronddolen. Na deze ceremonie te hebben bijgewoond zijn we teruggegaan naar de wijk Thamel waar ons hotel staat. In een restaurant hebben we ‘s avonds heerlijk met de hele groep van Djoser gegeten als kennismaking met elkaar. Inmiddels was het gaan regenen. Na het eten zijn we teruggegaan naar het hotel en even de kaartjes geschreven aan het thuisfont. Ook de tweede dag in Kathmandu was zeer geslaagd.
Dag 4
Vandaag zijn we weer naar Pashupatinath gegaan. Maar dit keer niet om een ceremonie rondom een crematie bij te wonen, maar om het jaarlijks terugkomende feest “Teej Ko Darkhane Din” bij te wonen. De vrouwen brengen offers aan hun echtgenoot en hun zondes worden weggewassen. Ze hopen dat hierdoor hun man een lang leven heeft, hen overleeft zodat ze niet alleen achterblijven. Het is dan ook een echt vrouwenfeest. De vrouwen zijn allemaal gekleed in mooie rode sari’s en lopen langs de tempel. Rond 13.00 uur zijn we vanuit Kathmandu vertrokken, we gaan nu langzaam richting Tibet. Onderweg zijn we gaan kijken in het dorpje Changu Narayan. In dit dorp staat een erg mooie hindoetempel. Het behoort ook tot het world heritage. De vrouwen waren ook aan het dansen bij de tempel in het kader van het feest. Op een gegeven moment moesten Karin en ik meedansen. Erg leuk. Na het bezoek aan het dorp hebben we een wandeling van 1 ½ uur gemaakt door de kathmandu vallei. Onderweg hadden we een erg mooi uitzicht. Na dit alles zijn we op weg gegaan richting ons hotel in het plaatsje Nagarkot waar we als het meezat een mooie zonsopkomst op ondergang konden bewonderen. Vanochtend kwam ik er achter dat ik eigenlijk jarig ben vandaag… even vergeten. Lineke, Rinie, Karin en Agnes feliciteerde me al bij het ontbijt en ze hadden leuke cadeautjes gekocht. Op dit moment zitten we met zijn allen wat te drinken en te wachten of er een fotogenieke zonsondergang voorbij komt, maar helaas het is hartstikke bewolkt. Om half 8 zijn we gaan eten in het restaurant van het hotel. Tijdens het eten kreeg ik voor mijn verjaardag een erg mooi boek over Kathmandu. En als toetje een taart met mijn naam erop. Echt super leuk! Zoiets verwacht je echt niet. Dus iedereen bedankt ik vond het geweldig.
Dag 5
De receptie had ons beloofd dat ze ons zouden wekken als de zon “mooi”op zou komen. Het hotel lag op een bergtop op 2 km hoogte en was zo gebouwd dat veel kamers een mooi uitzicht hadden. De uitkijktoren werd dit keer niet benut: het bleek bewolkt en mistig. Na een voor sommige bijzonder verkwikkende nacht kwamen de verhalen onder het ontbijt. Helma’s nachtrust werd vreet onderbroken toen ze vlak bij haar oor wat geritsel hoorden uit de rugzak die aan haar hoofdeinde stond. Een muis was al een eind met het aanvreten van haar inhoud van haar tas. Een ijselijke gil en een koelbloedige kamergenoot Ellen die met een snelle actie de tas de kamer uit probeerde te werken waren het gevolg. De muis was echter ook niet van gisteren, sprong eruit en het theater ging nog even door. Na het ontbijt werden onze tassen door een jongen die bijna net zo groot was als de tassen de bus op gesleurd. “I’m very strong you know” riep hij nog. De bus was intussen gekeerd en we reden de prachtige weg terug en vervolgens naar Bhaktapur, een historische stad met een indrukwekkend centrum. Veel rode bakstenen huizen met houdsnijwerk, tempels, pagoden. Hier werden we vier uur losgelaten en was je vrij om de in je eigen tempo de stad op je gemak te bekijken. Prima koffie, Nepalees voedsel was gek genoeg een factor 2 tot 3 duurder op de menukaart. In september zijn er relatief minder toeristen en kun je overal je gang gaan. Veel mensen die met je willen praten, meestal om iets te verkopen. Telkens die man met de grote snor en die zilveren voortand die je zo’n slagersmes wilde verkopen…”how are you sir? Only one dollar..”. Agnes wilde een bijzonder artistiek muziekinstrument kopen, een schaaltje waar je door er met een stokje aan te aaien, zo’n mooi zoemend geluid kon krijgen. Toen ze het bedrag was overeengekomen bleek dat het stokje niet was inbegrepen bij de prijs. Kinderen die opmerkelijk goed engels spraken. Een aantal die ’s avonds naar een “painting school” gingen. Veel klei- en potterbakkers en natuurlijk die man met snor die ook steeds weer komt. Zou het aan mijn veldfles liggen dat hij in mijn een potentiële klant ziet? Na onze clubsandwich met cola erbij kwam Anita enigszins benauwd terug van het toilet. “ik ga echt niet op dat stinkhok, ik houd het wel op voor later….”.Omdat het bij ons mannen volk wat makkelijk gaat besloot ik toch gebruik van het toilet te maken. Susan ook een reisgenoot stond er te wachten. Ze verzekerde mij dat het toilet bij de busparkeerplaats een stuk heftiger was, rondrennende beesten zou je hier niet aantreffen. Om een lang verhaal kort te maken vond Anita later bij een restaurant met lommerrijk terras een stijlvol en brandschoon wit betegeld toilet met warm en koud water een grote spiegel waar ze haar contactlens kon herstellen. Onze reisleider André drukte ons al tijdens de busrit naar ons hotel op ons hart, ons vooral niet te vergrijpen aan de drank (over de vrouwen hield hij wijselijk zijn mond). We zouden namelijk de hoogte ingaan. Het lichaam moet dan voldoende rode bloedcellen aanmaken om je niet naar adem te laten snakken als je er eenmaal bent. Voor de poort van het hotel afgezet moesten we een uit de hand gelopen rood bakstenen trappetje op, uiteindelijk slechts honderden treden. Kwiek droegen de bediende van het hotel tassen tegelijk de berg op, waar wij uitgeput met de tong op ons derde knoopsgat werden onthaald met frisdrank van het huis (“what case sir? I’m strong, you know.”) Als ik dit schrijf, kijk ik naar een adembenemend uitzicht vanaf ons lodge’s balkon, op een bergketen aan de horizon, die rozerood oplicht in een warme gloed. Het is tijd om te gaan eten.
Dag 6,
Op weg naar Tibet. Allereerst dit, ik heb veel respect voor moederaarde, maar wat ik vandaag heb ervaren is echt overweldigend. Wat moeder aarde mij laat zien, daar wordt je helemaal stil van. Maar laat ik beginnen bij het begin. Na een heerlijk ontbijt en een lunch mee voor onderweg. Vroeg begonnen om de trappen af te lopen, arriveerde ik bij de bus. Om 7.00 uur zat ik samen met Silvia verwachtingsvol in de bus, op weg naar het volgende avontuur. Het is voor mij bijna niet te beschreven hoe overweldigend de bergen zijn, en hun bewoners. Het leven in de bergen rondom de rivier met hun bewoners is vandaag aan mij voorbij getrokken. Mensen die bezig zijn in deze omstandigheden te overleven. Zichzelf aan het wassen, was aan het doen, het is fantastisch om te zien. Het doet je ook realiseren dat je leven in Nederland wel een stuk makkelijker is. Gereden door een geweldige chauffeur komen wij bij de grens Nepal-Tibet. Na een plaspauze te hebben gehouden en onze lunch te hebben gegeten kregen wij na een half uur al toestemming om de grens over te steken. Op onze pasporten stond een nummer en op die volgorde moesten wij ons ook opstellen. Ik had nummer 2 en Silvia nummer 3, en zo gingen wij met zijn tweeën en natuurlijk met de rest van de groep de grens over. Aangekomen bij de grens moest iedereen één voor één zijn paspoort laten zien, en je wilt het niet geloven, de douanebeambte verzocht ons naar voren te komen met ons hoofd om onze temperatuur op te meten. Wij werden goed gezond gevonden om de grens met Tibet over te steken. Daar liepen wij dan met onze rugzak op naar Tibet. De zon scheen flinke op onze bolletjes. Na een flinke klim arriveerde wij bij onze nieuwe bus, nieuwe chauffeur en gids. Even weer passen en meten en daar vertrokken we weer, maar nu Tibet in. En wat we vandaag tegen zijn gekomen kan ik met deze pen niet beschrijven. Zo geweldig mooi, maar ook spannend, zeker de weg waar wij op reden. Verschillende plaspauzes gehouden (ik vertel maar niet hoe dit ging maar het luchtte wel op). Ik heb vandaag nog nooit zo vaak mijn paspoort laten zien maar het verliep allemaal bijzonder snel. Tegen half 7 arriveerde wij op onze eerste overnachtingplaats in Tibet. Geweldig. Silvia en ik hebben een fantastische kleurrijke kamer, met een prachtig beschilderd bed en tafel. Heerlijk gegeten en ons klaargemaakt voor de nacht, het is net als op de camping. Voldaan leggen wij ons hoofd te rusten en dromen van onze verdere avonturen in Tibet. De bergen van Tibet staan op mijn netvlies gebrand.
Dag 7
Vandaag alweer de zevende dag van onze geweldige reis door Nepal en Tibet. Onze eerste overnachting in Tibet zijn we allemaal redelijk goed doorgekomen, al werden sommige van ons uit hun slaap gehouden door een luid blaffende hond. Zelfs na een uur blaffen was hij nog niet schor. Om 8.00 uur zat iedereen alweer aan het ontbijt en stipt om 9.00 uur konden we vertrekken. Na ongeveer 10 minuten rijden kwamen we bij Milarapa meditation cave of Penling Monastery. Dit was een klein klooster die we na afdaling van trappen van binnen hebben bekeken. Tijdens het teruglopen naar de bus kon je al merken dat we op hoogte waren, hen ging allemaal niet zo snel meer en een sprintje trekken was niet mogelijk zonder buitenadem te raken. Na natuurlijk de nodige foto’s te hebben geschoten van dit eerste klooster wat we in Tibet hebben bezocht nam iedereen weer plaats in de bus om onze reis te vervolgen. We reden door een prachtig landschap over de friendship highway steeds verder richting Lhasa. Na de nodige plasstops kwamen we bij de La-lung pas gelegen op 5200 meter. Natuurlijk was deze stop goed voor vele foto’s. Prachtige besneeuwde bergtoppen zoals ik ze nog nooit eerder gezien heb. Overal wapperde gebedsvlaggetjes in de wind zodat op deze manier de gebeden de hemel kunnen bereiken. Offerstenen zie je overal liggen, deze worden door reizigers achtergelaten om de goden bescherming te vragen tijdens hun reis. Natuurlijk hebben wij ook een steen achtergelaten en we hopen dan ook dat we veilig in Lhasa aankomen en uiteindelijk weer in Nederland. Na deze werkelijk schitterde omgeving in ons op te hebben genomen vervolgen wij onze busrit richting Tingri. Hier komen we rond 14.30 uur aan. Tingri ligt op 4500 meter en we overnachten daar in een eenvoudig hotel. Geen douche en toilet op de kamer maar een gezamenlijk gat in de grond waar een niet echt lekkere geur vanaf komt. De meeste van de groep hebben toch wel last van de hoogte, sommige zijn misselijk, andere hebben weer hoofdpijn. Iedereen gebruikt de rest van de middag dan ook om bij te komen, op zijn bed of zittend in de zon of schaduw. Het uitzicht wat we hier hebben is wederom prachtig want we hebben nu een duidelijk zicht op de Mount Everest. Op tijd schuiven we aan voor een eenvoudige maaltijd in de eetzaal van het Guesthouse om vervolgens vroeg naar bed te gaan.
Dag 8
Vanochtend om 05.30 uur opgestaan na een gebroken nacht. Bijna iedereen was brak en menigeen sloeg het ontbijt over. Eindelijk met zijn allen de bus en op weg naar Shigatse waar volgens André een geweldig hotel op ons stond te wachten. Meteen toen de bus de weg opdraaide begon het gehobbel en vlak daarna werd de Friendship Highway de Hellway want de enige link met highway was dat deze over een pas van 5220 meter ging. Vanwege wegwerkzaamheden zou de reisduur met 5 uur worden verlengd,want om de 500 meter was er een wegomlegging soms zo heftig dat de bus vast kwam en iedereen eruit moest. Om 16.00 uur, na 155 km gestuiter kwamen we aan in het plaatsje Laks voor een lunch en eventueel een fruithapje, wat gekocht kon worden op de plaatselijke markt. Na de lunch vervolgde we de weg met eerst nog 100 km onverhard en 85 km asfaltweg met een schitterend uitzicht over de bergen. In het donker kwamen we aan in Shigatse waar we stopten bij een mooi hotel. Alles was even luxe en in de kamers stonden heerlijke bedden met een dik dekbed. Iedereen was verreist en dook op tijd het bed in, sommige gingen nog wat eten in het restaurant van het hotel. Al met al was het een hele zware dag met mooie momenten zoals de bergpas van 5220 meter, de besneeuwde bergtoppen en de imposante Mount Everest van 8850 meter hoog.
Dag 9
Vandaag heerlijk uitgeslapen in het luxe Holyland hotel in Shigatse. Na twee dagen primitief onderdak is dit fantastisch. Om 09.00 uur ontbeten en vervolgens met de bus naar de bank gereden om geld te wisselen. Daarna zijn we naar het Tashilumpo klooster gereden. Hier kregen we een rondleiding van de gids. Het Tashilumpo, winderig geluksplaats, werd in 1447 gesticht door de eerste dalai lama en is in 1642 de zetel geworden van de panchen lama’s. De architectuur van het klooster is prachtig. De monniken zijn te herkennen aan hun rode toga’s. In de tempel mogen alleen foto’s gemaakt worden voor 150 yuan per foto. ’s Middags konden we terugkomen om een meditatie bij te wonen. Sommige van de groep hebben dat gedaan. Na het tempelbezoek hebben we de kora gelopen. Dit is de weg rondom het klooster langs de gebedsmolens. Hier heerste rust en sereniteit, een moment opname van het authentieke Tibet. Aan het einde van de kora kwamen we in het Tibetaanse gedeelte van Shigatse. Hier was de markt. Je vindt er werkelijk van alles, van toeristenspulletjes tot voorwerpen uit het dagelijkse Tibetaanse leven, vlees (met zwermen vliegen) tot kleren en hoeden. We hebben hier nog sieradendoosje gekocht na veel afdingen. We moesten wel 5 keer langslopen voordat de verkoopster toegaf en uiteindelijk hebben we de ½ helft betaald van het startbedrag. Rond een uur of twee zijn we gaan lunchen bij restaurant Thasi. Hier hebben we heerlijk gegeten. Toen we de rekening kregen stond er 945 yuan op als totaal bedrag. Dus wij betaalden 9 biljetten van 100 en één van 50 yuan. Na even alles te hebben nagerekend bleek dat we maar 94,50 moesten betalen. ’s Avonds zijn we hier weer gaan eten met een paar mensen van de groep. Toen we na het eten nog even na zaten te praten liepen de ratten om ons heen, maar hopen dat het jakvlees wat Maurice besteld had ook daadwerkelijk jakvlees was. Om 22.30 uur zijn we heerlijk gaan slapen.
Dag 10
Vandaag wederom lekker uitgeslapen. Het vertrek naar Gyantse is om 9.30 uur gepland. Na een strak geregisseerd, op zijn chinees dan, ontbijt was het tijd dit superhotel te verlaten. Een schuldgevoel dat we in dit hotel hebben overnacht? Echt niet, dit hadden we verdiend!!!! Maar het is tijd om onze weg richting Lasha te vervolgen, benieuwd of we een dergelijk luxe hotel nog tegenkomen. Vandaag maar een klein stukje, slechts ca. 90 km. Onderweg bezoeken we een lokale boerenfamilie. De weg brengt ons door een mooie vallei, met veel goed gecultiveerde akkergronden. Aangekomen bij de locale familie gaan we het boerenbedrijfje binnen onder veel geblaf van de hond. De familie, man, vrouw en twee kinderen hebben het voor deze regio aardig voor elkaar. Huis met binnenplaats, waterput, woonkamer en een mooi ingerichte kapel. Zowaar treffen we hier foto’s van de Dalai Lama aan. Door de familie worden ons jakthee, lokaal bier en jakkaas aangeboden. Er wordt gedeeld gereageerd op de smaak van de typische jakthee. We nemen afscheid van de lokale familie door het geven van diverse meegenomen cadeaus. We vervolgen onze weg richting Gyantse. Vlak bij Gyantse zien we het Gyantse Dzong al hoog boven Gyantse uitsteken. Aan gekomen bij het Gynatse hotel verbazen wij ons wederom aan de luxe, het ziet er weer fantastisch uit. We zoeken de kamers op om de bagage te dumpen, om vervolgens Gyantse te verkennen. We dwalen door de brede straten en belanden uiteindelijk wederom in het Tashi restaurant, zowaar zitten hier meerdere Nederlandse reizigers. Het Tashi restaurant blijkt steeds weer een restaurant te zijn waar de rekening nauwkeurig dient te worden gecontroleerd. Verbazend om te constateren hoe de diverse restaurants hun eigen praktijken hebben. Ditmaal blijkt naast onze tafel van 6 personen ook het door André genuttigde eten op de rekening te staan. André zat echter apart aan een andere tafel, kan natuurlijk maar zeg het er even bij. Vervolgens teruggelopen naar het hotel om, om 15.00 uur met de bus te vertrekken naar Pelkor Klooster. Na de inmiddels bekende Chinese organisatie kwaliteiten te hebben overwonnen, geen tickets en geen of nauwelijks wisselgeld, met onze eigen gids een ronde gelopen door het werkelijk prachtige klooster. Vervolgens op eigen gelegenheid de Kumbum beklommen, veel kapellen en een donkere trap in het midden brengt je naar de 6 verdiepingen van de Kumbum, “op oogniveau” van de Kumbum. Een mooi uitzicht over de omgeving en het stadje. Vervolgens zijn we langzaam teruggelopen naar het hotel. De mogelijkheid het fort (dzong) te beklimmen hebben we maar overgeslagen. De hoogte blijkt de kracht uit onze benen te hebben genomen. Even hebben we onze rust genomen om weer op krachten te komen. ’s Avonds wederom gegeten in Tashi restaurant, ditmaal lijkt het er zelfs op dat de rekening in ons voordeel was opgesteld. Op de terugweg even in de karaoke bar gekeken, wel muziek maar verder geen enkel leven. Dan de hotelbar maar eens opzoeken. Een amusant poolspel van vele “toptalenten”doen de overige hotelgasten versteld staan. 23.00 uur tijd om de kamers op te zoeken, morgen wacht wederom een zware reisdag richting Tsetang.
Dag 11
Er van uitgaande dat 8.00 uur de juiste tijd was, waren we allemaal netjes op tijd. Nieuw water ingeslagen, de haren zitten goed, op naar Tsetang. Een 9 uur durende reis, 350 km, maar niet zo’n slechte weg als naar Shigatse zegt André, en dat is hem geraden ook. We verlaten stapvoets Gyantse, de naar school gaande kinderen zwaaien en wij zwaaien met de slaap nog in de ogen terug. De zon is net op en doet een wedstrijdje met de schaduw op de bergen wie zich het hardst kan laten gelden en dat geeft een schitterend uitzicht op het landschap. De kleuren van het dal wisselen af, van zeer groen waar het schijnbaar vruchtbaar is, het geel (droger dus) het zand en stenen. We stoppen op de Similia-pas, 4300 meter. Een werkelijk schitterend uitzicht op de bergen met in het dal een super turkooizen meer, “lake Mala”. Als we verder rijden mogen we ijskappen aanschouwen. We stoppen natuurlijk regelmatig voor de zg. plas-knip-paf pauze. Helaas wordt ons geknip en gefilm wreed verstoord door een Duitse bus die zonodig 400 meter voor ons moet gaan staan, wolken stof achterlaat, en ons dus het zicht beneemt. Dat kunnen wij ook, en halen hun dus volle vaart in, met veel opwaaiend stof tot gevolg. Helaas was het te hoog om sneeuwballen te gaan maken, maar de motivatie was er. De hoogste pas Barola, 5000 meter, maar stoppen we niet meer voor. Wel voor een dorpje onder de sneeuwtoppen. We knippen jaks, lui met schapen, landschappen, maar a.u.b. wel betalen. Er zijn meerdere dorpjes die we onderweg tegenkomen. De meeste leven van wat landbouw en jaks, van sommige vraag je het je af waar ze in godsnaam van leven op zo’n vlakte. Heel vroeg in de middag stoppen we in een dorpje voor de lunch. Als de magen vol zijn en de blazen leeg vervolgen we onze weg en kijk, die is geasfalteerd en gloednieuw. Hij gaat langs het prachtige Yamdrok-tso meer. Eén van de 4 heilige meren van Tibet. Door een gevaarlijke manoeuvre van een tegenligger hadden we er al haast met bus en al ingelegen. Het meer is prachtig turkooizen , ligt 4488 meter hoog en omringt door bergen met in de verte besneeuwde toppen. Op de Kamba-La pas 4749 meter hebben we een prachtig uitzicht. Hier worden we belaagd door mensen met versierde jaks, honden en schapen die voor geld op de foto willen. De jaks zijn middels een touw door de neusgaten onder controle te houden. Door deze dierenmishandeling heeft Wendy al mot met zo’n knul. De Tibetanen zien er qua uiterlijk vind ik uit als een kruising tussen Chineesachtige en Maja, breed gezicht, hoog voorhoofd, jukbeenderen hoog en verweerde huid. De weg is lang dus doezel ik in, als ik wakker wordt is er altijd weer het prachtige landschap, bergen soms rotsig soms begroeid en sinds het meer is er een rivier, volgens mij de Yalung-Tsangpo, bij gekomen. Inderdaad de mooiste rit tot nu. Het hotel is chinees, groot en jarig. Alles is oké inclusief sanitair. Helaas zijn er volgens André maar een paar restaurants die toeristen accepteren. Naar een van de aanbevolen restaurants gaan wij, Hans, Astrid, Linda, Remco, Leon en ik heen. Volgens andere van de groep die er al vroeger zijn gaan eten word je in een apart kamertje gezet en krijg je voor 40 yuan een stuk of 4 gerechten. Dat geld niet helemaal voor ons. Wij mogen in de grote zaal, de rest klopt aardig maar we hebben binnen 45 minuten gegeten, betaald en we staan alweer buiten. Chinees fast food. We gaan op zoek naar koffie en een pooltafel. Tegenover het hotel moet het zijn: sauna & health club maar dat begrip is heel breed. Er is een bowling baan, geen koffie, pingpongen, fitness een dubieuze roodverlichte 2e verdieping, massage en ja hoor bovenaan weggestopt een pooltafel maar geen koffie. We gaan ons geluk beproeven in de Jakbar tegenover het hotel. Is best gezellig, wel wat vreemd maar de wijn is goed, het bier koud en alles geserveerd in sherryglazen. Een goede afsluiting van een mooie dag.
Dag 12
Dan maar geen………… O, nee dat komt nog! Heerlijk uitgeslapen vanmorgen. Bus vertrok pas om 9.30 uur. Instant koffie en koekjes als ontbijt op de kamer. Ontbijtbuffet in het hotel erg duur en ontbijt al la carte is onmogelijk vanwege het 20 jarige bestaan van het hotel. Volledig chinees feestje dus. Dan maar geen ontbijt…. Na een korte reflectie van Latin America in z’n geheel en Cuba en Ché in het bijzonder vertrekken we naar het Yumbulagang klooster. Dit is niet zomaar het eerste het beste belangrijkste klooster of het grootste klooster zelfs niet het kleinste of hoogste klooster, nee we gaan vanmorgen naar het oudste klooster van Tibet. Ooit het paleis van de eerste koning van Tibet voordat deze “ bescheidenheid boven alles” lieten varen en liever wat ruimer in Lhasa wilden verblijven. Het beloofd wat te worden dus. En jawel…’n juweeltje zoals men zo mooi zegt. Waanzinnig gelegen op de top een heuveltje (beklimmen blijft leuk op 3100 m. hoogte) ligt een sfeervol klein kloostertje. Een paar raampjes links en rechts erbij en je zou er zo willen wonen. Helaas is de 450 yuan voor een videocamera ietwat overtrokken, maar dat mag de pret niet drukken. Fantastisch uitzicht over de Yanlung vallei. Zeer de moeite waard dus. Over de rest van Tsedang kan ik kort zijn. Sfeerloze, onvriendelijke Chinese provinciestad met zijn eigen Tibetaanse getto. Inclusief de nodige alcoholisten op straat en werkloze toekijkers bij de ingang van de old Tibetan city straten. Restaurants serveren bij voorkeur geen toeristen en zodra ze wel willen serveren loop je tegen de taalbarrière aan. Dan maar geen lunch. De supermarkt biedt uitkomst. Dan maar een uitrustmiddag binnen de hotelmuren, muziekje luisteren, boek lezen, de was doen, kortom wat je zo al kunt verzinnen binnen 4 muren. Dankzij het enorme aanbod van de Chinese televisie word je creatief. Op het einde van de middag even uitwaaien in de hoteltuin. Althans dat was het idee. Maar hé, “this is China of was het nou toch Tibet?”In de tuin vallen we midden in een Chinees onder onsje vanwege de jubileumfestiviteiten. Vakkundig worden we in een hoekje gemanoeuvreerd en na een lauwe instantkoffie van 25 yuan hoffelijk genegeerd. De Chinese mannen in pak (vrouwen serveren uiteraard en lachen) drinken op hun broederschap met warme “Badweiser” in portglaasjes. Tijd om te vertrekken dus. Wil al bijna zeggen, dan maar geen diner, maar dat is wat voorbarig. Het wordt het meest bizarre etentje ooit. Er blijkt geen plaats meer te zijn in het beste restaurant van Tsedang, echter niet getreurd, via de mobiletelefoon (hé “This is Tibet, of was het nou toch China?) wordt een vervangende locatie gezocht, ongeveer 5 minuten lopen verderop in de straat. Normaal gesproken zouden we dit lokaal absoluut hebben vermeden, maar nadat ons is verzekerd dat de keuken van deze locatie niet zal worden gebruikt gaan we iet wat “confused” toch zitten. In allerijl wordt een wordt een soort tafeltje-dek-je opgezet via de telefoon, de mobiletelefoon en 2 fietsen. We bestellen bij locatie 1 en krijgen geserveerd in locatie 2. Lang leve de fietsmandjes. Heerlijk gegeten overigens maar dat was eigenlijk allang bijzaak. Daarna volgt een heerlijk avondje stappen in de Jakbar tegenover het hotel. Warme Badweiser uit portglaasjes geserveerd door giechelende meisjes. Al met al een erg leuke dag dus weer.
Dag 13
De bedoeling was vanochtend om 8.30 uur te vertrekken. Maar omdat Judith en Lineke het nodig vonden om de gezichtshanddoekjes te verstoppen voor de schoonmakers duurde het een half uur langer voordat de bus zijn motor kon starten. Op zich vond ik dat niet zo erg, want het werd nogal laat gisteravond in de Jakbar. Dus kon ik nog even een dutje doen. Lag ik eindelijk lekker te slapen stopte we om met een antiek uit de oertijd afkomstige boot naar een klooster te gaan. Waren we na een uur op een houtenplankje te hebben gezeten eindelijk aan de overkant, stond daar een bus op ons te wachten waar sterk ruikende Tibetaanse locals inzaten. De bus hobbelde zo erg dat je af en toe een halve meter de lucht in schoot. Na daar een half uur in te hebben gezeten kwamen we bij een groot klooster aan, Samyeklooster genaamd. We waren nog niet 1 minuut binnen of ze begonnen gelijk massaal te bidden. Dat was heel mooi om te zien. Je zag ook toeters van ongeveer 2 meter lang die ze konden inkorten tot 50 cm. Het was een indrukwekkende gebeurtenis. Rond 12 uur zijn we gaan lunchen bij het klooster. Ik had, dacht ik, gebakken aardappel besteld, NOT! Ik kreeg heel dun gesneden aardappels dat op konijnenvoer leek, niet te eten. Uiteindelijk zat ik dus maar aan de patat. Om 14.00 uur werd het tijd om weer met dezelfde bus (deze keer zonder stinkende locals) weer terug te rijden naar de boot. Na de bootreis zijn we weer in onze eigen bus terecht gekomen. Het duurde ongeveer 2,5 uur voordat we in Lhasa aankwamen. ’s Avonds zijn we in restaurant Dunya wat gaan eten. Dunya heeft de beste kipsaté van heel China en dat moesten we dus uitproberen. En het is waar, het is echt de beste kipsaté die ik ooit gegeten heb. Het leuke is dat de eigenaar van Dunya een Nederlander is. Dat was het weer voor vandaag.
Dag 14
We zijn vanochtend met zijn alle onder begeleiding van onze gids naar het Potala paleis geweest. Dit moest het geestelijke hoogtepunt van de reis worden, en dat werd het ook. Ons lichamelijke hoogtepunt hadden we al enkel dagen geleden bereikt, toen we met de bus over een bergpas van 5200 meter reden. De Potala is deels paleis deels klooster. Er wonen slechts 80 monniken, die een beetje voor de schoonmaak zorgen. Het grootse deel van de Potala is niet opengesteld voor bezoekers. Jammer, want als er ergens een bordje met “STOP” erop zie dan ben ik juist nieuwsgierig wat erachter zit. Ik ga niet kijken, want een nacht in een Chinese gevangenis lijkt met ook niets. De Potala, wat moet ik er van zeggen. Op zich een van de mooiste gebouwen die ik ooit heb gezien. Zowel van binnen als van buiten. Ik zou er zo uren in mijn eentje kunnen rondlopen. Ik schrok echter van de overdaad aan weelde en rijkdommen van het boeddhisme en graftombes van de daar begraven dalai lama’s. Tombes bewerkt met goud, koraal, edelstenen, parels en noem maar op. De één met 400 kg goud, de ander 1500 kg. Ik dacht dat het boeddhisme juist in het teken van soberheid stond, wat een afknapper zeg. Ik denk dat als de huidige dalai lama zich ook in zoveel pracht en praal laat begraven, dat ik wederom afknap op een geloof/filosofie. Nou ik kan je natuurlijk zeggen dat ze dat zelf niet willen, maar ze hebben het voor een groot deel toch zelf in de hand. Ook van de monniken heb ik geen hoge pet meer op. Laat ze zich met iets nuttigs bezighouden. Ze hangen een beetje rond bij de kloosters, bedelen, gaan dan bidden (mompelen een paar uur uit wat boekjes) en gaan dan weer door met wat ze daarvoor ook deden. En dat 3 keer per dag. Laat zij voor de armen zorgen in plaats van dat de armen voor hun zorgen. Monniken met gouden horloges om die motorrijden en in het casino rondhangen, dat kan er bij mij niet in. Wordt het niet eens tijd dat Mohammed, Jezus boeddha om tafel gaan zitten en de mensheid ervan overtuigen dat ze helemaal verkeer, Brahma en d bezig zijn. Zou boeddha het willen dat de mensen staan, zich languit laten vallen, met hun hoofd de grond aanraken, vervolgens weer opstaan om dezelfde procedure urenlang vol te houden? NEE!! Zou boeddha het willen dat er gigantisch veel monumenten ter gelegenheid van hen worden opgericht, die miljarden kosten? NEE!! Zou Jezus het willen dat miljoenen mensen in Lourdes en Fatima kruipend afstanden van honderden meters afleggen?? NEE!!. Zou Jezus het willen dat er voor miljarden aan overdadige gebedshuizen voor hem worden gebouwd? NEE!! Ik hoef niet alles te herhalen, maar je kunt uiteraard ook hetzelfde beweren over Mohammed. Over het Hindoeïsme, kan ik niet zo goed oordelen, omdat daar teveel soorten en stromingen van bestaan. Uiteraard hebben wij die dag nog andere dingen gedaan, maar het lijkt mij niet het juiste moment om daar verder op in te gaan.
Dag 15,
Nu ca. 5 dagen last van een ontsteking onder mijn kies, toch maar besloten om er even naar te laten kijken, we zitten nu immers weer in de bewoonde wereld, tot de enkele tandartsstoelen die ik de afgelopen dagen hebben gezien voelde ik me niet echt aangetrokken. André, onze reisleider, heeft contact opgenomen met de agent van Djoser om een bezoek aan een tandarts te plannen. Tevens zou een tolk wellicht ook wel van pas komen, met mijn kennis van de Chinese taal is het snel gebeurd. Uiteindelijk blijkt er een afspraak om 15:00 uur te zijn gemaakt bij een tandarts in het “People Hostital”, de plaatselijk agent gaat mee als tolk. We hebben uiteindelijk besloten om met zijn drieën mee te gaan, Remco, André en het patiëntje. We treffen de agent in de lobby van het Mandala Hotel, het ziekenhuis blijkt niet ver te zijn en we lopen een stukje om vervolgens met de fietstaxi naar het ziekenhuis te rijden.
Remco en André in de ene taxi, het patiëntje en de agent in de andere fietstaxi. Vlak bij het ziekenhuis dacht onze trappende Tibetaan nog een stukje af te snijden door de toch al vrij drukke kruising eveneens kruislings over te steken. Dit was geen strakke actie, we werden namelijk door de plaatselijk bromsnor naar de kant verwezen. Chinese woorden gingen heen en weer, ik kon er niets van verstaan, maar het ging niet over het eten van vanavond. De politieagent pakte iets van onze chauffeur af , wellicht een identiteitskaart of iets dergelijks. Onze chauffeur keek in ieder geval heel beteuterd. Onze Chinese tolk gaf hem wat geld en we hebben onze weg lopen vervolgd. Bij het ziekenhuis aangekomen wordt geïnformeerd waar we moeten zijn, we worden naar een kleiner gebouw naast het ziekenhuis verwezen. We volgen een vaag pad tussen de gebouwen door, links en rechts veel troep en afval op de grond, als dit maar goed komt. We komen bij de receptie van het gebouw, achter een klein raampje met tralies zitten twee assistentes. Hier moet ik me in laten schrijven. Na het opschrijven van mijn naam worden de westerse tekens stuk voor stuk vertaald in het chinees. Links en rechts steken mensen hun hand met wat geld door het toch al zo kleine raampje, blijkbaar moeten deze mensen betalen voor de genoten zorg. Na betaling van een paar Yuan ben ik ingeschreven en gaan we op zoek naar de behandelkamer. Ik weet het niet, de Chinese organisatie zijn we inmiddels wel gewend, maar ik krijg hier geen goed gevoel bij. Na zwerven door het ziekenhuis trap op trap af, kamer door en nog één…uiteindelijk met de trap naar beneden. We zijn aangekomen in de tandartspraktijk…ai…dat ziet er niet goed uit. Drie stoelen naast elkaar, 3 tandartsen en nog enkele personen welke waarschijnlijk als ondersteuning van de patiënten zijn meegekomen. De behandelkamer doet tevens dienst als wachtkamer. We staan met zijn drieën gebroederlijk naast elkaar en zien het hele schouwspel vol verbazing aan. In de middelste stoel ligt een Tibetaanse patiënt in de stoel, er wordt getracht met een soort beitel en hamer een kies te kloven om deze vervolgens te trekken. Nadat de kies in het bakje verdwijnt lijkt het erop alsof de patiënt zijn bewustzijn heeft verloren. Een paar tikjes links en rechts op het gezicht breng weer wat leven in de patiënt. Aan de linkerzijde horen we de tandartsboor…ja, hier wordt gewerkt. Ik kijk naar rechts en zie een wit koppie onder zwarte lokken, en even wit neusje onder een donkere zonnebril. André kan het niet meer aanzien, excuseert zich om vervolgens buiten op ons te wachten. Even later krijgt Remco het ook warm en benauwd en verlaat de ruimte. Daar zit je dan in een ver land, achtergelaten door een reisleider en een vriend, en onbekende chinees als tolk. De Tibetaanse patiënt verlaat de stoel en mij wordt vriendelijk gevraagd plaats te nemen in de stoel. Links en rechts zit nog bloed op de stoel en voorzichtig neem ik plaats. De hygiëne laat veel te wensen over er worden geen handschoen gedragen door de vrouwelijk tandarts, na een korte inspectie wordt via de tolk gemeld dat de vulling van de betreffende kies moet worden opgemaakt. Nou…dat dacht ik niet….dat gaat hier niet gebeuren!!! Ik vraag om of het mogelijk is antibiotica voor te schrijven. Na wat gepraat wordt er inderdaad een recept uitgeschreven. Aanpakken en wegwezen dacht ik maar. We verlaten de kamer en buiten staan “de helden” op me te wachten. We lopen naar de apotheek, soort van, betalen de medicijnen en verlaten het ziekenhuis. Nee…hier dient een westerse avonturier niet te komen. Het is een manier van reizen, maar of dit de juiste is? Antibiotica….ook mijn biertje nog laten staan de komende dagen…soms zit het mee, soms zit het tegen.
Dag 16
Vandaag om 9 uur opgestaan. Ik was al wat vroeger wakker ondanks de vele Australische wijntjes van gisteravond in café Dunya. Wij hebben een kamer langs de pelgrims route. De mensen komen van heinde en verre en beginnen de kora al te lopen rond zeven uur. Ze zeggen mantra’s op en draaien hun gebedsmolentjes in het rond en offeren yakboter en takjes. Sommige gelovigen werpen zich de gehele kora route ter aarde, dit betekend soms dat ze zich meer dan 1500 keer laten vallen op de grond. Elke keer als ze weer omhoog komen doen ze maar 1 stapje opzij en werpen zich weer ter aarde. Hier doen zelfs hele oude mensen aan mee die amper overeind kunnen komen. Het is zeer indrukwekkend om te zien hoe mensen opgaan in hun geloof. ‘s Morgens zijn we eerst heerlijke boterhammen met ei gaan eten bij Dunya en vervolgens hebben we nog een rondje gelopen langs de vele marktkraampjes aan de khora. Je hoort overal lookie lookie, very cheap, special price! De verkopers proberen het elke keer weer. Onderweg hebben we nog een sierraden doosje gekocht, armbanden en een paar sjaals.. Langs de kora zijn ook een paar kunst galeries. Hier vind je zeer mooie schilderijen, waarschijnlijk van een Tibetaanse kunstenaar want de prijzen zijn helaas ook zeer hoog. In een klein winkeltje hebben we voor een prikkie 2 winterjassen van Northface gekocht en twee windstoppers. Het kost hier echt geen drol maar ja we weten natuurlijk niet of ze lang meegaan. We hebben nog even een blik geworpen in het authentieke Tibetaanse ziekenhuis. Hier zag het er erg schoon uit ondanks de ouderwetse zuurstofflessen hingen er zelfs zeer moderne plakkaten over tandverzorging. Niet te geloven en dan sturen ze Hans naar een “normaal” Tibetaans ziekenhuis! Nog even op een terrasje gezeten met uitzicht over het Bahkor plein en de pelgrims en toeristen bekeken onder het genot van een colaatje. Hier zaten veel locals die ons enorm aanstaarden, waarschijnlijk door onze harige armen.
Rond 2 uur vertrekken we met een paar medereizigers naar het blinden instituut in Lasha. Toevallig heb ik deze zomer het boek: Mijn weg leidt naar Tibet gelezen. Dit is autobiografie van de Duitse Sabriye Tenberken, de oprichtster van dit trainingscentrum. Het is een indrukwekkend boek over hoe Sabriye (zelf blind) alleen door Tibet trok op zoek naar blinde kinderen. Het schokt haar zo om blinde kinderen te vinden die zijn vastgebonden aan hun bed zodat ze niemand tot last zijn, dat ze een instituut wil opzetten. Voor de blinde kinderen bestond er tot in 1998 geen mogelijkheid onderwijs te volgen. In vergelijking met de andere gebieden in de wereld ligt het percentage van blinden in de regio van Tibet ver boven het gemiddelde. Oorzaken van blindheid zijn te vinden in zowel klimatologische als hygiënische omstandigheden: stof, wind, hoge ultraviolette straling, roet veroorzaakt door stoken met kolen en of Yakontlasting. Sabriye Tenberken en Paul Kronenberg zijn in mei 1998 vanuit Europa naar Tibet vertrokken om het trainingscentrum voor blinden op te starten. Na het inrichten van het schoollokaal, de slaapzalen en keuken werden 6 kinderen vanuit verschillende dorpen naar Lhasa gehaald. Omdat de kinderen uit verschillende gebieden komen waar verschillende dialecten gesproken worden, was het in het begin even wennen om elkaar goed te kunnen verstaan. Een lerares werd geïnstrueerd in de speciale technieken voor blinden en in het Tibetaans Braillesysteem. Begin juni is het onderwijs voor de eerste kinderen gestart. Met behulp van houten plankjes, voorzien van klittenbandstippen, werd het Braillescript onderwezen. De kinderen waren erg enthousiast en binnen 6 weken hadden ze alle 42 letters van het Tibetaanse alfabet onder de knie. In Tibet wordt blindheid of gehandicapt zijn i.v.m. het geloof gezien als een soort straf. In het voorgaande leven heeft de betreffende persoon iets verkeerd gedaan en is daarom nu "gestraft" met blindheid of een handicap. Het project werkt daarom ook hard aan voorlichting van de lokale bevolking. De medewerkers van het project zorgen voor uitleg wat blindheid precies betekent en welke mogelijkheden deze groep mensen hebben. De Tibetanen en Chinezen die het project bezoeken staan open voor dit soort informatie omdat ze zien dat de kinderen die onderwijs genieten tevreden en gelukkig zijn. De ligging van het project speelt ook een belangrijke rol. Het gebouw waar het project huist ligt vrijwel in het centrum van Lhasa. De Jokhang, De belangrijkste en heiligste tempel in het land ligt op nog geen 500 meter afstand. Alle pelgrims en nomaden komen naar Lhasa om dit heiligdom te bezoeken. De blinde kinderen zijn hier ook vaak inclusief de witte blindenstok te vinden. De bevolking wordt op die manier geconfronteerd met blindheid waardoor de bekendheid van het project onder de bevolking snel toeneemt. Als we aankloppen wordt de poort opengedaan door de kinderen zelf. We worden naar een zaaltje geleidt waar Sabriye zelf een verhaaltje doet over het ontstaan van het instituut. Dit verhaaltje is grotendeels terug te vinden in het boek! Daarna mogen we zelf rondkijken in het instituut. De kinderen hebben net pauze, 1 zit er hardop te lezen in de zon, een paar anderen spelen op een kar. Ze zien er allemaal heel gelukkig uit en storen zich niet aan de bezoekers. In de slaapzalen staan stapelbedden en in de lokalen staan simpele tafeltjes en stoeltjes. Als wij op het punt staan om weer te vertrekken gaat de bel en vliegen alle kinderen weer naar hun tafeltje. Om het project te steunen konden we nog T-shirts, kalenders e.d. kopen of gewoon geld doneren in de spaarpot. Na dit bezoek hebben we nog even op het dakterras gezeten om de voorbijtrekkende pelgrims te bekijken. We zijn met een paar mensen weer naar Dunya gegaan om lekker te eten. Helaas was de kipsaté op dus we waren genoodzaakt om iets anders van de kaart te bestellen. De Yak burger zag er heerlijk uit en was mega groot, de pasta is ook een aanrader, kortom alles bij Dunya is lekker. We zijn weer blijven plakken en gelukkig was er genoeg Lasha bier en Australische wijn in voorraad. Er was zelfs een wedstrijd, degene die binnen een paar minuten de juiste zanger en song raadde kreeg gratis bier. Het was een zeer gezellige avond waarbij zelfs op tafel werd gedanst.
Dag 17
Tja, voor de hele groep in het schriftje schrijven voor wat betreft mijn belevenissen van gisteren. Het moment van schrijven is eerst 1 dag later. Mijn uitgangspunt is zoveel mogelijk in het heden dus in het “nu” te leven. Op dit moment zit ik dan ook op het vliegveld in Lhasa met het zoveelste kopje Nestcafé koffie van deze reis. Echter deze keer ingeschonken door een Chinese grondstewardess voor mijn laatste 15 yuan. Aangezien de snackbar geen snacks heeft, ook geen bar overigens is profesorisch een balie opgericht. De pot Nestcafé bevat nog slechts koffie voor een paar passagiers. Wij egoïsten (Helma, Lieneke en Ellen) gaan nog een keer schooien om een lepeltje Nestcafé in onze veel te slappe koffie. De grondstewardess kijkt boos en verontwaardigd, echter na onze smile, lacht ze mee en schept ons nog een schepje bij. De koffie is heerlijk. Gisterenochtend zijn Helma en ik wederom vroeg uit de veren gegaan om ons voor 10 yuan met de taxi naar de China bank te gegeven. Als ik daar ben geloof ik mijn ogen bijna niet. Diverse Chinezen wisselen hun geld in en laten dit wellicht op hun rekening zetten. Een jong meisje voor mij heeft op zijn minst 10 stapels van 100 bankbiljetten van 100 yuan. Totaal dus 100.000 yuan = ongeveer 10.000 euro. Wat een geld!!. Zou ze dit zelf verdiend hebben? Je snapt niet waar het vandaan komt. Enfin, ik wissel zelf nog 50 dollar in en ontvang ongeveer 405 yuan. Voldoende om de dag door te komen. Ik ga met Helma naar Drepung. En ja, het overtreft weer mijn kloosterverwachting. Het “belangrijkste” klooster van Tibet is in lagen omhoog tegen de bergen opgebouwd. Het uitzicht is schitterend. West Lhasa en als je in de horizon kijkt de machtige (soms met sneeuw bedekte) toppen op de achtergrond. Een juweeltje in een juweeltje van een landschap. In de ruimtes passeren we de nodige boeddhabeelden met bijbehoren. De monniken zitten op college en zitten tegenover elkaar in opstelling van een 10-tal rijen met hun geschriften te bidden. Het gemompel klinkt als een gelijkgestemde toon door het kloostergebouw. Wat anders was als in de andere reeds eerder bezochte kloosters is de ingerichte keuken. Op een stenen verhoging bevinden zich een aantal meter grote pruttelde ketels. In deze ketels pruttelt wellicht het eten voor 760 monden en magen van de monniken (vroeger waren het er 10.000). Onder de verhoging wordt het vuur opgestookt met halve boomstammen. Het is een rokerig geheel des al niet te min ruikt het er heerlijk. De keuken is verder ingericht met potten en pannen en grote opscheplepels. Het is een mooi geheel. Na wat foto’s en filmpjes gaan we terug met de lokale bus. Na 20 minuten vertrekt de bus volgepakt met Chinezen, Tibetanen en enkele monniken richting Lasha. Een wellicht moderne monnik heeft een pakket bij zich waar een DVD-speler in zit. Ben benieuwd wat voor soort films hij zal gaan aanschouwen.
’s Middags aangekomen bij het Bakhorplein eten we een heerlijk soepje met Garlic-bread. Van ons laatste geld gaan we dan toch maar shoppen. Als we goed onderhandelen, kunnen we nog precies kopen wat we willen. Nadien begeef ik me met een boekje naar het dakterras waar zich een aantal groepsleden bevinden. Wat praatjes hier en daar en het verjaardagsfeestje van Maurice kan beginnen. Het is dubbel feest want Maurice en Anita gaan ook nog trouwen. Het gebak smaakt prima. De stemming is goed. Na het heerlijke eten in Dunya zijn we maar gaan slapen want morgen vliegen we vroeg in de ochtend naar Kathmandu.
Dag 18
Vandaag vliegen we van Lhasa naar Kathmandu, het moet een van de mooiste vluchten ter wereld zijn. We vliegen dwars over de Himalaya, indien het weer mee zit, moeten een schitterend uitzicht hebben op de Mount Everest. Na het inchecken en de nodige veiligheidscontroles, waaronder natuurlijk het meten van de lichaamstemperatuur wachten we geduldig in de hal. Het is vrij rustig en we zien wat militaire straalvliegtuigen stijgen en landen. Na het instappen blijkt dat het vliegtuig lang niet vol is, alle passagiers zitten voorin het vliegtuig. Achterin zijn nog veel plaatsen leeg. We besluiten achterin een plaatsje bij het raam te zoeken, het is mooi te zien dat bijna alle plaatsen leeg zijn en alleen de plaatsen bij het raam bezet zijn. Bijna iedereen heeft een plaatje bij het raam kunnen bemachtigen. De vraag is alleen komt de Mount Everest nou links of rechts. De vlucht is werkelijk schitterend, het weer werkt mee, niet helemaal onbewolkt maar prima zicht. We zien de witte Himalaya toppen boven de wolken uitsteken. We kunnen mooie foto’s maken. Plotseling zien we een massief bergketen aan de linkerzijde, we nemen de nodige foto’s, zou dit de Mount Everest zijn? Achteraf blijkt van niet. De Mount Everest verschijnt even later aan de rechterzijde van het vliegtuig. Iedereen loopt naar de rechterkant van het vliegtuig om een glimp van de ze machtige berg op te vangen, als dat maar goed gaat. Een vriendelijke passagier biedt mij de mogelijkheid om enkele mooie foto’s te maken, wat een uitzicht, werkelijk fantastisch.
We landen veilig in Kathmandu, terug naar het hotel van waaruit we 2 weken geleden zijn vertrokken. Terug in het drukke Kathmandu eten we ‘s avonds nog wat en belanden uiteindelijk in een vage lounge bar. De hele avond heeft het geregend, we lopen op de betonnen rand vlak tegen de luiken onder beschutting van de vele winkeltjes terug naar het hotel. Morgen wacht ons de reis naar Chitwan.
Dag 19
Wat kan het hier spoken als het onweert! Gisteravond en een deel van de nacht heeft het aan één stuk door geflitst met af en toe een flinke donderslag. Dit ging vergezeld met tropische hoosbuien. Het licht in het hotel was uitgevallen. We zaten bij het schijnsel van kaarslicht te wachten op een moment waarop wij tussen de buien door naar een restaurant zouden kunnen snellen. Afijn, vannacht niet supergoed geslapen. Ik moest wennen aan de warme klamme nachten hier na die koude nachten in Lhasa. Ook het tijdsverschil tussen Tibet en Nepal speelt me parten. Ik was om 05.00 uur klaar wakker. Vandaag gaan we naar Patan, de “stad der schoonheid”. De op één na grootste stad in de vallei van Kathmandu. Ik heb er zin in en ben benieuwd wat de dag ons zal brengen. Het blijkt een dag van rituelen te worden. In de Golden Temple zijn we getuigen van een de beëindiging van een vastenritueel van 2 dagen. Het is een kleurrijk schouwspel van honderden vrouwen die in een sprookjesachtig decor bezig zijn met het offeren van bloemen, rijst, het branden van gras en wierook. Ze zijn 2 dagen onafgebroken in de tempel geweest zonder te eten en alleen maar water te drinken. De tempel zelf bevat veel boeddhistische kunst, veel beelden van goden, godinnen en mythologische dieren. In de kumbeshwara tempel zijn we getuige van een traditioneel trouwritueel. Twee jonge mensen van amper 18 jaar, waarschijnlijk uitgehuwelijkt worden in de echt verbonden door een oude man die allerlei ceremoniële handeling met ze uitvoert. Het meisje, deels gesluierd, gekleed in een rode sari, rijk gedecoreerd met goud, de jongen in een net zwartpak. We kunnen bijna geen afscheid nemen van het jonge paar, zo gefascineerd en nieuwsgierig zijn we naar het vervolg. Iedere toenaderingspoging naar elkaar lijkt te ontbreken. Terwijl we de stad per tuk tuk verlaten wordt het Durbarplein in gereedheid gebracht voor de komst van de koning die het jaarlijkse festival morgen persoonlijk met een bezoek zal vereren. Wij zullen er niet bij aanwezig zijn want de mensen verwachten dat het verkeer in Patan volledig stil komt te liggen.
Dag 20
Vanmorgen las ik in de Himalaya Times dat een groep van 31 Nederlandse astmapatiënten vanuit Kathmandu naar Tibet waren vertokken om de North Cole (7066 m) te beklimmen. Ze hebben wel in de Alpen geoefend. Ze gaan ervan uit dat ze niet beperkt zijn door hun astma maar dat deze juist mogelijkheden biedt. Ik vind het maar stoer. Om 8.30 uur met Helma en Ellen per taxi het platteland op, dat hadden we gisteren afgesproken. Alles ging goed totdat een klep doorbrandde en we niet verder konden. We waren 26 km buiten Kathmandu, gelukkig wel in een piepklein dorpje. De taxichauffeur belde via Helma’s telefoontje naar zijn baas en er werd beloofd zo gauw mogelijk een andere auto te sturen. Dat duurde al met al behoorlijk lang. Zo’n 1 ½ uur omdat Kathamandu uit, de wegen volstonden vanwege het bezoek van de koning. Gaf niets, in een klein snackbarretje dronken we koffie met kardemon smaak en kregen er een schoteltje kapucijners (?) in kerriesaus bij, erg lekker. Ook nog een schooltje bezocht tijdens het wachten. Klassen met ongeveer 52 kinderen, enorm gedisciplineerd, ja juf, nee juf, thank you. Al die prachtige glanzende ogen die naar je opkeken. We waren wel een leuke afwisseling voor de kinderen tussen de lessen engels, nepalees en wiskunde door. Met een betere auto zijn we naar de kalitempel gegaan, om kali, hindoegodin, tegenhanger van Shiva te eren. Dit wordt gedaan door kippen, geiten etc te slachten en te offeren waarbij het gezicht van Kali steeds met bloed wordt bestreken. De eenvoud en armoedigheid van het complex was opvallend. We zijn verder naar de Chobhan kloof gegaan waarover een enge hangbrug hangt. Door me aan Ellen vast te klampen en mijn ogen gericht te houden op een café aan de overkant lukte het me de overkant te bereiken. “Mijn god”, wat een overwinning. Lekkere soep in het café gegeten en een prachtig landschap om ons heen. Is Nepal echt het mooiste land zoals die Nederlander zei die alle landen ter wereld heeft gezien. Het zou best kunnen. In ieder geval hebben we daar vandaag een grote glimp van kunnen zien. Als klapper kwamen we nog langs een Thaise Boeddhistische tempel. Simpel en ingetogen zoals ik nog niet eerder zag en wederom schitterend gelegen. Het was een geweldige dag en wat een rust na die drukte in Kathmandu.
Dag 21
De laatste dag alweer. Ik wil toch nog even over het bezoek aan Chitwan schrijven waar we met 10 mensen de afgelopen 2 dagen zijn geweest. Dit natuurreservaat ligt 150 km ten zuidwesten van Kathmandu. Dit betekende dat we weer een paar uur in de bus zouden moeten zitten maar dit is niet erg. Het uitzicht onderweg was fantastisch, (de Kathmandu vallei, de kleurrijke vracht auto’s, de marktkraampjes) en af en toe dommelden we in. Eenmaal aangekomen bij Rhino lodge, wat overigens een leuk hotel is, werden we verwelkomt door de eigenaar. Na eerst even geluncht te hebben gingen een paar van ons de olifanten wassen in de rivier. Dit is een leuk gezicht vooral als de olifanten met hun slurf de mensen natspuiten. Vervolgens liepen we door het dorpje naar de opstapplaats van de olifanten tocht om een tocht van ruim drie uur te maken. Je kwam met zijn vieren op een olifant zitten in een houten frame. Dit zat niet al te gemakkelijk maar ja je moet er wat voor over hebben om wat van de natuur te zien. Al vrij in het begin zagen we een paar neushoorns waar we van zeer dichtbij mooie plaatjes hebben kunnen schieten. Na ongeveer twintig minuten begon het enorm te regenen. Nu hadden de meeste mensen waaronder wij dus geen regenkleding bij zich. Binnen enkele minuten waren we doorweekt tot onze schoenen aan toe. Gelukkig hadden we een plastic tas bij ons waar de camera’s in konden. Wij hadden de grootste lol want de meeste mensen keken niet erg blij omdat ze nog ruim 2 uur op de olifant moesten zitten maar ja je kon er niets aan doen. Ik moet toegeven na een paar uur werd het toch wel koud. We hadden voor deze twee dagen natuurlijk niet echt reserve kleding meegenomen dus sommige mensen waren genoodzaakt wat kleding te kopen in het winkeltje of wat te lenen van de hoteleigenaar, we zagen er ’s avonds bij de typisch Nepalese maaltijd (dahl bad)dus zeer charmant uit. De natte kleding hadden we te drogen gehangen aan en de onder de airco. Na de maaltijd was er een dansvoorstelling door Nepalezen. Natuurlijk moesten er een paar van ons mee dansen, sommigen hadden het opzwepende ritme zo te pakken. Na deze voorstelling was er niet veel meer te doen dus gingen we erg vroeg naar bed. De volgende ochtend zouden er een paar mensen een jungle walk gaan maken en een paar zouden er naar het Elephant Breeding Center gaan. Aangezien al onze schoenen nog doorweekt waren koos iedereen er voor naar het Breeding Centrum te gaan. Hier kon je schattige jonge speelse olifantjes die naar je toe kwamen aanschouwen. De grotere olifanten stonden aan een ketting vast. Na dit bezoek zijn we weer teruggereden naar Kathmandu waar we met zijn allen ten afscheid gedineerd hebben. Vandaag zullen we in de loop van de dag weer terug vliegen naar Nederland. Vanochtend zijn we voor de laatste keer gaan ontbijten bij Pumpernickel Bakery. Na dit rustige begin van de dag kon de souvenirjacht beginnen. Omdat we de afgelopen 2 dagen naar Chitwan zijn geweest, zijn we nog niet echt aan souvenirs kopen toegekomen. Gelukkig zijn er genoeg winkels en is er volop keus. Rond 11.30 uur hebben we genoeg cadeaus voor onszelf en natuurlijk voor de familie. Het wordt tijd om de tassen in te pakken. Met het nodige pas en meet werk lukt het aardig om alles ingepakt te krijgen. Na nog een lunch te hebben genuttigd hebben we in de tuin van het hotel nog wat rondgehangen. Aan het eind van de middag zijn we richting het vliegveld gebracht. Na de nodige controles bij de douane konden we rond 20.00 uur plaatsnemen in het vliegtuig, helaas deze mooie reis is weer voorbij. Natuurlijk resten vele mooie herinneren aan deze twee fantastische landen. Bij het opstijgen werp ik door het raam nog een laatste blik op Kathmandu en zie deze enorme stad steeds kleiner worden. Al snel val ik in slaap en droom nog na over deze mooie reis.
Van Beijing naar Delhi 30 dagen Bezoek de Chinese Muur, Mount Everest en de Taj Mahal
China, Tibet, Nepal en India
Wandel- en fietsreis Nepal 18 dagen
Wandelen en fietsen op het dak van de wereld