Bhutan - Het laatste koninkrijk in de Himalaya

Bhutan - Het laatste koninkrijk in de Himalaya



Adembenemende valleien en sprookjesachtige dzongs - kloosterburchten - kenmerken het land van ‘De Donderende Draak’, Bhutan. De koning en zijn overheid proberen het land zo puur mogelijk te houden en dat lukt ze prima. Bhutan is daarom nog steeds een ongerept paradijs voor rust-, natuur-, en cultuurzoekers.


Bhutans ongerepte valleien

Ten zuidwesten van Paro ligt Haa, één van Bhutans minst ontdekte valleien. Het is wellicht de mooiste en meest afgelegen vallei van Bhutan, omgeven door naaldbomen en ongerepte bergtoppen. Zowel de voorouders van de koning als de illustere Dorji-familie komen uit deze omgeving. De Dorji-clan brengt al sinds de 12e eeuw gouverneurs, hoofden van dzongs, ministers en vorsten voort. Op zo’n 130 km ten oosten van hoofdstad Thimpu vinden we de Gangteyvallei, waar twee schitterende rivieren doorheen kronkelen, de Nakay Chhu en de Guy Chhu. Volgens een legende was de Nakay Chhu ooit een slang en de Guy Chhu een beer. De dieren deden een wedstrijd wie de snelste was. Als de slang zou winnen, dan zou er eindelijk rijst kunnen groeien in het gebied, anders niet. Helaas won de beer en tot op de dag van vandaag kan er geen rijst worden verbouwd. Maar de vallei herbergt meer bijzondere bewoners: in de winter is de vallei het thuis van de zwarthalskraanvogel. Een bezoek aan het informatiecentrum is een echte must! De bekendste van alle valleien is echter Bhumtang. De precieze oorsprong van de naam is niet helemaal duidelijk. Het kan zowel verwijzen naar Bumpa, een vat voor heilig water, als naar Bum, wat meisje betekent, en naar Thang, vlak stuk land. Door de hoeveelheid dzongs is het een van de meest heilige valleien van het land, waar jaarlijks menig festival wordt gevierd, zoals het Jakar-, Bhumtang- en Jambay Lhakangfestival.


Dzongs, de kloosterburchten van Bhutan

Een dzong is vergelijkbaar met een fort en je vind ze vooral in Bhutan en Tibet. Het heeft zowel een militaire, bestuurlijke, religieuze als sociale functie. Veel van deze bouwwerken zijn gebouwd in de 17e eeuw door grootlama Ngawang Phodrang. Visioenen en voortekenen bepaalden de ligging van een dzong. Desondanks hebben ze vaak een strategische plek op een heuveltop of op de uitloper van een berg. Eén uitzondering is het heiligdom in Punakha, dat is gebouwd tussen twee rivieren. De gebouwen hebben net als elke vesting dikke muren om z’n inwoners zo goed mogelijk te beschermen.

Je herkent de bewoners van dzongs, de monniken, makkelijk, ze kleden zich al vijfentwintig eeuwen hetzelfde. De eerste monniken maakten hun kleding van vodden, waarnaar zij zelf op zoek gingen bij crematieplaatsen en tussen afval. Tegenwoordig krijgen ze gelukkig stof gedoneerd. De lappen stof worden aan elkaar genaaid in de vorm van rijstvelden. Het pigment dat in een regio het meest voorkomt, bepaalt de kleur van de kleding.


Jakar, Punakha en het Tijgernest

In centraal Bhutan ligt Jakar dzong, die ook wel ‘Kasteel van de witte vogel’ genoemd wordt en de grootste kloosterburcht van het land is. Zijn bijnaam dankt het aan een legende over de verplaatsing van het fort dat ten oosten van de Bhumtangvallei lag. Toen de lama’s aan het discussiëren waren over de juiste plek, zagen ze een witte vogel, iets wat gezien wordt als een gunstig teken. De dzong werd opnieuw opgebouwd op de plek waar ze de vogel hadden gezien.

Punakha dzong is historisch gezien wellicht de belangrijkste kloosterburcht van het land. Dit was namelijk tot 1907 het huis van de overheid, het is dé schatkamer van het land en in 2011 was het de trouwlocatie van de koning en zijn vrouw. Omdat het klooster op een eiland ligt, kun je het alleen betreden via een brug over de rivier.

De bekendste dzong van het land is het Tijgernest, nabij Paro. Het is gebouwd rondom ‘het hol van de tijger’, één van de dertien grotten waarin Goeroe Padmasambhava (Rimpoche) mediteerde. Het verhaal gaat dat hij op de rug van een tijgerin naar de grot vloog om drie jaar, drie maanden, drie dagen en drie uur te mediteren om zo de kwade geesten te verjagen. Een prachtige wandeling van twee à drie uur brengt je door een dennenbos, langs een waterval die stort in een heilige poel, voorbij kleurrijke gebedsvlaggen en adembenemende vergezichten, naar het indrukwekkende bouwwerk dat boven op een klif balanceert op ruim 3000 meter hoogte. Aan de start van het pad staat een door water aangedreven gebedswiel. Het water dat langs het gebedswiel de beek in stroomt, is gezegend en heeft een zuiverende werking op alle levensvormen dat het aanraakt.

In Bhutan en de rest van de Himalaya, dragen monniken gewaden in een donkerrode/kastanjebruine kleur. De kleding bestaat (in de basis) uit de volgende onderdelen:

  • De DHONKA, een wikkelshirt met korte mouwen.
  • De SHEMDAP, een geplooide kastanjebruine rok gemaakt van lappen.
  • De CHOGYU, een gele omslagdoek die men draagt tijdens bepaalde ceremonies en lessen.
  • De ZHEN, lijkt op de chogyu maar is kastanjebruin en voor dagelijks gebruik.
  • De NAMJAR, is groter dan de chogyu en gemaakt van gele zijde. Tijdens officiële gelegenheden wordt deze gedrapeerd over de linkerschouder.


> Rondreizen Bhutan