Cappadocië:

Cappadocië:

adembenemend Turks werelderfgoed



Buitenaards, sprookjesachtig, het ‘Land van de Hobbit’. Reizigers buitelen over elkaar heen in het bejubelen van het landschap van Cappadocië. En ze hebben allemaal gelijk. Deze bestemming in Centraal-Turkije biedt een onvergetelijke reiservaring.

Tekst: Tineke Zwijgers

Een vroege ochtend in Göreme. De zon kiert door de gordijnen en als ik ze open schuif houd ik mijn adem in. De opkomende zon zet de rotsen in een roze gloed en de zachte vormen van bergkammen, koepels en spitsen maken het landschap bijna aaibaar. Miljoenen jaren erosie sleep deze vulkanische rotsen in bizarre vormen, die uitnodigen tot creatief vergelijken. Zo worden de tufstenen spitsen met hun kalkstenen ‘hoedjes’ feeënschoorstenen genoemd, maar schijnen ze ook te inspireren tot fallische fantasieën. We zien gordijnen in de rotswanden, schuimgebak en toefjes slagroom. Tijdens het ontbijt blijven we genieten van het uitzicht en troeven we elkaar af met nog meer vergelijkingen. Bloemkool, een heiligenbeeld, de rug van een walvis...

 

Onder de grond

Na het ontbijt bezoeken we de ondergrondse stad van Kaymakli. Cappadocië herbergt wel tweehonderd van zulke toevluchtsoorden, uit de zachte aardbodem gehakt in tijden van oorlog en geloofsvervolging. Kaymakli is een van de toegankelijkste sites en ligt op zo’n 20 kilometer van Göreme. Gids Khadir daalt met ons af door intiem verlichte tunnels en dreunt eerst wat feiten op. Kaymakli telt acht verdiepingen, die onderling en met de buitenwereld verbonden zijn door bijna honderd tunnels. “De moderne stad is er later bovenop gebouwd en veel tunnels komen uit op binnenplaatsen van huizen. Dat is best handig voor de bewoners. Ze gebruiken een deel van de tunnels en kamers als provisiekast of stal. Vooral in de zomer is het daar een stuk koeler dan boven de grond.” Uit archeologisch onderzoek bleek dat hier al in de 5e eeuw voor Christus mensen verbleven. Niet zomaar een paar, er was plek voor duizenden bewoners tegelijk. We lopen van kamer tot kamer, door keukens, kapellen en grafkamers. De ruimtes ogen verzorgd, met nissen in de muren en vensters naar andere kamers. Het is er ook vrij rumoerig, net als in een gewone stad. Dit komt omdat het geluid via de ventilatiekokers ver draagt. Zo kunnen we een andere gids bijna woordelijk verstaan, terwijl hij zijn verhaal op een andere verdieping staat af te steken.



De heks en de hobbit

Nationaal Park Göreme bestaat uit een aantal valleien, die je te voet of per fiets kunt ontdekken. Tijdens een tochtje vanuit de Rozenvallei ten noorden van Göreme zien we hoe de mensen ook bovengronds woningen uithakten in het tufsteen. We spotten ramen en terrassen in de rotswanden en in een iglo-vormige rots gaat de deur open. Niemand minder dan Hobbit Bilbo Baggins verwachten we naar buiten te zien stappen. Maar we staan oog in oog met een kromgetrokken bejaarde dame, die er een beetje uitziet als de heks van Hans en Grietje. Haar ogen staan echter zo vriendelijk dat we de uitnodiging voor een kopje appelthee aannemen. Die smaakt lekker verfrissend. Onze gastvrouw zet er een schaaltje vijgen en dadels bij. Betalen mag niet, maar wel leidt zij ons na afloop van het bezoek met zachte dwang naar een hoekje met huisnijverheid. De geborduurde zakdoeken waarmee we het pand verlaten zijn uiteraard heel wat duurder dan een kopje thee! Dat maakt niets uit, zo’n ontmoeting kleurt je dag. Na de thee struinen we verder door de vallei. We volgen smalle geitenpaadjes waarop we nauwelijks andere mensen tegenkomen. Als aan het eind van de middag de zon richting horizon zakt, krijgen de rotsformaties een betoverend oranjeroze gloed. Waar we ook kijken, we zien alleen maar schoonheid. Ineens begrijpen we de betekenis van het Stendhal-syndroom, ook wel ‘Florence- ziekte’ genoemd: zo bevangen worden door het moois om je heen dat je duizelig wordt en hartkloppingen krijgt. We gaan er even bij zitten en laten het in alle rust over ons heen komen.
 

Waar we ook kijken, we zien alleen maar schoonheid
 

Deelauto

In de vroege schemering gaan we langs de weg op zoek naar vervoer terug naar Göreme. Geen probleem, om de haverklap biedt een passerende automobilist ons een (betaalde) lift aan. Het begrip ‘deelauto’ bestond hier al voordat we het in het westen zo begonnen te noemen. Waarom zou je met een vrijwel lege auto rijden? In de achterbak van een bestelwagen met frisdrank rijden we weg. De zon is bijna onder, de lucht voelt heerlijk fris aan en na deze sportieve dag verwennen we onszelf met een lokale specialiteit, stoofpot kebab.
 


Een geurig gerecht van groenten, vlees en kruiden, dat enkele uren gaarde in een aardewerken pot boven een kolenvuur. En, ter relativering van onze recente bevangenheid door teveel schoonheid, bestellen we er Imam bayildi bij, oftewel ‘de imam viel flauw’. Over dit ovengerecht van aubergine, uien, tomaten, knoflook, specerijen en verse peterselie doen vele verhalen de ronde. Raakte de imam nu buiten bewustzijn omdat hij er teveel van at, er teveel dure olijfolie in was verwerkt of omdat de schoonheid van zijn vrouw hem bedwelmde? Wij weten nog wel een reden: hij was op reis in Cappadocië!

Bekijk onze reizen door Turkije.