Oog in oog met tijgers

Oog in oog met tijgers



Tekst: Alexander Reeuwijk

Naar de natuurparken in India

Hét symbool van de Indiase natuur is ongetwijfeld de Bengaalse tijger. Dit iconische roofdier met de klassieke bruin-, wit- en zwartgestreepte vacht komt overal voor, van de Sundarbans bij Kolkata tot het Corbett National Park in Uttarakhand en de nationale parken in het hart van het land. En er is goed nieuws: na een aantal zware decennia, waarin de tijgerpopulatie door jacht en stroperij bijna geheel was verdwenen, neemt het aantal dieren de laatste jaren gestaag toe. En dat komt mede door reizigers!
 

“Welcome to the land of the tigers”, staat er op de borden langs en boven de wegen in de staat Madhya Pradesh. India huisvest ongeveer tweederde van alle tijgers ter wereld, en hier, in het hart van het land, in de bossen waar Rudyard Kipling inspiratie voor zijn Jungle Book vond, is de hoogste tijgerdichtheid van het land. Kortom, de ideale plaats om de grote katachtige van dichtbij te bestuderen. 


Na twee middagsafari’s in Pench National Park, waar ik veel herten en vogels zag, maar nog geen illustere tijger, wil ik mijn geluk beproeven in Kanha National Park. Ik meld me om half zes ’s ochtends bij gids Sushil en chauffeur Baba, twee mannen uit de dorpen rond het natuurgebied. Alle gidsen, chauffeurs en parkwachters komen uit de buurt. Verstandig, want zij kennen het bos immers als de beste en zo verdienen ze een structureel inkomen aan de fauna uit de omgeving. Het lijkt de tijgers in ieder geval ten goede te komen. De dieren worden nog steeds bedreigd, maar het aantal groeit gestaag, van 1700 individuen in 2010 naar meer dan 3000 in 2019. Het lijkt samen te vallen met het aantal reizigers dat de parken bezoekt. Des te meer ogen de tijgers observeren, des te veiliger ze zijn.
 

De lucht is fris, de Indiërs dragen oorwarmers en ik zit, gewapend met verrekijker en fotocamera, rillend achterin de open jeep. In tegenstelling tot op Afrikaanse savannes is het in de Indiase parken door de dikke bossen een stuk lastiger om het wild te zien. We rijden over zandwegen tussen de struiken door. Verschillende hertensoorten springen de weg over en apen bespieden mij vanuit de bomen. Ik zie bijeneters in kamikazevlucht door de lucht scheren. Maar tijgers laten zich niet zo eenvoudig zien. Daarvoor moet je een dosis geluk en goede gidsen hebben. Sushil legt uit hoe ze tijgers opsporen: “Allereerst kijken we naar verse pootafdrukken in het zand op de paden, maar het is moeilijk na te gaan wanneer een tijger precies over de zandweg heeft gelopen. Een betere methode is om naar de alarmroepen van herten of apen te luisteren. Zodra een tijger is opgemerkt laten ze het iedereen luid en duidelijk horen!
 

Na enkele uren in de open jeep door het natuurpark te hebben gereden, zonder een glimp van een tijger, begin ik mijn vertrouwen in een ontmoeting langzaam op te geven. De zon staat inmiddels hoog aan de hemel en de temperatuur is opgelopen. Naarmate de dag vordert zoeken de dieren verkoeling in het dichte bos en slapen ze tot de avond valt. Ik richt me op de prachtige vogels. Sushil wijst me op Indische scharrelaars met felblauwe vleugels, een Brahmaanse steenuil die vanuit een holle boom op ons neerkijkt en een hop die met zijn oranje kam op zijn hoofd insecten tussen het zand vandaan pikt.


Totdat er plotseling een alarmroep uit de bossen klinkt. Een axishert heeft een tijger gezien en laat het onmiddellijk aan iedereen weten. Baba en Sushil spitsen als ware herten hun oren en rijden naar de plaats waar het alarm vandaan kwam en doen de motor uit. De langoeren beginnen onrustig te gillen en na tien minuten verlaten vijftien tot twintig axisherten en Indische muntjakken het bos en steken het zandpad vlakbij onze jeep over. Nu weet Baba zeker dat we de tijger zien. Hij klimt op de motorkap en speurt het bos af. Plotseling wijst hij richting de struiken. Eerst zie ik wat takken bewegen, totdat de tijger streep voor streep zichtbaar wordt. Het dier stapt het bos uit op drie meter van de auto. Mijn hart bonst in mijn keel. Ik kijk nu naar een wilde tijger! En plotseling realiseer ik me dat ik haar bijna aan kan raken en dat het geen dierentuin maar wildernis is, zonder hek tussen het roofdier en mij. Ik hoor het dier ademen en kan het bijna ruiken. De opwinding is overigens eenzijdig. De tijger kijkt niet op of om. Op haar dooie gemak steekt ze het pad over, blijft even aan de rand van het bos staan, kijkt om haar heen en verdwijnt vervolgens tussen de struiken. De hele scène heeft anderhalve, misschien twee minuten geduurd, maar ik zit tollend in de auto. Uitgelaten bedank ik chauffeur Baba en gids Sushil. Ik had niet gedacht dat het zien van een tijger zoveel impact zou hebben.

Bekijk de Safarireis in India.