De grootste begraafplaats van Egypte

De grootste begraafplaats van Egypte

Door Daniel Soliman

Zo’n 30 kilometer ten zuiden van de stad Caïro ligt de gigantische archeologische site die bekend staat als Sakkara. In een gebied van zo’n 10 km2 werden gedurende vier millennia talloze heiligdommen en graven aangelegd. Het beroemdste gebouw in Sakkara is de trappiramide van koning Djoser, meer dan 4500 jaar oud, die nog steeds het landschap domineert. Daaromheen lieten Egyptenaren generaties lang hun graven aanleggen. Sakkara groeide uit tot de grootste begraafplaats van Egypte, met name voor de inwoners van de stad Memphis, iets ten oosten van Sakkara. Memphis was drie millennia lang een belangrijk bestuurlijk en religieus centrum.

Koningen in Sakkara
De eerste farao’s die zich in Sakkara lieten begraven behoren tot de tweede koningsdynastie (ca. 2730-2590). Van het graf van koning Nynetjer (ca. 2700-2660) is vandaag de dag aan de oppervlakte weinig te zien, maar ondergronds is er een waar labyrint aan gangenstelsels met kamers voor de grafgiften van de koning. In één kamer werden zo’n 560 amforen met wijn gevonden! Latere koningsgraven in Sakkara werden gebouwd als imposante piramides. De allereerste Egyptische piramide werd onder leiding van koninklijke bouwopzichter Imhotep gebouwd voor de begrafenis van koning Djoser. De piramide van 62.5 meter hoog en het grote complex eromheen met zuilen en muren uit kalksteen was een architectonische innovatie. 1000 jaar later was Imhotep nog steeds zo legendarisch dat hij als god werd vereerd.

Maya en Horemheb
Ook in de tijd van Toetanchamon (ca. 1300 v.Chr.) was Sakkara een belangrijke begraafplaats. Tijdens zijn regering hadden hoge functionarissen als Horemheb, opperbevelhebber van het leger, en Maya, schatkistbewaarder, veel politieke macht. Zij lieten ten zuiden van de piramide van Djoser grote graven aanleggen die rijk versierd waren. De graven van Maya en Horemheb hebben een ondergronds deel met schachten, die naar een grafkamer leidden en een bovengrondse grafkapel. Die kapel heeft de vorm van een kleine tempel en in de decoraties is de grafeigenaar afgebeeld tussen de goden en als ontvanger van allerlei goederen om te gebruiken in het hiernamaals. De kapel was bedoeld om bezocht te worden door familieleden en door priesters, om de overledenen te herdenken en om offers te brengen aan de eigenaar van het graf. Na verloop van tijd raakten de tombes van Horemheb en Maya in onbruik. Eeuwenlang zouden andere Egyptenaren in en rondom hun tombes begraven worden.

Schatgravers in Sakkara
Fast forward naar de 19e eeuw. Door onderzoek begonnen de oud-Egyptische teksten inmiddels hun geheimen prijs te geven. Europeanen raakten toen steeds meer in de ban van het oude Egypte. Europese diplomaten in Egypte kregen van de Ottomaanse heersers, die het land bestuurden, toestemming om archeologische verzamelingen aan te leggen. Ze gingen zelf aan de slag met het opgraven van oudheden of lieten dat over aan anderen. Dat gebeurde ook in Sakkara, waar de schatgravers bijvoorbeeld stuitten op de graven van Horemheb en Maya. Sculpturen en versierde wandfragmenten uit de graven kwamen zo in het bezit van diplomaat Giovanni d’Anastasi, die zijn verzameling later zou verkopen. Via een veiling zijn voorwerpen uit Sakkara in 1828 in de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in Leiden terechtgekomen. Omdat de schatgravers geen verslag bijhielden van hun activiteiten, werd de locatie van graven zoals dat van Maya al snel weer vergeten, nadat de wind ze weer onder het woestijnzand had bedolven.

Opgravingen van het RMO
In 1975 startte het RMO samen met de Britse Egypt Exploration Society een onderzoeksproject om de graven van Horemheb en Maya weer terug te vinden. Het doel was om de voorwerpen in de museumcollectie beter te begrijpen. Waar kwamen ze precies vandaan, hoe zagen de graven eruit, en zou er meer bekend kunnen worden over de levens van Horemheb en Maya? Voor het project werd met toestemming van de Egyptische oudheidkundige dienst een archeologische opgraving opgezet. Al in het eerste seizoen was het raak: het graf van Horemheb werd teruggevonden. Jaarlijks keerde het opgravingsteam terug naar Sakkara om het onderzoek voort te zetten. In 1985 werd ook het graf van Maya blootgelegd. Het opgravingsproject van het RMO ging door, later met de Universiteit Leiden als partner en sinds 2015 in samenwerking met het Egyptisch Museum in Turijn. Ongeveer twintig grote graven uit het de periode 1350-1150 v.Chr. werden opgegraven en bestudeerd. Recentelijk, in 2022 en 2023, groef het team het graf op van Panehsy, rentmeester van de tempel van Amon in Memphis.

Nieuwe onderzoeksvragen
Tijdens de opgravingen bleek als snel dat Sakkara een grote archeologische puzzel is, waarin sporen uit verschillende periodes door elkaar lopen. Zo bleken ondergrondse kamers van graven van rond 1300 v.Chr. door te breken in de gangenstelsels van veel oudere graven uit de tijd van koning Ninetjer. Het huidige onderzoek probeert daarom het gebied ten zuiden van de trappiramide in bredere zin te bestuderen. Het team wil weten hoe de oude Egyptenaren met het monumentale landschap van het gebied omgingen. Welke oudere monumenten bezochten zij daar, en welke waren inspiratiebronnen voor hun eigen graven? En welke oudere monumenten werden juist gesloopt om ruimte te maken voor nieuwe bouwactiviteiten? In het najaar van 2024 is het team weer in Sakkara om het veldwerk voort te zetten.

Daniel Soliman is conservator van de Egypte en Nubië collectie in het RMO en mede-opgravingsleider van het archeologische project in Sakkara.