Iguaçu: groot, groter, grootst!
Bij het aanschouwen van de Iguacuwatervallen in Zuid-Amerika sprak voormalig First Lady Eleanor Roosevelt de legendarische woorden “Poor Niagara!”.
De ruim 270 watervallen tellende Iguaçuwatervallen, gelegen op de grens tussen Argentinië en Brazilië, zijn inderdaad groter dan die van Niagara op het noordelijke continent. Een betere vergelijking kan gemaakt worden met Victoriavallen in Zimbabwe. Ondanks dat 'Iguaçu' met 2,7 kilometer breder is dan de 1,6 kilometer van de Victoriavallen, geldt de laatste als de grootste aaneengesloten waterval ter wereld. Daarentegen, wint Iguaçu het op de toegankelijkheid.
Door de vorm van de watervallen zijn prachtige uitzichten mogelijk, die zowel van Argentijnse als Braziliaanse zijde bekeken kunnen worden. Daarbij wordt de mogelijkheid geboden om het waterspektakel per boot of helikopter te aanschouwen.
De Iguaçuwatervallen danken haar naam aan de Guarani indianen. De naam Iguaçu betekent "groot water" in de indianentaal Guaraní ("Y" is water en "Guasu" is groot). Volgens een legende van dit indianenvolk was de maagd Naipi uitverkoren om de god M’Moy te trouwen, ofwel geofferd te worden aan de goddelijke waterslang. Op dat moment heeft ze haar hart al verloren aan de indiaan Tarobá. Samen proberen ze per kano over de rivier te vluchten, achtervolgd door de god in de vorm van een waterslang. Op de plek waar hij de twee geliefden aantreft, boort hij zichzelf in de grond, waardoor een grote afrond onstaat. Naipi verandert hij in een steen die voor altijd door het water geslingerd zal worden, Tarobá wordt veranderd in een palmboom aan de oever. Zo worden de twee geliefden gedoemd elkaar in de eeuwigheid te aanschouwen, zonder elkaar ooit aan te kunnen raken.