Het werelderfgoed van Cartagena

Het werelderfgoed van Cartagena

Cartagena is niet alleen de mooiste koloniale stad van de Cariben, maar ook een stad waar al dwalend door het eeuwenoude stadscentrum, omringd door imposante forten en massieve stadsmuren met kanonnen, haar turbulente geschiedenis tot leven komt. Niet voor niets verklaarde Unesco in 1984 de koloniale stad en haar vestingwerken tot Werelderfgoed.


Door Ynske Boersma

Voor me in de donkere tunnel kijkt een klein meisje me vragend aan. Wanneer ik ontkennend antwoord, rent ze weg. ‘Papa, we zijn verdwááááld!’ echoot ze door de gangen van het fort, een labyrint van smalle gangen door het binnenste van een heuvel waardoor je gebukt moet lopen om niet je hoofd te stoten. Maar dan is er toch licht aan het einde van de tunnel. Even later kijk ik weer uit over de ommuurde stad van Cartagena, en daarachter, de Caribische zee.

Cartagena plein ColombiaDe geschiedenis van het fort Castillo San Felipe de Barajas gaat terug tot de beginjaren van havenstad Cartagena de Indias, in 1533 opgericht door de Spaanse ontdekkingsreiziger Pedro de Heredia. Dankzij haar strategische plek aan de Caribische zee groeide de stad in korte tijd uit tot de belangrijkste havenstad van Zuid-Amerika op de West-Indische zeevaartroute naar Spanje. Bovendien was Cartagena dé marktplaats voor de schepen met Afrikaanse slaven die hier wekelijks aanlegden, waarna de slaven op een plein in de stad verkocht werden.

De kleurrijkste stad van Colombia


Met de opbrengsten van de koloniale handel bouwden de Spanjaarden de prachtige paleizen, kerken en kloosters van het oude centrum, met daaromheen een dikke vestingmuur om hun rijkdommen te beschermen tegen de aanvallen van piraten en de legers van andere Europese grootmachten. Die uitgebreide verdedigingswerken staan er vandaag de dag nog steeds, en waren samen met de prachtig behouden gebleven ommuurde stad de reden dat Unesco in 1984 de stad tot Werelderfgoed verklaarde.

Cartagena straat ColombiaEen bezoek aan Cartagena brengt die roerige geschiedenis tot leven. Het mooist is de oude ommuurde stad, met haar smalle geplaveide straatjes en herenhuizen met okergele, rode en blauw geschilderde muren, overhangende balkons van kunstig bewerkt hout en hoge deuren die leiden naar weelderig groene binnentuinen en koele zuilengalerijen. Wandel over de massieve stadsmuren langs de baai waar de rijen met kanonnen nog altijd herinneren aan turbulenter tijden. Barmhartiger was de Spaanse missionaris San Pedro Claver, die zich inzette voor het welzijn van de slaven, en naar wie nu de prachtige zandstenen kerk en klooster aan het gelijknamige charmante plein zijn vernoemd.

Maar minstens even kleurrijk zijn de straattaferelen van de Cartageneros zelf. Rust uit op de trappen voor de kerk van Pedro Claver en koop een versgebakken arepa van een van de vele mobiele bakkers op het plein, en drink daar een limoenlimonade bij, verkocht door een oud mannetje achter een reusachtig aquarium vol limonade zoals die op elke straathoek te vinden is. Even verderop poseert een in knalgele prinsessenjurk gehulde tiener op de trappen voor haar 15-jarige verjaardag, zich niets aantrekkend van de vele duiven en mensen op het plein.

Dame fruit ColombiaNog zo’n typisch straattafereel zijn de zogenoemde palenqueras, de in felle kleuren uitgedoste Afro-Colombiaanse fruitverkoopsters die je overal binnen de stadsmuren tegenkomt, manden met tropisch fruit balancerend op hun hoofden. Ook hier komen heden en verleden weer bij elkaar. Eeuwen geleden wisten hun voorouders de slavenhouders te ontvluchten en stichtten een dorp verstopt in het binnenland: San Basilio de Palenque. In 1691 verklaarde het dorp zich onafhankelijk van de Spaanse kroon, als eerste bevolking van de Nieuwe Wereld. Eeuwen later keerden de vrouwen van Palenque weer terug naar Cartagena om hun fruit te verkopen, waar ze inmiddels zijn verworden tot het meest iconische straatbeeld van Cartagena.


Bekijk onze reizen door Colombia >



Muurschildering Getsemani Cartagena ColombiaWe verlaten het oude stadscentrum door de poort van de Klokkentoren, eens de belangrijkste toegangspoort tot de ommuurde stad, en steken over naar Getsemaní, de wijk waar in vroegere eeuwen de slaven en ambachtslieden woonden. Tot een jaar of tien geleden was Getsemaní nog een rauwe havenbuurt, waar geen toerist een stap waagde te zetten. Maar die tijden zijn voorbij. Nu wandel je er door kleurrijke hobbelstraatjes waar je een praatje maakt met een hoogbejaarde watermeloen-verkoper op straat, waar in de namiddag families samenkomen in de deuropening van hun huizen, en waar de vervallen koloniale muren zijn versierd met muurschilderingen.

We eindigen de dag op het pleintje Trinidad, dat bij het vallen van de avond tot leven komt met salsa bands, dansers en kraampjes met verse empanada’s, arepa’s en ceviche uit bekers van piepschuim. Drink een koud biertje aan een wankel tafeltje op de stoep en dans, gewoon op straat. Want ook dat is Cartagena.