Georgetown, Cayenne en Paramaribo
De verrassingen van Zuid-Amerika!
Op onze nieuwe 21-daagse reis door Suriname, Frans-Guyana en Guyana verblijven we in alle drie de hoofdsteden. Deze steden zijn maar weinig bezocht en hebben daardoor hun eigen authentieke sfeer behouden.
Georgetown
Georgetown, de hoofdstad van Guyana (voormalig Brits- Guyana), ligt aan de monding van de rivier de Demerara. Door de handige ligging en de voorraad rijke grondstoffen was de stad al vroeg populair onder Europese kolonisten. Zo verhandelde men er veel hout, suikerriet, bauxiet, goud en diamanten en na veel gesteggel tussen Spanjaarden, Nederlanders, Fransen en Engelsen stichtten de Nederlanders uiteindelijk de stad Stabroek. Tijdens de Napoleontische oorlogen bezetten de Britten Stabroek, vervolgens namen de Fransen het over, en uiteindelijk doopten de Britten het in 1812 definitief om tot Georgetown ter ere van George III. Guyana is het enige land in Zuid-Amerika waar Engels gesproken wordt, hoewel het sinds 1966 onafhankelijk is van Groot-Brittannië. Georgetown wordt omschreven als ‘relaxt’ en ziet er aantrekkelijk uit dankzij de groene lanen met talloze bomen, Oudhollandse architectuur en het Victoriaanse erfgoed. En, er wonen ‘slechts’ 200.000 inwoners. In veel koloniën was hout het goedkoopste bouwmateriaal en dat is terug te zien aan de vele houten gebouwen die de stad rijk is. Zo staat de ruim 100 jaar oude St. George’s kathedraal bekend als een van de hoogste houten gebouwen in Zuid-Amerika. Sommige straten en pleinen hebben nog hun oorspronkelijke Nederlandse namen, net zoals een ander hoogtepunt van de stad: de oude Stabroekmarkt. Je kunt hier van alles kopen, van huishoudelijke spullen tot gouden sieraden. Bezoek ook zeker de botanische tuinen, je kunt hier de nationale bloem, de Victoria Regia Lelie bewonderen. Wat verder bijzonder is aan Georgetown is dat je op veel plekken heerlijk kunt eten. Niet alleen de geschiedenis is een melting pot, ook de keuken kent meerdere smakelijke invloeden.
Het is het enige Zuid-Amerikaanse land waar Engels gesproken wordt
Paramaribo
Paramaribo werd in 1613 door twee Nederlanders gesticht, maar werd kort daarop veroverd door Engeland. In 1667 werd Suriname door de Nederlanders heroverd en werd Paramaribo weer de hoofdstad. Tot 1975 zou Suriname een kolonie van Nederland blijven. En je kunt er nu ook nog steeds Nederlands praten. Ook in Paramaribo werden de meeste panden van hout gemaakt. Belangrijke overheidsgebouwen werden echter van steen gebouwd, zoals het paleis van de gouverneur, het ministerie van financiën, het Hof van Justitie en Fort Zeelandia. Van de oorspronkelijke houten gebouwen uit de 17e eeuw zijn er niet veel meer over door de vele stadsbranden van vroeger. Met 241.000 inwoners heeft Paramaribo de meeste inwoners vergeleken met de hoofdsteden van de Guyana’s. Het historische centrum van Paramaribo staat sinds 2002 op Werelderfgoedlijst van Unesco. Wandel naar de Sint Petrus en Paulusbasiliek die, samen met de kathedraal in Georgetown, behoort tot de grootste houten gebouwen van Zuid-Amerika. Vanaf de basiliek loop je zo de Keizerstraat in, waar je naast elkaar de Moskee Keizerstraat en Synagoge Neve Shalom treft, in goede harmonie. Een harmonie die typerend lijkt in deze hoofdstad, waar iedereen elkaar op straat vrolijk begroet. De centrale markt bevindt zich eveneens in het centrum en je kunt er van alles kopen, van haargel tot vis. Ook de markt op de Tourtonnelaan geeft een interessant beeld van het leven in Paramaribo, elke zondag worden hier overigens zangvogels getraind. Een populaire hobby van veel mannen!
Je kunt er met de euro betalen, als enige land in Zuid-Amerika
Cayenne
Slechts gescheiden van Suriname door rivier de Marowijne ligt Frans-Guyana, een land dat voor 90% uit regenwoud bestaat. Het land werd in de 16e eeuw al gekoloniseerd door de Fransen, maar er woonden tot de 19e eeuw slechts 1000 Europeanen, samen met een paar duizend slaven en de inheemse bevolking. In 1848 werd de slavernij afgeschaft en Keizer Napoleon III besloot Frans-Guyana als strafkolonie in te richten. Een van de meest bekende gevangenen was de Franse kapitein Alfred Dreyfus, die van 1895 tot 1899 op een van de ‘duivelseilanden’ verbleef en furore maakte met zijn boek Papillon, waarin hij schreef over zijn vermeende ontsnapping van het eiland. Vanaf 1942 was Frans-Guyana geen kolonie meer, maar werd het een overzees departement. De stad Cayenne werd in 1643 gesticht onder de naam La Ravardière, werd vervolgens vernield door de inheemse bevolking en werd uiteindelijk in 1777 hernoemd als Cayenne. Het is nu het grootste overzeese departement van Frankrijk én het is het enige land in Zuid-Amerika waar je met de euro kunt betalen. Vooral de hoofdstad Cayenne, gelegen op een klein schiereilandje tussen de rivieren Cayenne en Mabury, ademt nog de koloniale geschiedenis van weleer. Cayenne telt zo’n 132.000 inwoners en is een mix van de Caraïben, Zuid-Amerika en Europa. In de straten vind je koloniale smeedijzeren balkons met louvre luiken, geschilderd in tropische roze, geel en turquoise. De levendige markten bieden de meest exotische groenten en fruit en er zijn ook in deze hoofdstad uitstekende Braziliaanse, Creoolse, Franse en Chinese restaurants. Bezoek ook zeker Fort Cépérou, gebouwd door de Fransen, waar je een prachtig uitzicht over de stad en de haven hebt. In de avond is de Place de Palmistes een aanrader, het is de ontmoetingsplaats van de locals en je vindt er verschillende eetstalletjes. Het is een levendige stad met gezellig drukke straatjes en authentieke, kleurrijke, Creoolse panden.
Elke zondag worden hier zangvogels getraind
Bezoek Georgetown, Paramaribo en Cayenne tijdens de 21-daagse reis door Suriname, Frans-Guyana en Guyana.