Canada - Drie nationale parken dichterbij bekeken
Torenhoge bergmassieven, mistige oerbossen en oogverblindend blauw water: de natuur van Canada heeft het allemaal te bieden.
Samen zijn de nationale parken van Canada goed voor een gebied van wel 328,198 km². Dat is groter dan heel Polen of Italië, laat staan Nederland. Met zoveel ruimte kan de natuur volledig zijn vrije gang gaan: de parken zijn gerenommeerd om hun fantastische wildlife, op het land én in het water. Tijdens onze reis door het westen van Canada bezoeken we drie nationale parken. We nemen ze hier onder de loep.
Er is geen betere manier om de Canadese natuur te leren kennen dan door er middenin te slapen. Daarom biedt Djoser nu naast de hotelreis ook een kampeerreis aan. Kijk voor meer informatie op onze website.
Forden en ourwouden in Pacific Rim NP
De ruige pieken van de Rocky Mountains zijn vaak het eerste waar je aan denkt bij de natuur van Canada. Maar Canada heeft véél meer te bieden, zo bewijst het Pacific Rim nationaal park. Spectaculair gelegen aan de pacifische kust van Canada, vind je hier drie aparte, maar prachtige werelden. Het park werd in 1970 opgericht aan de westkust van Vancouver Island, niet ver van de gelijknamige stad. Je kunt het park op twee manieren verkennen: met de boot, of te voet. Vanaf de boot komt het geregeld voor dat je omsingeld wordt door orka’s. Deze nieuwsgierige dieren zijn een vaste gast in het park: het diepe water hier zit vol met vis. Dit trekt ook bultrugwalvissen: met geluk kun je er één uit het water zien springen! Dichter bij de kust, in het ondiepere water, vind je onder het oppervlakte een dichtbegroeid bos van kelk. Dit is het jachtterrein van de vele zeeotters en zeeleeuwen. Je kunt een glimp van deze dieren vangen als ze boven komen voor zuurstof. Of als een otter rustig ligt te dobberen op zijn rug.
Op het land zijn verschillende wandelroutes uitgestippeld, die ieder een apart aspect van het nationale park laten zien. Het meest voor de hand liggende pad loopt langs het kilometerslange strand met de typische naam ‘long beach’. Alhoewel het zand vaak grijs van kleur is, vormt het samen met de stuivende branding en de vele beboste eilandjes (de ‘broken islands’) een prachtig panorama. Hier en daar loopt een waterval direct het zeewater in. Landinwaarts liggen de dichtbegroeide oerbossen van het nationaal park. Technisch gezien zijn dit regenwouden, zo vochtig is het hier. Tussen het laaghangende mos en de hoge boompieken waan je je in een omgeving die niet zou misstaan in een Jurassic Park-film. Het wild is hier schuwer dan in het water: een wolf of een poema loop je niet snel tegen het lijf, maar ze zijn er wel! ‘Gelukkig’ zijn de zwarte beren minder verlegen: deze kun je vaak vinden op zoek naar vis.
Waar het allemaal begon: Banff NP
Banff nationaal park is het oudste park van Canada. Al in 1885 werd het uitgeroepen tot een nationaal erfgoed. Sindsdien is er een hoop veranderd: oorspronkelijk was het de bedoeling om zoveel mogelijk toeristen en bergsporters te trekken. Het beschermen van de natuur stond op een tweede plaats. Het gelijknamige dorpje Banff is daarom mooi aangekleed: de chique hotels zouden niet misstaan in Sankt Moritz.
De omliggende natuur is daarentegen een stuk minder geraffineerd. Hier word je omgeven door torenhoge rotswanden en kolkende rivieren. Een echte wildernis. Het landschap is hier zo typisch voor de Rocky Mountains, dat het park simpelweg die naam kreeg bij oprichting: ‘Rocky Mountains park’. Pas in 1930 kreeg het zijn huidige naam. Er is in Banff genoeg te doen. Voor de natuurliefhebbers zijn er vele prachtige wandelpaden aangelegd, variërend van dagwandelingen tot serieuze meerdaagse tochten. Je passeert tijdens deze hikes geregeld een ijsvlakte, maar je loopt altijd in de schaduw van de vele overhangede kliffen. Na een enerverende wandeling kun je in Banff heerlijk bijkomen: er zijn hier vele thermale waterbronnen. Deze minerale bronnen geven de meren in dit gebied hun typische kleuren. Azuurblauw of fel groen: het hele kleurenspectrum komt voorbij.
Jasper NP, het rijk van de grizzly
Het overgrote deel van het Canadese binnenland is ontgonnen door pelsjagers. Zo ook Jasper nationaal park: het dankt zijn naam aan de handelspost van Jasper Hawes, die zich hier in 1797 vestigde om handel te drijven met de inheemse bevolking. De natuur was een goudmijn: de vele bevers en beren waren een gemakkelijke prooi, terwijl hun pelzen in de Europese warenhuizen een fortuin waard waren.
Gelukkig is de fauna van dit gebied nooit in serieus gevaar gekomen. Het Jasper nationaal park is nog steeds het rijk van de grizzlybeer. Maar die moet zijn territorium wel delen met een flink gezelschap: herten, elanden, rendieren, stekelvarkens, lynxen, bevers, vossen, marters, veelvraten, otters, nertsen, marmotten, wolven en de zwarte beer.
Net als het nationale park in Banff bestaat Jasper uit brede gletsjervalleien, met in het midden schuimende rivieren, aan weerszijde hoge kliffen en aan het uiteinde vaak een prachtig meer. Uitzondering op deze regel is de spectaculaire Maligne Canyon: deze lange en hoge kloof is op zijn smalste punt nét 2 meter breed. Een fraai wandelpad laat je deze kloof in al zijn schoonheid ontdekken.
Bekijk onze rondreizen door Canada.
