Reisverhaal: Laos, Sabaai-dii!
Ze zeggen wel dat Thailand het land van de duizend glimlachen is, maar Laos kan die titel ook makkelijk claimen. Overal waar je gaat word je begroet met een brede en oprechte glimlach; "Sabaai-dii" wenst het fruitshake vrouwtje me glimlachend toe. "Sabaai-dii" zeg ik terug en ik voel onbewust ook een glimlach op mijn gezicht verschijnen.
Hoewel Laos toch een behoorlijk landoppervlak bestrijkt, bijna zes keer Nederland, voelt het overal als een klein dorp. De Laotianen zijn overal even vriendelijk en in Laos gaat alles even rustig. Het is de ideale plek om te onthaasten en helemaal tot rust te komen. Niets moet en tijd speelt geen rol. Laos is nog grotendeels ongerept en vanuit de bus naar Luang Prabang zie je urenlang niets anders dan groen. Groen, groen, groen met hier en daar een bamboe hut. Prachtig! Zo mooi is het regenwoud door het busraam dat je bijna vergeet dat je ondertussen flink door elkaar wordt gerammeld over het modderpad dat voor wegdek door gaat.
Luang Prabang; Het culturele Hart
In de vroegere koninklijke hoofdstad is het stil op straat. Monniken in saff raankleurige gewaden vegen stilletjes de binnenplaatsen van de vele tempels en wats en een enkele andere toerist slentert rustig langs de boetiekjes en bakkerijen. Het is moeilijk voor te stellen dat dit dorp, want groter is het niet, één van de belangrijkste bestemmingen in Laos is. Ik kan me weinig dingen voorstellen die rustgevender zijn dan rond te lopen door de straten van Luang Prabang. De met goud versierde wats liggen er prachtig bij tegen de strak blauwe lucht en de verschillende tentjes langs de rivier geven me genoeg ideeën voor morgen. De Kuang Si watervallen klinken aantrekkelijk en een dagje erop uit met een mountainbike moet hier geweldig zijn. Maar al dromend over morgen vraagt mijn maag om aandacht.
Laos maakt net als Vietnam deel uit van het vroegere Franse Indochina en behalve de Europees aandoende gebouwen in sommige straten hebben de Fransen nog iets nagelaten: stokbroodjes en bakkerijtjes. En dat betekent dat je naast de lokale lekkernijen - en die zijn er genoeg - ook heerlijke broodjes kunt krijgen op de hoek van de straat. Ik strijk ergens neer met uitzicht op de rivier en een allervriendelijkst lachende ober komt me tegemoet. "Sabaai-dii!" Wat zal het zijn? Ik sabaai-dii terug en bestel een stokbroodje kip en een kopje Laos koffie. Wat een heerlijk leven!
Op een stokje smaakt alles beter
De meeste toeristen oriënteren zich in op Phou Si Hill, het hoogste punt in Luang Prabang dat met haar schitterend witte klooster op de top niet te missen is. Vanaf de top van Phou Si Hill is de zonsondergang erg mooi te zien en zelfs als de zon achter de wolken schuil gaat is het uitzicht over het dorp en over de vallei net zo adembenemend als rustgevend. Op weg terug naar beneden zie ik dat onderaan allemaal rode tentjes worden uitgevouwen. Elke avond wordt de hoofdstraat omgetoverd tot één grote avondmarkt en talloze verkopers rollen hun matjes uit en gaan met een brede glimlach achter hun waar zitten. Het is een feest van kleur en zelfs iemand die niet zo van winkelen houdt wordt wel door de lage prijzen in verleiding gebracht. Ik sta stil bij een stalletje met kleding, want ik heb nog steeds geen linnen broek kunnen vinden die lang genoeg is voor mij Hollandse lange benen. "Sabaai-dii, my name is La", stelt de vriendelijk lachende eigenaresse zich voor. Ook hier zijn alle broeken te kort en als La het probleem ziet, biedt ze aan om er eentje te maken, speciaal voor mij en morgen klaar. Wat een service. Over de prijs doe ik niet moeilijk. Onderhandelen wordt dan wel in veel landen verwacht, maar in Laos hoef je echt niet altijd voor de laagste prijs te gaan. De prijzen zijn vaak al laag genoeg en bedenk dat voor die paar cent die je van de prijs af kletst de hele familie die avond had kunnen eten. En voor avondeten ga ik m’n neus achterna een zijstraat in. Bij de eettentjes van de night market verkopen ze rijst, verse groenten, loempiaatjes, soepen, allerlei soorten vlees en vis en alles ziet er even heerlijk uit. Ik begin mijn avondeten met een fruitshake en twee gebarbecuede kippenspiesjes, want op een stokje smaakt alles beter. Langzaam struin ik verder opzoek naar een volgende lekkernij.
Stay another day
Elke ochtend tussen vijf uur en half zes gaan de monniken erop uit om hun ontbijt en middageten bij elkaar te bedelen. Ze mogen niet werken voor hun geld en kunnen dus geen eten kopen. Ze lopen in stilte door de straten en krijgen aalmoezen in de vorm van rijst van de dorpelingen. De Tak Bat, zo heet dit ritueel, is mooi en bijzonder om te zien en als je voor één dag zo vroeg je bed uit kunt komen, is het zeker de moeite waard. Houd wel rekening met lokale gebruiken en toon respect door bijvoorbeeld niet van dichtbij foto’s te maken en laat de flitser uit staan. Ik geniet van de serene rust en blader door één van de lokale informatiegidsen Stay Another Day en ik zou best nog een dag in Luang Prabang willen blijven; er is nog zoveel te doen en zien. Maar de hoofstad Vientiane lokt, net als de mysterieuze vlake der kruiken, de indrukwekkende grotten van Muang Xay in het noorden en de Mekong Delta in het zuiden. Ik mis dit pittoreske dorp aan de Mekong nu al maar kan tegelijkertijd niet wachten om de rest van Laos te zien. Op naar de volgende glimlach en de volgende Sabaai-dii!
Tekst: Martijn den Heijer
Rondreizen Laos.