Het verhaal van Angkor

Het verhaal van Angkor


Een wereldmonument dat blijft verrassen

Een stad groter dan New York, met straten breder dan landingsbanen. Op het hoogtepunt, rond de 12e eeuw, leefden er meer dan een miljoen inwoners. En dan is er ook nog het grootste religieuze monument ter wereld! Angkor is zonder twijfel één van de meest bijzondere plekken ter wereld.

God-koningen
Vanuit de vrolijke chaos van Siem Reap rijd je diep de bossen in. Kleine huisjes, kruideniers en tuktuks maken daar langzaam plaats voor een dichte jungle, die je bijna lijkt op te slokken. Maar het tegendeel is waar: opeens stuit je op een gigantisch waterreservoir. En dat is pas het begin, slechts de slotgracht van het wonderbaarlijke Angkor. Steek de 350 meter lange brug over, geflankeerd door mysterieuze standbeelden van mythische slangenmonsters en leeuwen, en loop door de poort van de kilometer brede stadsmuur – pas dan ben je er. Onvoorstelbaar!

Je kunt Angkor eigenlijk niet begrijpen zonder te weten hoe de middeleeuwse Cambodjaanse samenleving eruit zag. Daarin waren twee aspecten heel belangrijk: het Hindoeïsme en de absolute macht van de koning. In het rijk van de Khmer, zoals Cambodja toen heette, was vooral de god Vishnu, die staat voor kracht en creativiteit, enorm belangrijk. Dus toen koning Jayavarman de Tweede er voor het eerst in slaagde om een sterke Cambodjaanse staat op te richten, wilde hij zich graag vereenzelvigen met deze oppergod van het Hindoeïsme. De belangrijkste heiligmannen uit India werden overgehaald en Jayavarman liet zich met een uitgebreide ceremonie kronen als ‘Devaraja’: God-koning.

Zo werd de koning van de Khmer een god op aarde. Dat moest duidelijk gemaakt worden aan alle inwoners van het rijk. De centrale tempel, die uiteindelijke Angkor Wat ging heten, was daartoe het middel. Met deze tempel was de stad niet alleen een plek waar men leefde, maar ook een symbool voor de koning als manifestatie van Vishnu. Het centrale tempelcomplex, midden in de stad, kreeg vijf torens: vier kleine torens in een kruis, met een grote toren in het midden. Dat was een verwijzing naar de mythische Meru-berg met vijf pieken, waarop Vishnu zou leven. Hier in Angkor leefde de Devaraja. En zoals er heilige rivieren ontspringen uit de Meru-berg, zo was de centrale tempel van Angkor Wat het epicentrum van alle irrigatiekanalen van de stad.

Niet op los zand
Maar al dat water rondom de tempel had niet alleen religieuze redenen. De eerste poging om de tempel van Angkor Wat te bouwen liep uit tot mislukking. Het ontwerp was zo groots in opzet, dat het in het eerste droge seizoen instortte onder zijn eigen gewicht. Die maanden was de aarde namelijk te droog en te broos geworden om het kolossale gewicht te dragen. Gelukkig bleken de ingenieurs en architecten van Jayavarman bijzonder vindingrijk. Als ze ervoor konden zorgen dat de aarde het hele jaar vochtig bleef, dan zou tempel vast ook niet instorten. Zo gezegd, zo gedaan – er werd een gigantisch brede slotgracht aangelegd rondom de tempel. Dat levert niet alleen onvergetelijk mooie plaatjes bij zonsondergang op, maar zorgt er dus ook voor dat het complex niet instort!

Maar waar is alles gebleven?
Hoe indrukwekkend Angkor vandaag de dag ook is, je ziet maar een fractie van wat de stad vroeger is geweest. Het enige dat is overgebleven zijn tempels als Angkor Wat. Kun je nagaan hoeveel mensen hier woonden, als je al deze tempels nodig hebt! Het zijn er misschien wel honderden. En dat je niets ziet van al het andere dat is gebouwd, van de arbeidershuisjes tot de extravagante paleizen van de koningen, was omdat alles van hout werd gemaakt. In de hoogtijdagen, toen hier ruim een miljoen mensen leefden, was elke vierkante meter binnen de stadsmuren bebouwd, volgens een strak stratenplan. Met alle kleine stoepa’s en parken moet dat er ongeveer uitgezien hebben als Versailles. Alleen liepen hier natuurlijk geen chique paardenkoetsen, maar olifantenkolonnes.

Behalve op het land speelde een groot deel van het leven zich ook af op het water. De stad stond via het minutieuze netwerk van kanalen, reservoirs en waterwegen in verbinding met het hele koninkrijk. Van heinde en verre kwamen mensen naar Angkor om hun waar te verkopen, om te bidden of, gek genoeg: om naar het ziekenhuis te gaan. Een van de latere Khmer-koningen was namelijk de eerste ter wereld die een algemeen zorgstelsel oprichtte, waar iedereen aanspraak op kon maken. Zelfs Chinese handelaren, die daar toen nog maanden voor moesten varen, of Arabische handelaren, die de unieke medicijnen vaak terug smokkelden en doorverkochten in Europa, waren welkom. De stad telde in totaal meer dan 120 ziekenhuizen!

Juist die geschiedenis maakt Angkor tot een wereldmonument. Hier zijn niet alleen midden in de jungle de meest wonderlijke bouwwerken neergezet: de stad is in zijn geheel onderdeel van een eeuwenoude, complexe cultuur, die al heel vroeg in contact stond met de hele wereld. Met dat in je achterhoofd wordt een bezoek aan dit wereldmonument extra bijzonder.