Wieliczka: reis naar het middelpunt der aarde
De Poolse zoutmijn Wieliczka, bij Krakow, is de enige plaats ter wereld waar sinds de middeleeuwen onafgebroken mijnbouw wordt bedreven. Behalve een avontuurlijke reis terug in de geschiedenis van de mijnbouw en de mijnwerkers, biedt de bezichtiging ook een oogstrelende ervaring.
Wit goud
Al sinds 3500 voor Christus wordt in deze regio zout gewonnen, maar de huidige mijn is ‘pas’ sinds de 13e eeuw tot op de dag van vandaag in gebruik. Zout was in de middeleeuwen, vóór de invoering van het muntgeld, een belangrijk betaalmiddel. De Poolse koningen werden zich al snel bewust van de waarde van het witte goud en stelden een monopolie in op de winning en handel. Het zout, dat in die tijd werd gebruikt als conserveermiddel voor vlees, boter en vis, bij het bewerken van huiden en in buskruit, vormde zo een onuitputtelijke bron van staatsinkomsten. Het werk in de mijn was voornamelijk handarbeid en daardoor zwaar en gevaarlijk. Behalve mijnwerkers voor de directe zoutwinning, had de mijn timmerlieden, vatenmakers, smeden en eigen koks in dienst. In de 14e eeuw werd de exploitatie gemoderniseerd. Er kwamen tredmolens, zodat de arbeiders het zout niet langer met de hand aan touwen naar de oppervlakte hoefden te trekken. Een eeuw later werden paarden ingezet voor het ondergronds transport van de mijnkarretjes en in de 16e eeuw groeide de mijn uit tot de grootste onderneming van Europa. Onder Oostenrijkse heerschappij werden vanaf 1772 een stoomlift en pneumatische boorhamers geïntroduceerd. De ontwikkelingen gingen verder, maar onder het communistische bewind trager dan in het vrije westen. Zo zagen tragisch genoeg de laatste werkpaarden van de mijn pas in 2002 weer definitief het daglicht.
Doolhof
De twee uur durende rondleiding begint met een afdaling naar het eerste niveau, zo’n 65 meter onder de grond, via een houten trap van 380 treden in een van de schachten. De vele bezoekers die je in de loop der eeuwen zijn voorgegaan, hebben hun handtekeningen en opmerkingen achtergelaten op de houten wanden van de schacht. Al sinds de 15e eeuw komen hier toeristen, waaronder hele beroemde, zoals wetenschapper Nicolas Copernicus, de humanist en poëet Konrad Celtes, dichter/onderzoeker Johann Wolfgang Goethe en de componist Frédéric Chopin. In die tijd werden de schaarse bezoekers aan touwen neergelaten, een angstige ervaring die zo’n half uur in beslag nam.
Tegenwoordig ontvangt de mijn zo’n 800.000 bezoekers per jaar en zijn er rondleidingen in vele talen. Onderaan de schacht aangekomen hoor je van de gids dat het raadzaam is om als groep bij elkaar te blijven om verdwalen te voorkomen. Een advies dat je maar het beste kunt opvolgen. De mijn strekt zich namelijk uit over negen ondergrondse niveaus met zo’n 300 kilometer aan tunnels en galerijen. Het complex reikt tot een diepte van 327 meter en bevat duizenden ruimtes, waarvan sommige voorzien van water. Een waar doolhof waar je zonder begeleiding ten dode bent opgeschreven. De rondleiding voert je langs een 3,5 kilometer lang parcours waarbij je afdaalt tot 140 meter onder de grond. Onderweg krijg je niet alleen uitleg over de ontwikkeling van de mijnbouwmethoden, maar zie je ook kunstzinnig uitgehakte sculpturen, muurdecoraties en eeuwenoude kapelletjes die de mijnwerkers geestelijke steun boden bij de werkzaamheden.
Heilzaam
De temperatuur in de mijn ligt het hele jaar door rond de 14 graden. Warme kleding is dus ook in de zomermaanden aan te raden. De constante temperatuur blijkt een gunstig effect te hebben op patiënten met aandoeningen aan de luchtwegen en sinds de jaren ’50 bevinden zich ondergronds verschillende behandelkamers. De heilzame werking van zout was al in de middeleeuwen bekend. Destijds waren zoutbaden tegen allerlei huidaandoeningen populair. In de 19e eeuw maakten de therapieën een verdere ontwikkeling door en kon men voor steeds meer aandoeningen een behandeling volgen. Zout bleek een probaat middel tegen hysterie, tegen onvruchtbaarheid en ook lieten maar liefst 3000 patiënten zich hier behandelen tegen impotentie.
Kroonluchters van zout
Hoogtepunt van de rondleiding is een bezoek aan de enorme kapel van de heilige Kinga, 100 meter onder de grond. De bouw begon in 1870 en duurde twintig jaar. Na het weghalen van enorme hoeveelheden zout werden de zo verkregen wanden kunstzinnig bewerkt. De kapel maakt met zijn reusachtige afmetingen, forse kroonluchters vervaardigd van zoutkristallen en verlichte bijbeltaferelen als wanddecoraties, een onuitwisbare indruk. Tegenwoordig wordt de ruimte gebruikt voor trouwerijen, exposities, conferenties en op nieuwjaarsdag als balzaal. De bezichtiging eindigt op 130 meter onder de grond bij het restaurant, de souvenirwinkel en het postkantoor. Een authentieke mijnlift brengt je in enkele minuten door de Danilowicz-schacht weer naar het aardoppervlak. Het tochtje met de lift is als een reis terug naar de huidige tijd waar, ondanks de ruime beschikbaarheid van de moderne geneesmiddelen, het zout nog altijd in alle soorten grif van de hand gaat.
Bekijk onze rondreizen door Polen.