Sri Lanka een paar weken na de tsunami 'De lichtpuntjes zagen we in de kinderen'
Henk Franken,directeur van Unicef Nederland, bezocht Sri Lanka drie weken na de tsunami. Hij vertelt over zijn ervaringen in de getroffen gebieden Batticaloa, Kalmunai en Ampara.
"Wat ik in Sri Lanka zag, heeft me diep geraakt. Sri Lankanen weten wat armoede is, ze leiden ook zonder zo'n ramp al geen makkelijk leven. Maar de enorme destructie van de tsunami hadden ze niet verwacht. Dat is iets heel anders dan een gebied waar mensen bij wijze van spreken al voor de zoveelste keer een hongersnood meemaken.
Een ramp van deze omvang brengt natuurlijk een enorme chaos teweeg. Gelukkig werkt Unicef al dertig jaar in Sri Lanka. Dus we kennen het land, we hebben er onze infrastructuur en contacten met overheden. Daardoor konden we direct na de ramp hulp bieden. Een van de Unicef-veldkantoren staat in Batticaloa, in een van de getroffen gebieden. Doordat daar een week vóór de tsunami al flinke overstromingen waren geweest, waren er net 25.000 gezinspakketten gebracht. Zo konden we een dag na de tsunami al dekens, kookgerei, tenten en voedsel uitdelen. Zoiets lukt alleen maar als je er al bent.
Zwarte cobra
Ze noemen de tsunamigolf hier de zwarte cobra. Het ene moment was er een rimpeling, even later plotseling een vijf meter hoge, zwarte golf. Even had die golf de vorm van een cobra die aanvalt. Vooral toen hij zich terugtrok heeft de golf grote schade veroorzaakt. Van huizen en scholen zijn alleen funderingen over.
Dikke muren liggen als brokstukken verspreid, waterputten vind je zestig meter verderop ondersteboven terug. De meeste volwassenen waren erg gesloten, de mannen waren vooral bezig met hoe ze nu verder moesten. Maar de kinderen waren aan het spelen; Unicef heeft ze in een therapeutische schoolomgeving gebracht. Ze volgen dan een uurtje school en daarna worden er vooral veel spelletjes gedaan. Vrijwel elke school die we zagen, biedt onderdak aan dorpsgemeenschappen. Unicef creëert dan elders een leeromgeving. Soms in tenten, of onder een boom.
Mensen die niet bij familie terecht konden, wonen nu in tentenkampen. Wij bezochten een kamp van Unicef. Er is schoon drinkwater, er zijn sanitaire voorzieningen en plekken om te koken. Vrijwilligers uit het hele land komen zelfgemaakte matten en kookgerei brengen om de slachtoffers te helpen.
Kleine helden
De lichtpuntjes die we zagen, zitten in de kinderen zelf. Daar zijn de kleine helden te vinden. De kinderen zullen hun trauma nooit helemaal kwijtraken, maar ze kunnen er wel mee leren leven. Het is belangrijk dat Unicef zich met traumaverwerking bezighoudt, we besteden daar veel aandacht aan. De generatie die voor de kinderen moet zorgen, heeft veel hulp nodig. Ik denk dat kinderen de volwassenen erdoorheen zullen slepen en motiveren om verder te gaan."
"Wat ik in Sri Lanka zag, heeft me diep geraakt. Sri Lankanen weten wat armoede is, ze leiden ook zonder zo'n ramp al geen makkelijk leven. Maar de enorme destructie van de tsunami hadden ze niet verwacht. Dat is iets heel anders dan een gebied waar mensen bij wijze van spreken al voor de zoveelste keer een hongersnood meemaken.
Een ramp van deze omvang brengt natuurlijk een enorme chaos teweeg. Gelukkig werkt Unicef al dertig jaar in Sri Lanka. Dus we kennen het land, we hebben er onze infrastructuur en contacten met overheden. Daardoor konden we direct na de ramp hulp bieden. Een van de Unicef-veldkantoren staat in Batticaloa, in een van de getroffen gebieden. Doordat daar een week vóór de tsunami al flinke overstromingen waren geweest, waren er net 25.000 gezinspakketten gebracht. Zo konden we een dag na de tsunami al dekens, kookgerei, tenten en voedsel uitdelen. Zoiets lukt alleen maar als je er al bent.
Zwarte cobra
Ze noemen de tsunamigolf hier de zwarte cobra. Het ene moment was er een rimpeling, even later plotseling een vijf meter hoge, zwarte golf. Even had die golf de vorm van een cobra die aanvalt. Vooral toen hij zich terugtrok heeft de golf grote schade veroorzaakt. Van huizen en scholen zijn alleen funderingen over.
Dikke muren liggen als brokstukken verspreid, waterputten vind je zestig meter verderop ondersteboven terug. De meeste volwassenen waren erg gesloten, de mannen waren vooral bezig met hoe ze nu verder moesten. Maar de kinderen waren aan het spelen; Unicef heeft ze in een therapeutische schoolomgeving gebracht. Ze volgen dan een uurtje school en daarna worden er vooral veel spelletjes gedaan. Vrijwel elke school die we zagen, biedt onderdak aan dorpsgemeenschappen. Unicef creëert dan elders een leeromgeving. Soms in tenten, of onder een boom.
Mensen die niet bij familie terecht konden, wonen nu in tentenkampen. Wij bezochten een kamp van Unicef. Er is schoon drinkwater, er zijn sanitaire voorzieningen en plekken om te koken. Vrijwilligers uit het hele land komen zelfgemaakte matten en kookgerei brengen om de slachtoffers te helpen.
Kleine helden
De lichtpuntjes die we zagen, zitten in de kinderen zelf. Daar zijn de kleine helden te vinden. De kinderen zullen hun trauma nooit helemaal kwijtraken, maar ze kunnen er wel mee leren leven. Het is belangrijk dat Unicef zich met traumaverwerking bezighoudt, we besteden daar veel aandacht aan. De generatie die voor de kinderen moet zorgen, heeft veel hulp nodig. Ik denk dat kinderen de volwassenen erdoorheen zullen slepen en motiveren om verder te gaan."