Buigzaam als bamboe: de veerkracht van Vietnam
Tekst: Ricci Scheldwacht
Na de Vietnamoorlog was het land bankroet. De laatste decennia is er sprake van een wonderbaarlijke wederopstanding.
Vietnam is een land met enorme mogelijkheden. Een land dat in een razend tempo verandert en toch zijn karakter weet te behouden. Het land werd nagenoeg verwoest door oorlog, maar toonde een enorme veerkracht. Vooral de laatste jaren maakt Vietnam een opmerkelijke ontwikkeling door. Vietnam mag dan nog geen economische grootmacht zijn zoals China, India, Japan of Zuid-Korea, de economische ontwikkeling die het land doormaakt gaat zo snel, dat zelfs de meest doorgewinterde Aziëkenner er versteld van staat. Nog geen Aziatische tijger, maar toch zeker een tijgerwelp, schreef het gezaghebbende tijdschrift The Economist. Na de Vietnamoorlog Na het einde van de Vietnamoorlog in 1975 en het vertrek van de Amerikanen was Vietnam er slecht aan toe. Dertig jaar oorlog hadden het land aan de afgrond gebracht. De hereniging van het noorden en het zuiden bracht echter geen vooruitgang met zich mee. De nieuwe communistische machthebbers konden met de invoering van een centraal geleide economie het tij niet keren. Economisch ging het nog meer bergafwaarts. Uit angst voor het communistisch regime vluchtten veel Vietnamezen naar het buitenland; de wereld maakte voor het eerst kennis met de Vietnamese bootvluchtelingen. Politiek stond Vietnam er nagenoeg alleen voor. Economisch was het geïsoleerde land bankroet en er dreigde zelfs een hongersnood.
Doi Moi
Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw behoorde Vietnam - dat land van het zuiden betekent - tot de armere landen van de wereld. Inmiddels maakt het land een sterke economische groei door. Het herstel begon in 1986 met de invoering van de Doi Moi (Nieuwe Structuur). Met deze hervorming van het economisch stelsel werd de centraal geleide economie stap voor stap vervangen voor een vrijemarkteconomie. Met het economisch succes van kapitalistische buurlanden Thailand en Maleisië voor ogen besloot het communistische regime particulier initiatief toe te staan. Niet-rendabele staatsbedrijven konden niet langer op staatssubsidie rekenen en werden gesloten of verkocht.
Internationale handelsverdragen
Na een lange periode van isolatie richtte Vietnam de blik naar buiten. In 1999, bijna 25 jaar na het einde van de Vietnamoorlog, werd een handelsakkoord met de Verenigde Staten gesloten. Eerder was het land al toegetreden tot de Associatie van Zuidoost-Aziatische landen (ASEAN). In 2007 trad Vietnam toe tot de Wereld Handelsorganisatie (WTO). Ook met de Europese Unie werden er afspraken gemaakt. In het vrijhandelsverdrag dat in 2015 werd ondertekend, zijn de meeste heffingen op goederen geschrapt. Verder mogen Europese bedrijven meedingen bij overheidsaanbestedingen voor de aanleg van wegen, spoorwegen en havens. Daarnaast ging ook de markt open voor financiële diensten, telecommunicatie, post en transport.
Nederlands bedrijfsleven
De internationale handelsverdragen zorgden voor de komst van buitenlandse bedrijven. Ook Nederland profiteert van de liberalisering van de Vietnamese economie. Een groeiend aantal Nederlandse bedrijven is in Vietnam actief. Het land behoort tot de vijftig belangrijkste exportmarkten van Nederland. In 2014 reisde een handelsdelegatie onder leiding van premier Mark Rutte naar Vietnam. Eerder al presenteerde minister Melanie Schultz-Van Haegen van Infrastructuur en Milieu het Nederlands-Vietnamese Mekong Deltaplan voor een duurzame en veilige ontwikkeling van de rivierdelta. Ook de burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb reisde naar Vietnam om daar advies te geven over watermanagement en het klimaat.
Vietnamese export
Aanvankelijk was Vietnam een agrarisch land. Boeren en vissers bedienden de lokale markten. Tegenwoordig behoort Vietnam tot de grootste exporteurs ter wereld van rijst, koffie, kleding en rubber. De laatste jaren zijn daar twee belangrijke inkomstenbronnen bij gekomen: toerisme en IT. In Ho Chi Minh Stad, het voormalige Saigon, hebben talloze technologie- en IT-startups een deel van de stad veranderd in een Vietnam Silicon Valley.
Economisch wonder
Het hervormingsprogramma Doi Moi heeft ontegenzeggelijk geleid tot economische groei. In de jaren ’90 van de vorige eeuw bedroeg die gemiddeld 7 procent. Als gevolg van de Aziatische financiële crisis in 1997, die ook Vietnam trof, liep die snel terug. De laatste jaren bedraagt de economische groei weer iets meer dan 6 procent. Met zijn 95 miljoen inwoners is Vietnam daarmee nog altijd een van de snelst groeiende economieën van Azië. In 2010 schaarde Vietnam zich volgens De Wereldbank bij de zogeheten lage middeninkomenslanden (Middle Income Countries, MICs). In de afgelopen 20 jaar daalde de armoede van bijna 60 procent tot iets meer dan 20 procent.
Schaduwzijden
De zeer snelle economische groei leidt echter ook tot grotere inkomensverschillen. Niet alle Vietnamezen profiteren van de economische groei. Het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) waarschuwt voor een grotere kloof tussen de stad en het platteland. Veel Vietnamezen uit de provincie trekken naar de stad, waar ze vaak onder slechte arbeidsomstandigheden slecht betaald werk verrichten. Voor die groep, die nauwelijks kan rondkomen, blijft het leven zwaar.
Niet alle Vietnamezen profiteren van de economische groei
Toch blijft Vietnam een optimistisch land. Zelf vergelijken Vietnamezen hun land vanwege de vorm met een bamboedraagstok met aan beide uiteinden een mand rijst. Op het eerste gezicht een bescheiden vergelijking, maar goed beschouwd een krachtige metafoor. Als Vietnam ergens aanspraak op mag maken is het zijn veerkracht. Die is net zo flexibel als bamboe. Ontzettend buigzaam, maar niet te breken.
Hoofdstad | Hanoi (7 miljoen inwoners) |
Oppervlakte | 331.210 km² |
Aantal inwoners | 95 miljoen |
Taal | Vietnamees |
Munt | Vietnamese Dong |
Belangrijke stad | Ho Chi Minhstad (8 miljoen inwoners) |