Festival au Désert in Mali: Etalage van rijke Muziekcultuur
door Jos Schuring
“Allez Baba, prends la guitare!” De jonge Malinese muzik ant Baba Salah laat zich
graag uitnodigen een nummertje mee te spelen met de razend populaire band Tinariwen.Toeschouwers zitten onder een boom in de hete woestijnzon. Het typeert de lekker losse sfeer tijdens het Festival au Désert in Essak ane, een oase in de woestijn bij Timboektoe.
Op muziekgebied heeft Mali zich de laatste tien jaar ontwikkeld tot een van de interessantste Afrikaanse landen. Boubacar Traoré, Ali Farka Touré, Salif Keita, Oumou Sangaré, Amadou & Mariam, Habib Koité, het zijn allemaal grote sterren en afkomstig uit Mali. Allen speelden al eens op het inmiddels vermaarde festival dat ieder jaar in januari plaatsvindt. In drie dagen treden er ongeveer veertig
groepen op, waarvan het overgrote deel uit Mali afkomstig is. De locatie is wonderschoon. Zover het oog reikt zien we prachtige, witte zandduinen. Op de zandweide voor het enige podium – zonder overkapping! - is plaats voor duizend mensen. Ook vanaf de heuvel daarachter heb je een prima zicht op het podium. Omdat het ’s avonds snel afkoelt in de woestijn heeft de festivalorganisatie tientallen kokers geplaatst van gaas, gevuld met houtskool. De roodgloeiende kooltjes verspreiden een lekkere warmte en geven het festivalterrein een sprookjesachtige aanblik.
Afrikaanse John Lee Hooker?
Mali’s rijke muziektraditie is een erfenis van de bloeiperiode in de late middeleeuwen. Handelskaravanen frequenteerden Timboektoe, in die tijd het centrum voor islamitisch recht en koranleer. De vroegere rijken van de Mandinke en de Songhai zijn nog steeds van invloed op de Malinese muziekcultuur.
Salif Keita werd succesvol door de revolutionaire mix van traditionele Mandinke-muziek met worldbeats. Zijn eerste album Soro (1987) was niet alleen direct een hit, het zorgde wereldwijd voor een enorme hausse in wereldmuziek en geldt nog steeds als een klassieker. De wortels van bluesgitarist Ali Farka Touré liggen in de Songhai. Om die reden kon hij zich vaak ergeren aan het feit dat hij de Afrikaanse
John Lee Hooker genoemd werd. Vanuit muziekhistorisch perspectief is het eerder andersom. Touré brak definitief door in de westerse wereld met Talking Timbuktu, opgenomen met Ry Cooder, die daarvoor naar Mali was gekomen.
Muzikale verhalenvertellers
Veel voorkomende instrumenten in de muziek uit Mali zijn de ngoni en de kora. De ngoni is een primitieve gitaar met meestal één, soms twee snaren en een indringend ‘typisch Afrikaans’ geluid. De 21-snarige kora, een luitachtige harp, is
hèt instrument van de griots. Deze muzikale verhalenvertellers, enigszins vergelijkbaar met de middeleeuwse minstrelen in Europa, worden in Mali ook wel jeli’s genoemd.
Mory Kanté uit Guinee is een van de bekendste griots, maar de Malinese muzikant Toumani Diabaté wordt algemeen gezien als de meester van de kora. Dat is goed
te horen op bijvoorbeeld In the Heart of the Moon, het album dat hij maakte samen met Ali Farka Touré.
Oumou Sangaré komt uit het westen van Mali en haar stijl wordt wassoulou genoemd. Zij toonde de moed om in haar teksten de in Afrika veel voorkomende
polygamie te bekritiseren, waardoor ze uitgroeide tot een held voor veel vrouwen.
De band Tinariwen, de jongste sensatie uit Mali, bestaat uit Toearegs, een nomadenvolk uit Saharalanden als Niger, Mauretanië, Burkina Faso, Tsjaad, Mali, Algerije en Libië. In al deze landen vormen de Toearegs een minder-heid en op politiek en economisch gebied werden ze lang onderdrukt.
Na felle rebellie in de jaren tachtig van de vorige eeuw, is in 1995 in Burkina Faso een vredesakkoord bereikt.
De woestijnrock van Tinariwen kenmerkt zich door fraaie meerstemmige zang in het Tamashek, de taal van de Toearegs. De simpele, maar ijzersterke gitaarakkoorden klinken broeierig en loom, maar ook heel krachtig. De groep maakte drie albums die stuk voor stuk zeer de moeite waard zijn.
Ontmoetingsplaats voor Toearegs
Tinariwen stond aan de wieg van het Festival au Désert. Het idee ontstond in het Franse Angers tijdens een tournee. Samen met de Franse muzikanten van Lo’Jo ontwikkelden ze de formule van het muziekfestival waarbij de ontmoetingsfunctie voor de verschillende Toearegvolken een belangrijke rol speelt. Overdag houden de festivalbezoekers kamelenrennen, ze dansen, drijven handel en wisselen informatie uit. De mannen grijpen het feest aan om huwelijkspartners te zoeken, maar het festival biedt ook een politiek platform waar verschillende leiders elkaar ontmoeten.
De organisatie van het festival is chaotisch. Van het op de website aangekondigde programma blijkt niets meer te kloppen. Maar daar valt goed mee te leven. Het gaat hier immers meer om de ontdekkingen en de sfeer dan om het feest der herkenning. Bovendien etaleert het festival de rijke muziekcultuur van Mali op
aantrekkelijke wijze. De vele tenten, de vaak prachtige Toearegs in hun kleurige gewaden, de uitgestrektheid van het landschap, het fijne witte zand en de muziek
zorgen voor een bijna surrealistische sfeer. Het Festival au Désert afficheert zich graag als het meest afgelegen muziekfestival van de wereld. Dat lijkt niet verdreven, het mag ook met recht een uniek festival heten.
Djoser heeft het programma van de 18-daagse reis naar Mali, met vertrek op 4 januari 2008, aangepast om het Festival au Désert te kunnen bezoeken.