Tanzania & Zanzibar: 'Big five' Swahilicultuur en mooie zandstranden
In de spectaculaire Ngorongorokrater en op de eindeloze savannes van Serengeti is de ‘big five’ gemakkelijk waar te nemen. Op Zanzibar intrigeert de Swahilicultuur en kun je dwalen in het straatjeslabyrint van Stonetown. De mooie zandstranden, omzoomd met kromgebogen palmen, vormen een prettige afsluiting van je boeiende safari.
Op het vasteland van Tanzania reizen we per vierwielaangedreven auto’s, we nemen alle tijd om het wild te observeren en overnachten in comfortabele lodges, midden in de indrukwekkende natuur. In Tarangire, ons eerste nationale park, zorgt de gelijknamige rivier ervoor dat er altijd water beschikbaar is. Daardoor is Tarangire een van de weinige parken in Tanzania waar het hele jaar door grote kudden olifanten worden gesignaleerd. Roofdieren als cheeta’s, luipaarden en hyena’s, houden de buffels, zebra’s, giraffen en verschillende antilopensoorten nauwlettend in de gaten. Koning leeuw heeft in dit park zijn eigen specialiteit: in bomen klimmen. Moerasgebieden trekken het hele jaar foeragerende vogels aan, waaronder pelikanen, en aan de randen van de uitgestrekte graslanden staan duizend jaar oude baobabs.
Om al dat natuurschoon te observeren en te fotograferen, maken we hier verschillende ‘gamedrives’. Serengeti - het Masai-woord voor ‘eindeloze vlakte’ - is het beroemdste park van Tanzania. Samen met Masai Mara in Kenia, vormt het gebied een ecosysteem met de grootste overgebleven concentratie weidedieren in Afrika. De jaarlijkse migratie van de gnoes, zebra’s en gazellen in beide parken is onderwerp van talloze documentaires, waaronder Serengeti Symphony van de beroemde Nederlandse natuurfi lmer Hugo van Lawick. De migratie komt meestal op gang aan het einde van het regenseizoen. We rijden al gamedrivend naar onze comfortabele lodge in het park. Onderweg speuren we naar de zwarte neushoorn, nijlpaarden, Thomsongazellen, jakhalzen en zien ten minste enkele van de 500 vogelsoorten die in het park voorkomen. In de Seroneravallei huizen verschillende groepen leeuwen, die meestal het landschap overzien vanaf een van de kopjes, de karakteristieke stenen heuveltjes.
Tijdens ons verblijf volgen we het ritme van de natuur. In de vroege ochtend en laat in de middag, als het niet te heet is, gaan we op zoek naar de bewoners van het park. Terwijl we naar de spectaculaire Ngorongorokrater rijden, passeren we manyatta’s, de dorpen van de Masai. Met hun rode omslagdoeken zijn deze veehoeders al van verre te zien. We stoppen onderweg in de Olduvaikloof waar de Leakyfamilie fossielen van mensachtigen heeft gevonden.
In de Ngorongoro, de grootste krater ter wereld, dalen we af naar de bodem, die een doorsnee heeft van 20 kilometer. Dat dit Tanzania’s meest bezochte park is, is te verklaren uit de permanente aanwezigheid van water. Daardoor houdt zich hier een grote concentratie wild op, waaronder de ‘big five’. Nijlpaarden delen de poelen soms met flamingo’s en met enig geluk zien we hier de zwarte neushoorn. De afdaling de volgende dag, richting MtowaMbu, is spectaculair en vergt veel van de rijkunst van de chauffeur. Grillig gevormde apebroodbomen en het uitzicht op het Manyarameer leveren fotogenieke beelden op.
Terug in de bewoonde wereld, in Arusha, nemen we het vliegtuig naar het zuiden. Op het eiland Zanzibar vind je een unieke mengeling van Swahilicultuur en Arabische invloeden, een erfenis uit de periode dat de sultan van Oman hier zijn zetel had. De handel in slaven en specerijen vormde eeuwenlang een belangrijke bron van inkomsten voor de sultans. Vanuit ons centraal gelegen hotel kun je dwalen in de nauwe straatjes van de ‘Old Stone Town’, langs huizen met mooi versierde houten deuren, kleine moskeeën en koranschooltjes waar kinderen op houten leitjes het Arabische schrift oefenen. Intrigerend zijn de woning van David Livingstone en de oude slavenkerkers. Je kunt ook een uitstapje maken naar de specerijenplantages of naar het eiland Changuu met zijn reuzenschildpadden. De laatste dagen verblijven we in een hotel aan een van de mooie stranden van het eiland. Het is hier goed uitrusten van je bijzondere safari en natuurlijk kun je snorkelen of duiken boven de prachtige koraalriffen. We vliegen van Zanzibar via Dar es Salaam terug naar Amsterdam.
Op het vasteland van Tanzania reizen we per vierwielaangedreven auto’s, we nemen alle tijd om het wild te observeren en overnachten in comfortabele lodges, midden in de indrukwekkende natuur. In Tarangire, ons eerste nationale park, zorgt de gelijknamige rivier ervoor dat er altijd water beschikbaar is. Daardoor is Tarangire een van de weinige parken in Tanzania waar het hele jaar door grote kudden olifanten worden gesignaleerd. Roofdieren als cheeta’s, luipaarden en hyena’s, houden de buffels, zebra’s, giraffen en verschillende antilopensoorten nauwlettend in de gaten. Koning leeuw heeft in dit park zijn eigen specialiteit: in bomen klimmen. Moerasgebieden trekken het hele jaar foeragerende vogels aan, waaronder pelikanen, en aan de randen van de uitgestrekte graslanden staan duizend jaar oude baobabs.Om al dat natuurschoon te observeren en te fotograferen, maken we hier verschillende ‘gamedrives’. Serengeti - het Masai-woord voor ‘eindeloze vlakte’ - is het beroemdste park van Tanzania. Samen met Masai Mara in Kenia, vormt het gebied een ecosysteem met de grootste overgebleven concentratie weidedieren in Afrika. De jaarlijkse migratie van de gnoes, zebra’s en gazellen in beide parken is onderwerp van talloze documentaires, waaronder Serengeti Symphony van de beroemde Nederlandse natuurfi lmer Hugo van Lawick. De migratie komt meestal op gang aan het einde van het regenseizoen. We rijden al gamedrivend naar onze comfortabele lodge in het park. Onderweg speuren we naar de zwarte neushoorn, nijlpaarden, Thomsongazellen, jakhalzen en zien ten minste enkele van de 500 vogelsoorten die in het park voorkomen. In de Seroneravallei huizen verschillende groepen leeuwen, die meestal het landschap overzien vanaf een van de kopjes, de karakteristieke stenen heuveltjes.
Tijdens ons verblijf volgen we het ritme van de natuur. In de vroege ochtend en laat in de middag, als het niet te heet is, gaan we op zoek naar de bewoners van het park. Terwijl we naar de spectaculaire Ngorongorokrater rijden, passeren we manyatta’s, de dorpen van de Masai. Met hun rode omslagdoeken zijn deze veehoeders al van verre te zien. We stoppen onderweg in de Olduvaikloof waar de Leakyfamilie fossielen van mensachtigen heeft gevonden.
In de Ngorongoro, de grootste krater ter wereld, dalen we af naar de bodem, die een doorsnee heeft van 20 kilometer. Dat dit Tanzania’s meest bezochte park is, is te verklaren uit de permanente aanwezigheid van water. Daardoor houdt zich hier een grote concentratie wild op, waaronder de ‘big five’. Nijlpaarden delen de poelen soms met flamingo’s en met enig geluk zien we hier de zwarte neushoorn. De afdaling de volgende dag, richting MtowaMbu, is spectaculair en vergt veel van de rijkunst van de chauffeur. Grillig gevormde apebroodbomen en het uitzicht op het Manyarameer leveren fotogenieke beelden op.
Terug in de bewoonde wereld, in Arusha, nemen we het vliegtuig naar het zuiden. Op het eiland Zanzibar vind je een unieke mengeling van Swahilicultuur en Arabische invloeden, een erfenis uit de periode dat de sultan van Oman hier zijn zetel had. De handel in slaven en specerijen vormde eeuwenlang een belangrijke bron van inkomsten voor de sultans. Vanuit ons centraal gelegen hotel kun je dwalen in de nauwe straatjes van de ‘Old Stone Town’, langs huizen met mooi versierde houten deuren, kleine moskeeën en koranschooltjes waar kinderen op houten leitjes het Arabische schrift oefenen. Intrigerend zijn de woning van David Livingstone en de oude slavenkerkers. Je kunt ook een uitstapje maken naar de specerijenplantages of naar het eiland Changuu met zijn reuzenschildpadden. De laatste dagen verblijven we in een hotel aan een van de mooie stranden van het eiland. Het is hier goed uitrusten van je bijzondere safari en natuurlijk kun je snorkelen of duiken boven de prachtige koraalriffen. We vliegen van Zanzibar via Dar es Salaam terug naar Amsterdam.