Puur avontuur zonder hekken (door Thijs Heslenfeld)
Overnachten tussen leeuwen, hyena’s en luipaarden. Niet op een veilig kampeerterrein met een hek er omheen, maar écht midd en in de Afrikaanse wildernis. Een fantastische ervaring. Maar je moet wel een beetje van avontuur houden.
Tekst en fotografie: Thijs Heslenfeld
Zoveel wild zag ik nooit eerder in zo korte tijd. Een fantastisch mooi luipaard, een groep leeuwen, badende hyena’s en een jachtluipaard met twee kleintjes vlak langs de track. Allemaal even prachtig. Wat een dag was dit! Maar nu. Nu valt de nacht. En de euforie van de dag begint langzaam maar zeker plaats te maken voor onrust. Wat dóe ik hier eigenlijk? ‘Adrenalin camping’ staat er op de rugleuning van m’n uitklapstoeltje en ik begin te begrijpen waarom. Een paar uur geleden maakte ik nog foto’s van een prachtige leeuw die heel rustig een dutje deed ergens langs het zandpad. Nu zit ik ietsje verderop, helemaal alleen met een glaasje chardonnay middenin de bush. Volgens het kantoor van de Botswaanse autoriteiten is de ‘camping’ vanavond vol, maar nu pas weet ik wat dat betekent. Hekken kennen ze hier niet en de camping ís eigenlijk helemaal geen camping. Er staan nog wel een
paar andere fourwheeldrives, honderden meters verderop. Maar als ik nu verscheurd zou worden door een leeuw, zouden mijn buren het volgens mij niet eens mérken.
En over leeuwen gesproken, ik hóór er eentje! Het schemert en om de paar minuten brult het solitaire mannetje dat ik een kilometer verderop zag. Wat een machtig geluid, de rillingen lopen over m’n rug! En lijkt het maar zo, of komt hij elke keer wat dichterbij? Ik vraag me in alle oprechtheid af waar ik aan begonnen ben. En ik begrijp, of liever vóel, plotseling dat het gekkenwerk is om hier buiten te blijven zitten.
Thuis, in de folder, zag het er allemaal nog zo spannend uit. Kamperen midden in de wildernis. Geen hekken, geen schrikdraad, nee, echt puur natuur.
Maar nu weet ik het niet zo zeker meer. Dus ga ik maar de camper in. Binnen is het
snik- en snikheet. Zeker veertig graden en het ding ventileert nauwelijks. Maar hier zit ik in elk geval veilig. Toch?
Nietig
Wildkamperen in Afrika is andere koek, dat is me na één nacht al duidelijk. Ik heb al heel wat avontuurlijke kampeervakanties achter de rug. In m’n eentje dwars door de Australische outback, fietsend door Canada, met de camper door de VS. Maar nooit eerder heb ik me zo goed gerealiseerd dat de dood heel dichtbij is. Eén blik op de klauwen van een volwassen leeuw doet je direct je eigen nietigheid beseffen. Als dat beest besluit dat hij het heeft gehad met je, is het klaar. Zo simpel is het.
Na een verrassend rustige nacht wekt de zon me om zes uur. De zonsopgang doet de stemming direct weer omslaan: wat is dit fantastisch mooi! Ik durf weer naar buiten, want ik kan weer zién waar ik ben. De wereld gaat weer open. Kopje koffie en een ontbijtje en om zeven uur de auto in, verder op weg door het park op de grens van Zuid-Afrika en Botswana. Ik passeer één van de grotere (omheinde) kampeerplekken aan Zuid-Afrikaanse kant, waar ik diesel en water tank en wat proviand insla. In het kamp raak ik aan de praat met Albert, de lokale klusjesman. Hij heeft een paar tips voor wildkamperen hier: “Als je ‘s avonds buiten wil zitten liefst een vuur maken, anders in elk geval zoveel mogelijk licht. De grote katten zullen je hoogstwaarschijnlijk niet lastigvallen, maar je kunt wel last hebben van jonge leeuwen en hyena’s.
Die komen ‘s nachts wel eens aan de autobanden knagen en dat is geen pretje!” Hij waarschuwt me vooral voor de schorpioenen en de pofadders: “Daar moet je echt erg goed voor uitkijken. ‘s Avonds hoge schoenen aan en nooit door struikgewas of hoog gras lopen: je moet goed kunnen zien waar je je voeten neerzet.”
Natuurfilm
Verder het park in. Ik rijd door m’n eigen natuurfilm, live! Ik zie cheeta’s, leeuwen en luipaarden. Hyena’s, jakhalzen en natuurlijk een eindeloze stoet gemsbokken, gnoes, hertjes, stokstaartjes. Een slangenarend zwevend op de thermiek, mét slang in de bek, een paartje uilen, schitterende arenden en valken, weaverbirds, ik kan ze allemaal afvinken. Uitstappen is uit den boze, alles gebeurt vanuit de auto. Een heel andere manier van waarnemen - en fotograferen - dan ik gewend ben. Soms wel lastig, als er iets moois te zien is. Dan proppen de auto’s zich op elkaar. Ik betrap me er bij een prachtige leeuw op dat ik met een gehaaste manoeuvre het
plekje inpik van een Italiaans stel dat al een uur lang de beste plaats claimt. Nou ja, het zijn de drukste dagen van het jaar en dit is de drukste plek van het park. Als je dat meeweegt, realiseer je je meteen hoe ongelooflijk rustig het eigenlijk is…
Naarmate ik verder weg van de bewoonde wereld kom, wordt het stiller. Soms zie ik urenlang geen andere auto’s. Ik breng uren door bij de waterplaatsen en krijg een roofvogelshow te zien zoals ik nooit eerder meemaakte. Gieren, adelaars en valken in alle soorten en maten. Secretarisvogels, withalsgieren. Vaak landen ze eerst in de boom waar ik onder sta en kan ik ze prachtig van dichtbij bekijken. Ook kleine roodkopvinkjes vliegen af en aan, beweeglijk en druk kwetterend. Eén slokje water en weg zijn ze. Ik vind ze wel erg zenuwachtig, maar al gauw wordt duidelijk waarom. Want op een gegeven moment hoor ik een gierend geluid en valt een lannervalk als een baksteen uit de lucht. De vogeltjes zijn alweer in de lucht, maar de valk pikt er feilloos eentje tussenuit. En daarmee is het tafereel nog niet ten einde, want de valk laat het vogeltje toch nog vallen en binnen enkele seconden komt er een enorme arend uit het niets tevoorschijn om de prooi af te pakken. Leven en dood, survival of the fittest, hier gebeurt het allemaal voor je ogen.