Peru: Hiram Bingham en de ontdekking van Machu Picchu
"Opeens stond ik voor muren van vervallen huizen. De muren waren moeilijk te zien, omdat ze overwoekerd waren door bomen en mos, maar in de schaduw van bamboebosjes en onder dichte begroeiing van klimplanten waren prachtige bouwwerken zichtbaar, de mooiste in heel Amerika. De muren waren gemaakt van witte granieten blokken van gigantische afmetingen, die met grote precisie waren uitgehouwen en samengevoegd. Er waren schitterende tempels en koninklijke huizen te zien, een groot plein en nog tientallen huizen. Het leek wel een droom…"
Zo omschreef Hiram Bingham zijn eerste aanblik van Machu Picchu op 24 juli 1911. Als professor aan de Yale Universiteit bezocht Bingham Zuid-Amerika om de gangen van Simón Bolívar na te gaan. Toen hij tijdens deze tocht in Peru aankwam, raakte hij echter gefascineerd door de verhalen over de Inca's en besloot hij op zoek te gaan naar Vilcabamba, de laatste nog nooit gevonden hoofdstad van de Inca's. |
In deze stad zouden de Inca's zich, na de mislukte opstand tegen de Spanjaarden, schuilgehouden hebben voor de Conquistadores.
Bij toeval ontdekt
Bij zijn zoektocht naar Vilcabamba stuitte hij eigenlijk bij toeval op Machu Picchu. Op een dag trok hij er met een plaatselijke boer op uit, die hem meenam naar enkele ruïnes. Eerst dacht Bingham dat hij de laatste stad van de Inca's had ontdekt, doch Machu Picchu kon onmogelijk Vilcabamba zijn. Later zou hij Vilcabamba verderop in de vallei van de Rio Urubamba vinden. De ruïnes van |
Machu Picchu zijn prachtig gelegen op een plateau van 2400 meter hoogte, omgeven door steile kloven en hoge bergtoppen. Op de steile bergwanden onder de ruïnes groeien prachtige bloemen en planten: varens, bromelia's, orchideeën en wilde begonia's. Bij mooi weer kijk je bijna recht naar beneden op het water van de Rio Urubamba.
Na de ontdekking door Bingham zijn er vele theorieën ontwikkeld waarmee getracht is de oorsprong en de functie van Machu Picchu te verklaren, maar er blijven nog veel mysteries bestaan. Bekend is inmiddels dat het een versterkte Incastad was die ongeveer in de 15e eeuw werd gebouwd en die een kleine 1000 inwoners telde. De werd aan het begin van de 16de eeuw verlaten. Machu Picchu was een treffende afspiegeling van de Incamaatschappij, die zich kenmerkte door een sterke hiërarchie en een goede organisatie. Edelen, priesters en eenvoudige burgers woonden allemaal in hun eigen deel van de stad. Ook waren er vele religieuze gebouwen, wat erop duidt dat de stad een belangrijk ceremonieel centrum voor de Inca's is geweest.
In enkele uren
In tegenstelling tot Bingham, die er enige dagen over deed om de afstand van 100 km van Cusco naar Machu Picchu af te leggen, kan je Machu Picchu als Djoser-reiziger tegenwoordig in enkele uren bereiken. Maar ook nu nog heeft de rit ernaartoe iets van een ontdekkingstocht en lijkt de klok sinds de tijd van Binghams ontdekking te hebben stilgestaan.
Cusco, de oude hoofdstad van de Inca's, is het startpunt van de tocht naar Machu Picchu. In deze prachtige stad zijn meer overblijfselen van de Inca's te bewonderen. 's Morgens in alle vroegte begint de reis op het drukke San Pedro treinstation. Tegenover het station ligt de centrale markt van Cusco, en uit de hele omgeving stroomt de indiaanse bevolking toe om hun koopwaar te slijten. Langzaam kruipt de trein zigzaggend de stad uit. Af en toe stopt hij en rijdt terug om een aanloopje te kunnen nemen, anders kan het gevaarte niet de berg op komen. Aan het begin van de reis heb je een schitterend uitzicht op Cusco, later reis je door een prachtig landschap met grazende lama's en alpaca's.
Terwijl kinderen en honden van de dorpjes een wedstrijdje doen om zo lang mogelijk met de trein mee te rennen, springen allerlei verkopers in traditionele kleding op de trein om van alles en nog wat aan je te verkopen, zoals de felgele inca-cola, fruit, empanadas en allerlei souvenirs. Onderweg staan de verkopers in de trein druk met elkaar in het Quechua te praten, de taal van de Inca's.
Door groen overwoekerd
Onderweg verandert het ruwe, kale landschap van de hoogvlakte langzaam in een subtropisch landschap met een mooie, dikke begroeiing. Je kunt je goed voorstellen dat toen Bingham Machu Picchu ontdekte, het helemaal door dit groen overwoekerd moet zijn geweest. De treinreis eindigt in Aguas Calientes, een klein dorp dat om de rails heen is gebouwd. Voordat de trein het dorp in rijdt wordt er hard getoeterd, zodat iedereen die |
op de rails iets zit tijdig de benen kan nemen. Hier stap je in een bus die over een spectaculaire weg vol haarspeldbochten naar de ruïnes boven het dorp rijdt.
En dan is het zover, je kan met eigen ogen het mooiste ruïnecomplex in Latijns Amerika gaan bezichtigen. De stad is een echt meesterwerk: er zijn verschillende bouwlagen met paleizen, tempels, huizen, kanalen voor de aanvoer van water, fonteinen en terrassen voor de landbouw. Je kan er uren ronddwalen en je afvragen waar al die gebouwen toch voor gediend hebben, en vooral ook: hoe de Inca's zonder hulp van trekdieren en ijzeren werktuigen die enorme stenen ooit hebben kunnen vervoeren en hoe het kan dat die stenen perfect op elkaar aansluiten.
Machu Picchu heeft vooral iets heel mysterieus als je na een overnachting in Aguas Calientes 's morgens heel vroeg de eerste bus naar boven neemt om de wolken en mist waarin de ruïnes gehuld zijn langzaam te zien optrekken en de zon te zien opkomen boven dit prachtige, mysterieuze complex.
Vragen, vragen, vragen…
Machu Picchu laat op de huidige bezoeker, net zoals op Hiram Bingham indertijd, een diepe indruk achter. De mysterieuze ruïnes blijven nog altijd vele vragen oproepen. Maar de grootste vraag is waarom de stad ooit verlaten werd. Hoe dan ook, veel van deze vragen zullen wel nooit beantwoord worden. Er zijn al veel boeken geschreven over het mysterie van Machu Picchu, maar niets gaat boven de sensatie de stad in eigen persoon te bezoeken: geen foto, geen film, geen beschrijving kan weergeven wat de plaats werkelijk betekent.
Aan de informatie in deze artikelen en verhalen kunnen geen rechten ontleend worden.